Marisol Palomo, steunpilaar van Muziekpublique

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
28/05/2009

"Weet je wat me voldoening schenkt? Mensen dichter bij elkaar brengen met wereldmuziek. Maar soms is het dansen op het slappe koord: financieel heb ik een hachelijk 2008 achter de rug. Het heeft me nog maar eens geleerd dat een mens geluk moet hebben, maar ook dat solidariteit een burgerplicht is." Marisol Palomo houdt van zang, dans en koken, is een van de steunpilaren van Muziekpublique en voedt in haar eentje drie kinderen op.

Marisol Palomo mag dan geboren zijn in Etterbeek, ze heeft de Spaanse nationaliteit. "Mijn ouders hebben elkaar leren kennen op Expo 58; ze waren allebei de dictatuur van Franco ontvlucht. Mijn moeder had haar ouders voor het vuurpeloton verloren, de vader van mijn vader was ook geëxecuteerd. Drie kinderen hebben ze hier op de wereld gezet, ze hebben een nieuw leven opgebouwd, maar toch blijft de heimwee. 'Volgend jaar keren we terug naar Spanje': hoe dikwijls heb ik het hen niet horen zeggen? Maar ondertussen hebben ze langer in België gewoond dan in Spanje, ze hebben hier hun kinderen opgevoed, hun kleinkinderen geboren zien worden. Het Spanje van nu is bovendien niet het Spanje dat ze gekend hebben; diep vanbinnen beseffen ze dat eenzaamheid er hun lot zou zijn."

Als Palomo zegt dat solidariteit een burgerplicht is, dan zijn dat geen loze woorden. Ze heeft het sociaal engagement met de paplepel meegekregen. "Tijdens heel de periode van het Francofascisme noemden ze ons, de kinderen van de Spaanse vluchtelingen, les Pionniers, 'de pioniers'. We droegen net als de scouts een foulard, maar dan een rode, we deelden pamfletten uit en woonden meetings bij."

"Mijn twee broers en ik zijn maar tot ons veertiende naar school geweest, om daarna te gaan werken in het schildersbedrijfje dat vader uit de grond had gestampt. Voor moeder was het dag en nacht labeur. Overdag hield ze een benzinepomp open, 's nachts was ze Madame Pipi in een discotheek die ze ook schoonmaakte. Samen met ons, nog voor het krieken van de dag. Werken, werken en nog eens werken, maar niet alleen om er zelf beter van te worden: ons huis was een asiel, vooral voor Italianen en Spanjaarden. En al die monden moesten gevoed worden."
"De uitvalsbasis van de Spaanse gemeenschap en haar sociaal-politieke strijd was het cultureel centrum Garcia Lorca, in de Voldersstraat, bezijden de Zuidlaan. Daar kwam iedereen samen. Telkens als er gefeest werd, kookte mijn grootmoeder van vaderskant. Het geld dat binnenkwam, was bestemd voor vluchtelingen en politieke gevangenen. Na de dood van Franco is het centrum een ander leven gaan leiden. Uiteindelijk is het tot een splitsing gekomen tussen Andalu­siërs, Astu­riërs en Galiciërs. Na die splitsing heeft mijn vader, een Galiciër, het Centro Galego opgericht. Velen verzetten zich tegen die scheiding per regio, maar de Gali­ciërs hadden er geen oren naar. Niet verwonderlijk: binnen de Spaanse gemeenschap werden ze beschouwd als de boerkes. Praatten we in de Garcia Lorca Galicisch, dan werden we uitgelachen. Een Galicisch poëet heeft ons zelfs vergeleken met de Vlamingen, die ook lang minderwaardig zijn behandeld. En net als wij zijn veel Vlamingen moeten emigreren, al was het een economische migratie, naar Wallonië."

Van nul
We zitten in het hoofdkwartier van Muziekpublique, boven het Molièretheater in de Naamsepoortgalerij. "De optredens in het Centro Galego, de activiteiten voor jongeren die er werden georganiseerd, hebben mijn liefde voor muziek en dans aangewakkerd. Maar ik ben eruit losgebroken, ik wilde weg van dat puur Galicische. Zo heeft zich een kleine equipe van gelijkgezinden gevormd. We zijn van nul begonnen met Muziekpublique, een zaal hadden we zelfs niet. Aanvankelijk was het behelpen met concerten bij mensen thuis, vervolgens in zaaltjes overal in Brussel."

"Vier jaar geleden hebben we dan Théâtre Molière ter beschikking gekregen, binnen het kader van een wijkcontract. Een cadeau, maar niet in geschenkverpakking. Er was weinig of geen passage in de galerie - of het moest zijn om bij ons tegen de deur te komen plassen. Gelukkig konden we op veel vrijwilligers rekenen en was de infrastructuur zo goed als intact. En sinds het theater weer open is, is de galerij weer gaan opleven."

"Onze vzw is gegroeid uit het initiatief van mensen, niet uit een institutioneel orgaan. En we zijn tweetalig. We zijn nu met vijf mensen in loondienst - vier uit eigen fondsen, één die betaald wordt met een subsidie van de Franse Gemeenschap - en we organiseren zowat 180 activiteiten per jaar. We zijn ook apolitiek. Hoewel - we doen op onze manier aan politiek: wij trachten onze boodschap over te brengen door muziek, door ontmoetingen. Het maakt dat we een beetje aan de zijlijn staan, dat de politiek ons links laat liggen als er cadeautjes worden uitgedeeld. Nu ook, met de nieuwe subsidies. We moeten het stellen met ongeveer evenveel als voorheen, ondanks de po­sitieve evalua­tie van de adviescommissie."

"Toch vergelijk ik ons soms met een luxeproduct: we slagen erin topkwaliteit te leveren tegen een zacht prijsje. Met dank aan de ongeveer tweehonderd vrijwilligers van de meest uiteenlopende nationaliteiten, die een beurtrol draaien. Maar Muziekpublique kijkt verder: we zien het ook als onze plicht artiesten te ondersteunen. Door gratis repetitieruimte ter beschikking te stellen, of door hen wegwijs te maken in de administratieve mallemolen. Mensen helpen die dikwijls amper de taal kennen, of amper kunnen lezen of schrijven, is een werk van lange adem, maar langzamerhand beginnen we de resultaten te zien."

Ook buiten Muziekpublique blijft Palomo een bezige bij. Ze maakt deel uit van Ialma, een zanggroep van vijf vrouwen. "De basis is a capella met percussie. We bereiden nu onze vierde cd voor en toeren veel in Spanje, maar ook in Frankrijk en Nederland. Met dansles geven ben ik ondertussen gestopt, maar niet met dansen. Wat ik ontzettend graag doe, is bij optredens van Muziekpublique in de openbare ruimte, kinderen apart nemen en samen een dansje repeteren. Nog zo'n hobby is koken. Na de dagtaak in ons schildersbedrijfje heb ik indertijd stiekem in avondschool mijn koksdiploma behaald."

En dan is er nog de zorg voor haar drie kinderen, Eva (18), Manuel (14) en Daniel (10). "Anders dan ik hebben zij de Belgische nationaliteit. Maar mede dankzij het biculturele programma op hun Nederlandstalige school zijn ze niet vervreemd van hun Spaanse roots. Mijn kinderen voelen zich, denk ik, evenveel Belgisch als Spaans. Dat is een verrijking voor hen, geen handicap, me dunkt."

:: Muziekpublique: 02-217.26.00 of www.muziekpublique.be.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene , Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni