Nu zowat de hele cultuursector op slot is gegaan, is er één wijd vertakte en internationaal geroemde culturele scene in Brussel die wel nog de deuren openhoudt: de galeries. Zonder publieke nevenprogramma’s, ontmoetingen, vernissages en recepties, en met een beperkt bezoekersaantal, maar toch: hoe kan dat?
Sorry we’re closed? De Brusselse galeries blijven open
“Het hangt allemaal af van wat voor juridische vorm je hebt,” vertelt Harlan Levey, eigenaar van Harlan Levey Projects in Elsene. “De meeste galeries delen hun juridische vorm met die van een winkel, wat betekent dat ze open kunnen blijven onder dezelfde beperkingen die daar gelden: geafficheerde veiligheidsvoorschriften, handgel aan de deur, slechts één persoon per tien vierkante meter…”
“We zijn geen culturele ruimtes,” voegt Rodolphe Janssen toe, die behalve in Elsene intussen ook een galerie in Knokke leidt. “We zijn winkels. We handelen in cultuur. Zoals een muziekhandelaar, die verkoopt platen, maar programmeert geen concerten. In een galerie kan je als publiek wel nog tentoonstellingen bezoeken, dat klopt. En de mensen die hier over de vloer komen, kopen vaak niet. Maar dat heb je net zo goed in winkels. In een luxeboetiek als Hermès of Cartier, of bij een antiquair komen vaak mensen binnen om gewoon eens rond te neuzen.”
We blijven actief, omdat we een heel netwerk in leven houden: van kunstenaars tot transporteurs, lijstenmakers, fotografen, drukkers…
Wat mogelijk voor verwarring zorgt, is het feit dat de juridische identiteit glashelder is, maar de missie van een galerie zowel aan het commerciële als het culturele raakt. Dat schept mogelijk een grijze zone. Bij Zeynep Balci, woordvoerster van minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Rudi Vervoort klinken de regels die van toepassing zijn op galeries zo: “Een kunstgalerie kan openblijven voor verkoop, zoals winkels. Maar het organiseren van recepties, vernissages of het verzamelen van een groep mensen om hun kunstwerken tentoon te stellen, is niet toegelaten.”
Moeten we het dan hebben over een tentoonstelling of over de uitstalling van waren? Over bezoekers of potentiële klanten? “We tonen het werk van onze kunstenaars,” vertelt Rodolphe Janssen, “en dat publieke aspect is een essentieel deel van ons werk. Maar een galerie kan maar leven en bestaan door wat ze verkoopt. We zijn in de eerste plaats een onderneming. We blijven actief, omdat we een heel netwerk in leven houden: van kunstenaars tot transporteurs, lijstenmakers, fotografen, drukkers… Het is ook voor hen dat we verplicht zijn om aan de gang te blijven. We hadden kunnen sluiten, een bepaald bedrag per maand ontvangen, en niets doen, maar dan valt dat hele netwerk in duigen.”
Met als gevolg dat de kunstliefhebber vandaag alsnog in galeries terechtkan voor een dosis ogentroost. “Dat valt best mee, hoor. Er passeert een tiental mensen per dag. Het is een beetje minder de laatste weken. Je pikt ook geen geïntrigeerde passanten of wandelaars meer op. De mensen die nu de galerie binnenstappen, willen echt de nieuwe werken van de kunstenaar zien. Ook voor ons is het wat kalmer, door de pandemie. We reizen minder, tentoonstellingen duren langer. Dat kan deugd doen, ja. (Lacht) Maar het mag binnenkort opnieuw zoals vroeger worden, daar kijk ik naar uit.”
Eenzelfde geluid vangen we op bij Harlan Levey: “Voorlopig blijven wij open, omdat we nu eenmaal verder moeten, voor onze kunstenaars, hoe moeilijk de omstandigheden soms ook kunnen zijn. Bovendien krijgen we maar zelden meer dan drie bezoekers tegelijk over de vloer. Het verkeer van personen is met andere woorden perfect beheersbaar. Nu dat was het ook voor de musea. De afgelopen weken waren op dat vlak knap lastig. Ik heb het gevoel dat we in deze periode één stap vooruit en twee stappen achteruit hebben gezet.”
We kunnen opendoen, nog steeds. En mensen kunnen nog steeds langskomen en naar kunst kijken. Maar is het omdat we iets kunnen doen dat we het ook moeten doen?
“Visie en voorzienigheid ontbreken, naar mijn gevoel. Drie weken geleden onthulden de data al dat we op deze situatie afstevenden. Waarom dan wordt beslist om niet in te grijpen op dat moment en bijvoorbeeld een sluiting te paren aan financiële en psychologische ondersteuning, is me een raadsel. Ik denk dat de overheid nooit echt de rol van galeries heeft begrepen, wat hun bijdrage is aan de culturele conversatie, het belang van die ondernemingen voor kunstenaars, de culturele economie en het welzijn van de burger. In die zin is dit een moeilijke periode. We kunnen opendoen, nog steeds – wat volgende week brengt, weten we niet. En mensen kunnen ook nog steeds langskomen en naar kunst kijken. Maar is het omdat we iets kunnen doen dat we het ook moeten doen? Het blijft vaag en complex.”
Lees meer over: Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.