De expo In the eye of the storm in de KMSKB katapulteert bezoekers naar het Oekraïne van een eeuw geleden, toen het modernisme aan een eigen culturele identiteit bouwde in tijden van Russische agressie. Een flink deel van die werken werd vorig jaar met een geheime missie uit twee musea in Kiev gered van diezelfde agressie. “Griezelig hoeveel parallellen er zijn met de situatie vandaag.”
| Davyd Burliuk (1882-1967): Carousel (1921)
Na Madrid en Keulen houdt de reizende tentoonstelling In the eye of the storm. Modernism in Ukraine 1900–1930s halt in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB). De expo geeft voor de eerste keer een omvangrijk overzicht van een experimentele beweging die zich in Oekraïne ontwikkelde in stormachtige tijden van ineenstortende keizerrijken, de Eerste Wereldoorlog, de strijd voor onafhankelijkheid en de oprichting van Sovjet-Oekraïne.
Behalve een tentoonstelling is In the eye of the storm ook een reddingsoperatie. Een meerderheid van de werken die er te zien zijn, werden in bruikleen gegeven door twee musea in Kiev – het National Art Museum of Ukraine en het Museum of Theatre, Music and Cinema of Ukraine – om ze te beschermen tijdens de aanhoudende Russische invasie van Oekraïne. In november vorig jaar werden ze in het geheim in vrachtwagens geladen en uit het land gehaald tijdens een gewaagde transportmissie naar Madrid.
“De meeste werken zijn vorig jaar in het geheim uit Oekraïne getransporteerd. Toen de reddingsmissie in Madrid aankwam, zijn er veel tranen gevloeid”
“Het was een zenuwslopende operatie,” vertelt cocurator Katia Denysova, kunsthistoricus en doctoraatskandidaat aan het Courtauld Institute of Art in Londen. “Net op de dag van het transport werd Oekraïne getroffen door een van de hevigste raketbombardementen tot dan toe. Aan de Poolse grens zat het konvooi uren vast, omdat er in een dorp in de buurt een raket was neergekomen. Er kwam veel diplomatie aan te pas om de vrachtwagens uiteindelijk de grens over te krijgen. De aankomst in Madrid was extreem emotioneel, er zijn veel tranen gevloeid.”
Ongeveer de helft van de nu tentoongestelde kunstwerken zat ook al vele tientallen jaren weggestopt in het 'Spetsfond', een collectie in een geheime kluis in het huidige National Art Museum of Ukraine. Vanaf de jaren 1930 werden vele Oekraïense artiesten door de autoriteiten van de Sovjet-Unie gebrandmerkt als 'bourgeois nationalisten' en geëxecuteerd of gevangengezet. Kunst die blijk gaf van een eigen Oekraïense culturele identiteit werd vernietigd of belandde in de vergeetput van het 'Spetsfond'. Oekraïense kunst die dat lot bespaard bleef, kreeg een Russisch label opgeplakt, zonder aandacht voor de lokale context waarin ze ontstond.
Culturele identiteit
“Het is griezelig om te zien hoeveel parallellen er zijn met de situatie vandaag,” zegt Denysova. “Net als toen probeert Rusland weer het bestaan van de culturele identiteit van Oekraïne te ontkennen en te vernietigen. Deze tentoonstelling is een instrument van verzet, om te voorkomen dat de geschiedenis zich herhaalt.”
De tentoonstelling toont onder meer hoe de modernisten de culturele identiteit van Oekraïne vorm probeerden te geven door te zoeken naar artistieke continuïteit met het verleden. Met de boichukisten, een artistieke groep gesticht door kunstenaar Mykhailo Boichuk, als grootste roergangers. “Ze werden zwaar beïnvloed door Byzantijnse fresco's en mozaïeken, en andere oude monumentale kunst die vaak in kerken te vinden was. Ook traditionele volkskunst, zoals borduurwerk en boerenkledij, vormde een belangrijke inspiratiebron. Ze integreerden die kunst uit het verleden met de hedendaagse realiteit en gebruikten een visuele taal die toegankelijk was voor de grote massa in Oekraïne.”
Een van de grootste namen op de expo is de kosmopolitische kunstenares Alexandra Exter, die startte als kubist en in Parijs deel uitmaakte van de kring van Pablo Picasso. Maar Exter knapte al snel af op het gebruik van afgezwakte kleuren in het vroege kubisme en ging haar eigen weg. Haar werken werden steeds meer gekenmerkt door composities opgebouwd uit felle, levendige kleuren. Een mooi voorbeeld van die aanpak is het schilderij Drie vrouwelijke figuren.
Exter stond ook in nauw contact met een van de grote ontdekkingen van de tentoonstelling: Oleksandr Bohomazov. In tegenstelling tot Exter, reisde Bohomazov nauwelijks voorbij de landsgrenzen, maar mede door haar hulp kon hij op de hoogte blijven van de laatste artistieke ontwikkelingen in het Westen. Bohomazov bleef lang onder de radar, maar hij wordt nu steeds meer erkend als een meester van het Europese futurisme. Het is onder meer uitkijken naar zijn originele schilderijen met houtzagers als hoofdpersonages.
Strategische autonomie
De bloeiperiode van het Oekraïense modernisme ligt in de jaren tussen 1917 en 1921, toen Oekraïners al even in een eigen staat leefden – na de val van het Russische keizerrijk en voor de inlijving door de Sovjet-Unie. Die korte periode van onafhankelijkheid ging gepaard met een explosie van creativiteit en het is ook in die tijd dat de Oekraïense kunstacademie, de eerste instelling voor hoger kunstonderwijs in het land, werd gesticht.
Maar ook daarna ging de artistieke hoogconjunctuur nog geruime tijd voort, geholpen door het oekraïnisatie-beleid dat de Sovjet-Unie in eerste instantie hanteerde. Dat hield in dat de culturele autonomie van Oekraïne om strategische redenen werd gestimuleerd. In de jaren 1920 konden kunstenaars zo vrijuit debatteren over het specifieke karakter van de Oekraïense cultuur en experimenteren met verschillende artistieke '-ismen', zoals kubofuturisme en constructivisme. Kunstenaar Viktor Palmov zou zelfs zijn eigen '-isme' hebben uitgevonden: het colourism.
“Palmov zou daarnaast samen met Davyd Burliuk ook een van de aanstokers zijn van het futurisme in Japan,” verrast Denysova. “Maar dat is voer voor een ander project. In het algemeen zijn er nog zoveel fascinerende ontwikkelingen in deze periode die verder onderzoek verdienen.” Dit specifieke tijdsgewricht staat momenteel ook in Bozar in de schijnwerpers, in de Europalia-expo De avant-garde in Georgië (1900-1936). “Geweldig dat die twee tentoonstellingen gelijktijdig lopen in Brussel. Samen vertellen ze een heel sterk verhaal over de toenmalige ontwikkelingen in de landen bij Rusland, met gelijkenissen en ook lokale verschillen.”
Op 12/11 geeft curator Katia Denysova in het kader van de expo in het KMSKB een lezing over de relatie tussen kunst en oorlog in Oekraïne.
Lees meer over: Brussel-Stad , Expo , kmskb , Katia Denysova , modernisme , Oekraïne , National Art Museum of Ukraine
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.