Ongeveer een maand wist hij onder de radar te blijven, maar de terugkeer van Dominique Deruddere naar ‘zijn’ Brussel kon niet langer onopgemerkt blijven. De regisseur van de Oscar-genomineerde klassieker Iedereen Beroemd (2000) maar evengoed Firmin (2007) is back in town voor een nieuwe film. The Chapel moet een psychologische thriller worden over de Koningin Elisabethwedstrijd in de stijl van het meesterlijke Black Swan.
Deruddere keert voor zijn nieuwe film terug naar ‘zijn’ Brussel
Eerst neemt Deruddere de tijd om Brussel na tien jaar te herontdekken. Zijn camaraderie met Marc Didden, Arno en Josse De Pauw druipt nog van de muren in bruine cafés zoals Au Daringman, maar nu hij op het punt staat om de kaap van de 60 jaar te ronden slaat Deruddere ons aanbod af om daar ons gesprek op gang te trekken. Hij is eerder benieuwd naar de hippe koffiezaken die de Dansaertstraat en de Vlaamse Steenweg rijk zijn, de straten waar hij als Dansaert-Vlaming avant la lettre 25 jaar van zijn leven sleet. Wanneer ik hem vertel dat het zelfs voor een huidige Brusselaar moeilijk is om helemaal mee te zijn met de zaken die daar elke maand wel van eigenaar en concept wisselen, spreekt zijn glimlach boekdelen. Een glimlach die tijdens ons gesprek in de Walvis - dat heb je met koffiebars: die sluiten te vroeg – meermaals uitmondt in zijn kenmerkende schaterlach.
De reden van uw terugkeer is een nieuwe film, na Flying Home (2014). Wat mogen we verwachten van The Chapel?
DOMINIQUE DERUDDERE: De film speelt zich af in het jaar 1989, wanneer een pianiste de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd bereikt. Ze hokt met de andere finalisten samen in de befaamde Muziekkapel in Waterloo, maar daar worden de stress en de isolatie haar stilletjes aan te veel.
Het wordt een psychologische thriller, een beetje in de stijl van Black Swan (een Amerikaanse psychologische thriller uit 2010, geregisseerd door Darren Aronofsky, red.), maar met een heel ander verhaal. Over de acteurs kan ik nog niet te veel kwijt, buiten dat je geen gigantische namen moet verwachten. Een actrice van 22 vertolkt de hoofdrol: die van een Ierse pianiste die al op jonge leeftijd naar Amerika trekt om daar te gaan studeren aan het bekende conservatorium The Julliard School in New York.
Tiens, ik bemerk een parallel. Ook u koos er tien jaar geleden voor om uw droom na te jagen in Los Angeles.
DERUDDERE: Juist, hoewel ik vooral gelijkenissen zie met mijn zonen, die op jonge leeftijd mee zijn verhuisd naar Los Angeles en het daar nu ook op eigen benen proberen te maken. Mijn ene zoon Vic is 25 jaar en behalve een fervent surfer ook camera-assistent. Mijn andere zoon Louis is een componist die zich wil toeleggen op filmmuziek. Regisseur worden, neen, dat willen ze niet, daarvoor hebben ze te veel gezien bij hun vader denk ik. En daar ben ik blij om (lacht).
En toch: een Amerikaanse film is er nog niet van gekomen.
DERUDDERE: Dat klopt. Ik ging er oorspronkelijk voor een jaar naartoe, omdat ik carte blanche kreeg om een film te maken met onder meer de Amerikaanse actrice Ashley Judd. Wat toen gebeurde, kon niemand voorspellen. Op 20 augustus 2008 ben ik aangekomen, als ik het me goed herinner, en letterlijk de dag erna brak een van de langstdurende stakingen binnen de filmsector uit. Alles werd acht maanden lang on hold gezet, en dat net in het jaar van de financiële crisis. Het gesukkel begon toen en zeker binnen de sector van de independent films werd zwaar bespaard. In de media wordt daar dan wat meewarig over gedaan, maar dat was binnen de filmsector een sociaal drama in het genre van Renault-Vilvoorde hier, moet je weten.
De film in kwestie is uiteindelijk afgesprongen en sindsdien raakte ik een beetje verzeild in wat ze daar de development hell noemen. Gelukkig heb ik Flying Home nog kunnen doen in 2014, een film die is aangekocht door Universal en wereldwijd is uitgebracht. Dat geeft wat ademruimte. Toch gaat het niet snel genoeg voor mij. Gelukkig ben ik er nu met The Chapel opnieuw heel dichtbij.
U hebt nog een ander project op stapel staan: een documentaire over Will Tura.
DERUDDERE: (kijkt verrast op) Dat is nog niet officieel, dus daar kan ik nog niets over zeggen. Maar een verlengd verblijf in België behoort tot de mogelijkheden, ja.
lees verder onder de foto
Hoe voelt het, uw terugkeer naar Brussel? Is de stad veel veranderd?
DERUDDERE: Het is niet zo dat ik hier tien jaar niet meer geweest ben, maar het klopt, het doet telkens weer deugd. We hebben lang in de Dansaertstraat gewoond, toen het nog een ruigere buurt was en dus ook betaalbaar. Het is mooi om te zien wat er allemaal aan restaurants, cafés en winkels is bijgekomen. En koffiebars! Ik heb de indruk dat de jeugd soberder leeft, gezonder ook. Voor alle duidelijkheid: ik vind dat zeer oké.
De spannendste zone vind ik de Kanaalzone, die snel evolueert. Ik ga er joggen tot aan het park van Laken, en je ziet zo wat er nog allemaal mee kan gebeuren. Heel interessant is dat. Ook heb ik het gevoel dat Molenbeek, ondanks de internationale perceptie, heel aangenaam geworden is. In het algemeen vind ik de stad minder grimmig en gezelliger geworden. Rustiger ook.
Te rustig, volgens sommigen. Het centrum maakt grote veranderingen door, met de invoering van de voetgangerszone en het bijhorende circulatieplan, maar veel handelaars zijn daar niet enthousiast over.
DERUDDERE: Dat kan ik wel goed begrijpen. Hoe die voetgangerszone er nu bijligt: dat is abominabel. Even abominabel als vier jaar geleden, maar zonder auto’s. Het is heel bizar dat er niet meteen meer groen en terrassen zijn aangelegd. Eerlijk: het is redelijk gênant als je hier als buitenstaander aankomt. Op dat vlak kan Brussel nog wel wat leren van L.A., een gigantisch uitgestrekte stad, maar de wijken zitten daar zó goed in mekaar en zijn mooi verzorgd.
Brussel kreeg natuurlijk ook af te rekenen met een veel ingrijpendere gebeurtenis. Hoe hebt u zelf de aanslagen van 22 maart beleefd?
DERUDDERE: Ik was toevallig hier toen het gebeurde en daar ben ik heel blij om. Ik had het niet kunnen verdragen om zo ver weg te zijn van de mensen zijn die ik liefheb als er zoiets dramatisch gebeurt. Het was verschrikkelijk, maar ik vind wel dat Brussel heel goed gereageerd heeft. Het zegt veel over de weerbaarheid van de mensen hier. Wat mij wel stoort, is dat de media er te lang en te veel aandacht aan blijven besteden. Dat is koren op de molen van wie ons dat aangedaan heeft. Zij zoeken de publiciteit op om angst te creëren. Nogmaals, het is verschrikkelijk wat er gebeurd is, maar toch: er vliegen hier niet voortdurend vliegtuigen over om ons te bombarderen, zoals in andere regio’s.
Dat niet, maar een jaar later staan er wel nog altijd tanks en militairen op elke straathoek.
DERUDDERE: Héél raar is dat. Mijn vrouw is daar erg van geschrokken. Het geeft haar altijd het gevoel dat het onveilig is of zou zijn. Ik heb veel respect voor de militairen, maar als er iets staat te gebeuren, zullen ook zij het niet kunnen tegenhouden. In L.A. is de politie stevig bewapend, maar de eerste militair moet ik daar nog tegenkomen.
De Belgische films doen het heel goed. Had u verwacht dat u na de nominatie van Iedereen Beroemd in 2000 zo snel zou worden opgevolgd door Michaël Roskam en Felix Van Groeningen?
DERUDDERE: Eerlijk gezegd niet. Ik heb wel zwaar gesupporterd, Michaël Roskam is tijdens de Oscars bij mij komen logeren. De kwaliteit, zeker aan Vlaamse kant, is inderdaad erg hoog. Er zijn een pak meer regisseurs in Vlaanderen. Bovendien worden ze heel goed ondersteund door bijvoorbeeld Flanders Image en het Vlaams Audiovisueel Fonds. Zij weten die films goed in de internationale markt te zetten. Toen Iedereen Beroemd in Venetië vertoond werd, kraaide daar geen haan naar, laat staan dat er iemand van het ministerie zich ermee zou bezighouden. Vandaag is dat gelukkig heel anders.
Hebt u nooit het idee gehad dat u misschien iets te vroeg bent vertrokken?
DERUDDERE: Soms wel, maar mijn moment was gekomen, ik wou die uitdaging aangaan. Dat moeten Vlaamse regisseurs ook doen. We mogen niet lui of zelfingenomen worden, want nog al te vaak eindigt de levensloop van een film aan de grenzen van Vlaanderen. Hoe goed die film ook is, het blijft héél moeilijk om een film internationaal te verdelen, maar dat moet wel de ambitie blijven.
Hoe zit het met uw eigen ambitie: wat wilt u absoluut nog realiseren in uw carrière?
DERUDDERE: Ik heb nog véél projecten liggen. Ik wil minstens nog de vier à vijf scenario’s die klaarliggen, verfilmen. Gelukkig is het beroep van regisseur lang vol te houden. En The Chapel is volgens mij het beste scenario dat ik ooit geschreven heb. Zolang dat gevoel blijft, denk ik niet aan stoppen. En nog eens een goeie Vlaamse film, ja, dat zie ik wel zitten.
Dat klinkt bijna alsof u een terugkeer naar België overweegt.
DERUDDERE: Ik moet toegeven dat we nu en dan rondkijken naar een appartement, nu onze kinderen in L.A. meer op eigen benen staan. Het zou eerder een va-et-vient zijn tussen L.A. en Brussel. Dat mooie weer in L.A. begint soms ook op uw tits te werken, geloof mij. Dan sta je ’s morgens op en zie je: ’t is weer 25 graden en de lucht is wéér blauw (lacht). Mijn vrouw schiet mij dood, maar ik mis soms het grijze weer in Brussel. Dat kan ook heel mooi zijn.
U zou uw plaats opnieuw kunnen innemen tussen wat soms een beetje lacherig de Dansaert-Vlamingen wordt genoemd.
DERUDDERE: Haha, maar dat bestond vroeger ook al hoor, alleen was de term toen eerder ‘Dansaertist’. Zulke opmerkingen komen vooral van mensen die met jaloezie kijken naar anderen die wél in een stad wonen. Zoals Antwerpenaren (schaterlacht). Grapje uiteraard, want ik vind Antwerpen echt een heel mooie stad. Gezellig en aangenaam, maar het blijft toch meer een Vlaamse provinciestad. Geef mij maar Brussel. Maar ‘alle respect voor Antwerpen’: zet dat er zeker bij, anders ga ik ruzie krijgen.
Wie is Dominique Deruddere?
- geboren in 1957 in Turnhout
- debuteerde als regisseur in 1987 met Crazy love
- in 2000 Oscarnominatie voor Iedereen Beroemd
- zijn jongste film, Flying Home, is van 2014
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.