Na de aanslagen in 2016 en de werken aan het De Brouckèreplein betekende de coronacrisis de finale doodsteek voor het iconische Hotel Métropole en het bijbehorend café waar het allemaal begon. Tot enkele volhardende oud-werknemers en hun trouwe cliënteel daar een stokje voor staken.
Lees ook: Ex-medewerkers heropenen café Métropole
“Waar vind je tegenwoordig nog plekken als deze in onze hoofdstad? Het Métropole is een van de weinige zaken in het centrum die nog Brussel ademt zoals het vroeger was.” Dilbekenaar Eric en zijn vrouw Patricia koesteren mooie herinneringen aan het Métropole. “Mijn nonkel heeft nog in het hotel gewerkt”, glundert die laatste. “Dit gebouw betekent veel voor Brusselaars van de oudere generaties.”
“Voor de coronapandemie kwamen we hier regelmatig”, beamen twee oudere Brusselse vriendinnen. “Het interieur hier is gewoon magnifiek...” Nog geen twee minuten na hun vertrek heeft het achtergebleven tafeltje in de zon al twee nieuwe eigenaars.
De bezoekers die de stoelen vullen, komen af en toe van verder, want Métropole geniet ook naam en faam buiten de hoofdstad. “Wanneer we in Brussel gaan winkelen en flaneren, komen mijn man en ik negen op de tien keer hier iets drinken”, vertelt de Mechelse Maria. “Je betaalt er iets meer, maar de rust, pracht en praal lonen de moeite.”
De vertrouwde drukte en gekende gezichten doen manager Manuel Rodrigues goed. Met een twintigtal werknemers, waarvan zeven anciens, houdt hij vandaag het café staande. “Drie mensen in de zaal, twee in de keuken: zo zijn we afgelopen juni gestart. Alles werd op een week geregeld en gepoetst, en dan was het afwachten. Week na week geraakten de tafeltjes gevuld, en zo ook de plekjes in ons team.”
Sinds 2015 noemt Rodrigues het Métropole zijn werkplaats, maar ook vroeger was hij er kind aan huis, toen zijn vader er het reilen en zeilen nog verzorgde. “Ik ben dus gehecht aan deze plek, net zoals het gros van onze klanten. Dat is wat mensen hier terugbrengt, geloof ik: de ziel van deze plaats, de verhalen en herinneringen die iedereen er heeft.”
Zelfde gevel, andere fundamenten
In zekere zin keert Métropole door de sluiting van het befaamde hotel weer terug naar hoe het allemaal begon. In 1890 besloten twee broers op het De Brouckèreplein een café te openen om hun bier te verkopen. Het werd een succes en de familie Wielemans-Ceuppens kocht het aanpalende gebouw van de Algemene Spaar-en Lijfrentekas om er een hotel te laten bouwen door architect Alban Chambon, bekend voor zijn sprookjesachtige ontwerpen.
Hotel Métropole opende de deuren in 1895. Het was modern, luxueus en had elektrische verlichting en centrale verwarming; toen nog een primeur. Doorheen de jaren ontvingen de suites vele bekende gasten als Sacha Guitry, Jacques Brel en Maurice Chevalier, wiens handtekeningen nu het interieur bekleden. Ernest Solvay kreeg er vanaf 1911 meermaals topwetenschappers samen voor de Solvayconferenties. Meer dan honderd jaar later, anno 2020, was Métropole het laatste Brusselse negentiende-eeuwse en bovendien onafhankelijke vijfsterrenhotel in gebruik.
De val van Hotel Métropole in april dat jaar raakte niet enkel de oudere generaties. “Toen ik over de sluiting hoorde in het begin van de lockdown, kon ik het niet droog houden”, geeft fietsgids Robin toe, die zondagvoormiddag van een ontbijt op het terras geniet. Een tweetal jaar geleden bracht hij zijn zaak ‘City By Bikes’ naar het De Brouckèreplein en mocht hij zich een buur noemen van het hotel. “De receptionisten bewezen me een dienst door onze reservesleutel bij te houden, en voor of na een fietstocht kwamen we hier met klanten iets drinken. Wat een monument is het ook”, zucht hij.
Ook online was de verontwaardiging groot: de geboorte van Facebookgroep ‘Lang Leve Metropool’ maakte al snel duidelijk hoe overweldigd Brusselaars waren door het faillissement. Nadat ze het nieuws over de stopzetting hoorden, gaven Benoît-Alexandre Van Parijs en Alexandre Lodzia Brodzki aan het hotel te willen redden en via een coöperatieve over te nemen. Plannen die volgens Rodrigues nu even in de koelkast zitten. “Het hotel staat nog steeds te koop, dus we wachten nog op meer nieuws. We doen verder zoals we nu bezig zijn, en daar hebben we gigantisch veel zin in.”
Op de tafeltjes pronkt een ongewijzigde kaart, de bombastische stijl van de zaak is de oude gebleven en ook de kwaliteit – garandeert Rodrigues – is dezelfde. “Maar de visie waarmee we te werk gaan, ligt anders. De financiële middelen zijn van een ander kaliber dan voordien, met de hoteleigenaars. We roeien met de riemen die we hebben, en dat is vooral een familiale, hartelijke sfeer. Iedereen steekt voortdurend de handen uit de mouwen.”
Toch houdt het personeel hun hart vast voor de komende maanden, “dat een volgende collectieve horecasluiting mag uitblijven. Want nog zo’n klap, kunnen we niet aan.”
Vergane glorie
En dan zijn er nog de kopzorgen die de omgeving met zich meebrengt. Café Métropole mag dan herleven, het ooit zo bombastische plein waar het gevestigd ligt, is allang niet meer wat het geweest is. De twee Brusselse vriendinnen plaatsten vlak voor hun vertrek in gedachten het Coca-Cola-billboard terug op het dak van het voormalige Hotel Continental. “Een laatste restant van de jazzy ziel van het De Brouckèreplein”, noemde schrijver Pascal Verbeken de verdwenen lichtreclame.
Diezelfde heimwee naar vroeger overvalt Brusselaars Marc en Françoise wanneer ze zich voor de geest halen welk uitzicht je jaren geleden als klant op het terras genoot. “Mijn vader kwam hier ook dikwijls, hij woonde in de buurt. Toen was dit echt nog een indrukwekkend sierlijke wijk”, mijmert Marc.
“Het Métropole is nog steeds een plek van ontmoetingen, van gezelligheid: convivialité”, merkt Françoise op, “terwijl dat hier op het plein wat verdwenen is.” Ze wijst naar de leegstaande gebouwen aan de overkant: “Nu de werken af zijn, is het plein best mooi geworden. Maar corona en het gebrek aan toeristen betekenen een blijvende leegte.”
Ook Rodrigues krijgt er rillingen van. “Als je nu naar het De Brouckèreplein kijkt, bekruipt je een triest gevoel”, zegt hij. “Er valt geen moer te beleven, de Stad doet er niets mee... Het is gewoon verlaten.” Hij wijst naar de Quick en kebabzaken iets verderop. “Het verandert hier meer en meer in een soort Amerika... Daar blijven wij nostalgisch tegen knokken; het café behouden is onze manier van verzet.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Resto & Bar , Samenleving , Hotel Métropole , De Brouckèreplein , corona , failissement
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.