Garnaalkroketten doen veel mensen denken aan kustplezier, maar deze nationale specialiteit heeft op natuurlijke wijze haar plaats in de hoofstad gevonden.
Begin over garnaalkroketten en mijn verbeelding waaiert uit richting Knokke, naar Put 19, waar ik voor het eerst betoverd werd door de heerlijke smaak van dit gerecht. Een echte openbaring, zozeer zelfs dat ik ze lange tijd nergens anders wilde eten – ik vond het geweldig dat ze opgediend werden met enkele sneetjes vers bruinbrood.
Ik ben er al minstens tien jaar niet meer geweest – zijn ze er nog steeds zo lekker? – maar het feit blijft dat ik niet de enige ben die naar de Noordzee gevoerd wordt door deze specialiteit waarvan het hoofdingrediënt, de garnaal, ter plaatse gevangen wordt van september tot halverwege december. Toch zou het populaire gerecht ontstaan zijn in een minder zomerse context: niet aan de badplaatsen, maar in de loopgraven van het IJzerfront tijdens WO I. Dankzij de compacte vulling, bestaande uit eieren, boter meel en melk, was het een calorierijk tussendoortje voor de soldaten.
Meer dan honderd jaar later kan je stellen dat garnaalkroketten een rage geworden zijn in de hoofdstad. Met dank aan Fernand Obb, een nieuwe zaak die algemeen geprezen wordt. Ten bewijze: tweeënhalf jaar na de oprichting heeft dit eethuis in Sint-Gillis al twee keer de titel “beste garnaalkroket van Brussel” gewonnen, een prijs die uitgereikt wordt door Visit.Brussels. En de 34-jarige oprichter van de zaak, Cédric Mosbeux, heeft onlangs zelfs een eretrofee gekregen voor zijn superieure recept. Omdat hij gezien wordt als “ambassadeur van de garnaalkroket”, treedt hij toe tot de jury die op 21 november de volgende prijs voor beste Brusselse garnaalkroket zal uitreiken.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.