Art & Marges plaatst kanttekeningen bij culturele hiërarchie
T ussen twee expo's door, de afbraak van Gek van Hongarije en de opbouw van What's up?, banen we ons een weg naar het kantoortje van Carine Fol in het Art & Marges-museum, hartje Marollen. Aan de naamswijziging van de oorspronkelijke vzw Art en Marge (kunst ín de marge) van de jaren 1980 is de evolutie en de stempel van Fol af te lezen. "In 2009 zijn we een museum geworden, erkend door de Franse Gemeenschap en gesteund door het OCMW en de Stad Brussel. Subsidies waren belangrijk, maar ook de naam museum, waar sowieso mensen op afkomen. Ik wenste toen het museum Sans ('zonder') Marges te noemen, maar het werd Art & Marges, kunst én marges. Het belangrijkste was dat de grenzen in vraag werden gesteld."
Hoewel dat niet systematisch gebeurt, houdt Fol ervan om marginale kunst te linken met officiëlere kunst, zoals nu weer bij de expo What's up?, 'op de rand van de marge'. Erg interessant was ook haar project 20+20, waarbij twintig werken uit de collectie van Art & Marges werden opgesteld naast werk uit twintig andere musea (KMSK, Raveelmuseum, Civa, MAC's,...). Fol noemt het een one shot, want er bestaat nog altijd een kloof tussen de twee werelden. "Mijn bedoeling was de marginale kunst uit de marge te halen. Bizar soms hoe werken elkaar aanvullen." Fol neemt er het boek Verrassende confrontaties - Dialogen over outsiderkunst bij: "Antonio Dalla Valle met zijn ingetapete tekstboekjes naast de beschreven schoolborden van Joseph Beuys die zei: 'Jeder Mensch ist ein Künstler.'"
Tekst keert dikwijls terug bij marginale kunst, soms onleesbaar, soms als een mantra, zoals bij Michel Dave: L'écrit.est.déchirée/L'écrit.est.torturé/L'écrit.est.gommé/L'écrit.est.mort (...) "Bij deze kunstenaars is het proces van het maken, het stapelen, het belangrijkste. Al mag je niet veralgemenen, deze kunstenaars hebben meestal niet die afstand tot hun werk. Outsiderkunst is wellicht existentiëler, expressiever dan de meer conceptuele kunst. Toch zijn er ook werken die aanleunen bij naïeve kunst met de noodzaak iets 'moois' te maken. Ik wil dat we afstappen van de clichés. Outsiderkunst is veel diverser dan gehandicapten die kinderachtige tekeningen maken."
Psychiaters en curators
Art & Marges doet onderzoek in creatieve ateliers van psychiatrische instellingen in binnen- en buitenland, maar ook bij autodidacten die geïsoleerd bezig zijn, en soms zijn er ontdekkingen via jury's waarin Carine Fol zetelt, zoals voor de Canvascollectie. Maar de vaste collectie van Art & Marges bevat ook werk van bijvoorbeeld een oud-banketbakker die de kermismolens uit zijn jeugd reconstrueert, een schoenmaker die op een dag op de zolen begon te tekenen, of een vrouw die ineens met de kleurpotloden van haar kleinkinderen aan de slag ging en niet meer is opgehouden. "Of mensen die in heel hun leven geen potlood hebben vastgenomen, zoals - grote naam in de outsiderkunst - Paul Duhem. Hij begon altijd met bovenaan links zijn naam te schrijven en dan tekende hij een hoofd of een deur, vijfduizend tekeningen in tien jaar tijd. Die herhaling, van het onderwerp of van elementen, zie je dikwijls."
Werken zoeken en vinden is subjectief, maar enkele basiscriteria heeft Fol toch. "Voor mij is het belangrijk dat de kunstenaar een bepaalde schriftuur heeft. Als je redelijk veel werken ziet - en de meesten zijn zeer productief, op het obsessieve af -, dan merk je onmiddellijk wat typisch is. En vinden is één ding, maar hoe presenteer je het werk? Soms voelen de makers zich helemaal geen kunstenaar, of is een dialoog niet mogelijk en verloopt de communicatie via de familie. Het gevaar van paternalisme loert om de hoek bij het werk van mensen met een mentale of fysieke handicap. Van bij de oprichting van de vzw Art en Marge was 'kunst van mensen met een handicap' precies een tweede identiteit, terwijl het voor mij heel belangrijk is dat we geëvolueerd zijn naar 'interessant werk dat we kunnen bekijken in het concept van een expo'."
Als kunsthistorica werkte Fol dan ook eerst in het gewone kunstcircuit (onder meer Botanique) en onderzocht ze de evolutie van het perspectief om te kijken naar kunst van outsiders. Eerst via de blik van de psychiaters, dan via de Franse kunstenaar Jean Dubuffet, die in 1945 de term art brut lanceerde, en ten slotte via de curators die dit soort kunst bij het grote publiek willen brengen. "Dubuffet verdedigde de outsiderkunst tégen de corrupte cultuur, en dat was toen misschien nodig, maar zo raakte ze ook wat in een getto."
Fols museum wil volk trekken en zelf ook naar buiten treden met onder andere Esprit mine in het historisch mijncentrum van Lewarde, de nocturnes van de Marollen, Europalia Brazilië, een eerbetoon aan Geert Van Bruaene, ateliers. De bezoeker van de permanente collectie wordt verwelkomd door een soort oermoeder van de Senegalese keramiste Seyni Awa. "Voor deze kunstenares begint te creëren, doodt ze eerst een dier, waardoor ze in een trance komt." En zo kan Fol over alle werken verhalen vertellen.
Lees meer over: Expo
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.