De Brusselse fotograaf Gilbert Fastenaekens heeft nooit kunnen kiezen tussen documentaire fotografie en kunst, en dus hebben zijn introspectieve beelden van grootstedelijke gevels en anarchistische bossen iets van beide, zo getuigt alvast de eerste retrospectieve van zijn werk, In Silence.
Gilbert Fastenaekens: 'Ja, er zit weinig geluid in mijn beelden'
Ongeveer 35 jaar geleden maakte Gilbert Fastenaekens (1955) een langdurige reportage over processies en folkloristische feesten in Spanje en Portugal. De jonge fotograaf raakte er overdonderd door de aanwezige mensenmassa en kreeg er ondanks het potentieel aan mogelijkheden het beangstigende gevoel telkens het juiste moment te missen. Het gevolg daarvan ziet u op zijn nieuwe expo in de Botanique: op het gros van zijn werk – vaak stil, sereen en ingetogen, soms duister en mysterieus – is het zoeken naar mensen. Op Nocturnes, de reeks waarmee hij begin jaren 1980 doorbrak, zette hij de tijd stop en ging hij 's nachts werken. "Dat heeft me gekalmeerd," zegt hij aan de vooravond van zijn eerste retrospectieve. "De kracht moest niet meer uitgaan van personen, maar van de decors. In de leegte voel je echter nog steeds de aanwezigheid van de acteurs. (Lachend) Een misantroop ben ik ook nooit geworden: in het boek dat tegelijk met de expo verschijnt, staan veel portretten die ik de voorbije jaren maakte, maar nog nooit heb getoond."
De expo heet In silence. Vat die titel uw werk samen, of is het toch veeleer een beschrijving van de sfeer waarin uw foto's het best tot hun recht komen?
Gilbert Fastenaekens: Beide. De titel is wat paradoxaal, want ik toon ook een video waarin mensen in een lachstuip liggen en dus heel veel lawaai maken. Maar in zijn totaliteit wordt mijn oeuvre inderdaad gekenmerkt door een veeleer toonloos karakter. Ja, er zit weinig geluid in mijn beelden, die vaak ook in zichzelf gekeerd zijn.
Met die beelden hebt u telkens de grens afgetast tussen enerzijds documentair en anderzijds artistiek of poëtisch, voorwaar geen eenvoudige evenwichtsoefening.
Fastenaekens: Ja, noem het gerust een oxymoron, want 'documentaire kunst' bestaat eigenlijk niet. Ofwel is iets documentair, ofwel kunst, en toch zoek ik voortdurend een verband tussen die twee tegengestelden. Mijn beelden zijn bijvoorbeeld niet zo droog als pure documentaire fotografie. Eigenlijk sta ik meer aan de kant van de poëzie dan aan die van de documentaire, maar de beelden blijven wel beschrijvend.
In dat beschrijvende valt uw interesse voor topografie op. Waar komt die vandaan?
Fastenaekens: Eind jaren 1980 ontdekte ik de Amerikaanse fotograaf Robert Adams, en meer bepaald zijn boek From the Missouri West. In het begin begreep ik er eerlijk gezegd geen snars van. Zijn beelden zijn heel sec, maar daarachter vertelt hij iets over zijn roots. Hij toont het eeuwige landschap als een tuin van Eden, een onbesmet aards paradijs, maar tegelijk zie je een territorium met een geschiedenis. Mij interesseert het wanneer een landschap een territorium wordt, want daarin kun je ronddwalen. Maar naast dat geofysieke hoop ik natuurlijk ook iets aan te raken dat dieper zit.
U hebt vaak beklemtoond dat de plekken die u fotografeert geen enkel belang hebben in de realiteit, dat het hun fotografische transformatie is die ze interessant maakt. Maar hoe herkent u zo'n potentieel interessante plek?
Fastenaekens: Er is een tijd geweest dat ik gewoon wachtte tot die fotografische transformatie zich voltrok, met mijn fototoestel als een magische doos die de realiteit transformeerde. Maar op een bepaald moment kom je er min of meer achter welke plekken meer geschikt zijn dan andere. Neem Site II, waarin ik het veranderende Brusselse straatbeeld onder de loep nam met haar grote bouwprojecten. Ik ben toen nooit iemand tegengekomen die daar speciaal naar kwam kijken. Maar eenmaal je zo'n plek hebt gefotografeerd, ontstaat er wel een beeldende, sculpturale kracht. Dat is de motor van mijn onderzoek. Anderzijds ben ik ook geen idioot en besef ik dat mijn werk beschrijvend is, en dus neem ik de cruciale momenten van zo'n bouwproces en de architectuur mee.
Hoe maakt u die plekken vervolgens interessanter dan ze eigenlijk zijn?
Fastenaekens: Er zijn twee manieren. Of het is een werk waarvoor je langere tijd verblijft op dezelfde plek, waar je je als het ware in onderdompelt. Dat deed ik voor Noces (1988-1996), mijn werk over het woud bij het beroemde Franse slagveld Chemin des Dames, waar duizenden lijken onder de grond zitten en men ongeordend bomen besloot te planten. Dat heeft geleid tot een grote theatraliteit die me meteen opviel. Door de anarchie van de vegetatie, welig tierend op de kloven van de vele obusinslagen, voel je haast dat je op een oorlogskerkhof staat. Er hangt een bedrukte sfeer, die je, als je er langere tijd doorbrengt, in je opneemt. Zo'n werk contrasteert natuurlijk met mijn projecten in de stad, zoals Nocturnes, waar ik het nachtelijke, urbane gevoel probeer te omklemmen. Door gebruik te maken van een lichte telelens kon ik een bepaalde (mysterieuze) kracht geven aan dingen die er niet per se zijn.
Brussel is vaak uw werkterrein geweest, enkele jaren geleden nog met het project Correspondance, waarin u de foto's op oude postkaarten confronteerde met hun huidige aanblik. Waarom is de hoofdstad zo'n interessant fotografisch laboratorium?
Fastenaekens: Toen ik de stad in de jaren 1980 begon te fotograferen, leek ze een beetje op Glasgow. Ze had haar lot nog niet in eigen handen genomen, hing ook nog af van het federale niveau. Er was nog niet nagedacht over het grootstedelijke gevoel, terwijl er toch al een chaotische energie aanwezig was. Dat gaf mij heel veel zin om te zeggen dat die chaotische energie ook een energie was. Brussel is geen museale stad zoals Parijs of Venetië. De stad is anti-autoritair. Je kunt je op elke hoek van een straat door iets laten kwetsen of choqueren, maar verzoen je je daarmee, en ga je dat als een tool beschouwen, dan biedt de stad enorm veel mogelijkheden voor een fotograaf.
De expo, die opgevat is als een parcours, sluit af met een video-installatie die, alhoewel opgenomen in Milaan, nu eens niet focust op een geografische plek maar op mensen.
Fastenaekens: Ja, ik vroeg hun om me aan te kijken. Ook op de momenten dat ze liever naar de grond of het plafond zouden staren, bleef de camera draaien. Een wreed spel eigenlijk. In de fotografie wacht men meestal tot het beslissende moment om af te drukken en dat toont men vervolgens. In mijn video's zie je dat moment ook, maar eveneens de momenten ervoor en erna. Zo ben je er getuige van dat mensen zich ongemakkelijk beginnen te voelen, blozen en denken 'Wat zit ik hier toch te doen?', terwijl ze op andere momenten de camera gewoon vergeten. Dat bevalt me bij zulke videoportretten: ze tonen de menselijkheid die in ons zit, maar ook het theatrale en de gêne. Concrete toekomstprojecten zijn er nog niet, maar de smaak om met video te werken heb ik alvast te pakken gekregen.
Gilbert Fastenaekens: In Silence
data: 5/2 > 29/3, wo > zo van 12 > 20.00
tickets: €4,5/5,5
waar: Botanique, Sint-Joost-ten-Node
Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Expo
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.