Hoe grillig kan een jaar lopen? 2018 opende voor open kunstenhuis Globe Aroma met een brutale inval en de arrestatie van zeven mensen, en wordt afgesloten met de Prijs voor Mensenrechten. Met artistiek directeur Els Rochette, nieuwkomer-kunstenaar Marie-Ange Sibi en kunstenaar Jozef Wouters spreken we over bouwen, dromen en weigeren stil te zijn.
“Wat ik wil onthouden van het afgelopen jaar?” vraagt Els Rochette, artistiek directeur van Globe Aroma. “De tournage van de clip voor ‘Tous des frères’, een lied geschreven door vijftien verschillende muzikanten, uit Guinee, Iran, Congo… Vier dagen lang hebben we heel veel figuranten over de vloer gekregen, mensen van vroegere projecten, kunstenaars van hier, we wilden er zoveel mogelijk volk bij betrekken. Het was ook een mooie boodschap... drie dagen voor de razzia.”
Op 9 februari vielen de federale politie en de FOD Financiën binnen in het open kunstenhuis. In de artistieke werk- en ontmoetingsplek, waar nieuwkomers ruimte, tijd en ondersteuning krijgen voor culturele uitwisselingsprojecten, werden zeven mensen gearresteerd. “Een koude douche,” vertelt Els Rochette. “Daar drong het besef door dat we in een bubbel leefden, dat de utopie die we hier willen creëren – samenleven, samen creëren – in scherven lag. De machteloosheid woog het zwaarst, het besef dat wij het niet zijn die beslissen hoe we samenleven, maar krachten boven ons.”
“Maar er was ook veel solidariteit. Er werd geprotesteerd voor het politiebureau, er was een actie aan het gesloten centrum, waar twee mensen opgesloten zaten. Vier maanden lang, in alle onzekerheid. Tot op de dag van vandaag hebben we geen antwoorden op onze vragen. We weten inmiddels wel dat de actie kaderde in het Kanaalplan, dat het een repressief antwoord was dat voortvloeide uit de aanslagen. Alles is sindsdien geoorloofd. Dat is ongelofelijk. Iedereen wil veiligheid, bovenal nieuwkomers. Maar repressie biedt geen antwoord, zal nooit leiden tot veiligheid.”
Onder constructie
“Je marche la tête haute, ça te dérange. Tu vois ça comme une faute. Manque d’humilité, attitude de supériorité. C’est ce que tu me dis pour le simple fait que j’ose vivre ma vie.” De woorden zijn te lezen op de eerste verdieping van Globe Aroma, waar tot 21 december de tentoonstelling Words! Words! Words! een eigen ‘Emotionele Verklaring van de Rechten van de Mens’ aanreikt. Ze komen uit Artikel 19 van Marie-Ange Sibi, een danseres en choreografe geboren in Ivoorkust, maar opgegroeid in Italië en door een Erasmus-uitwisseling bijna twee jaar geleden in België beland. “De dag van de razzia was ik er niet, godzijdank. Maar het heeft me wel geraakt.”
"Het is niet makkelijk, maar ik doe tenminste wat ik wil doen. Je m'en sors. Mijn vrijheid is mijn revolutie."
Voor Jozef Wouters, de scenograaf-kunstenaar die dit jaar met Underneath which rivers flow een project uit de grond stampt dat zijn Decoratelier in dialoog brengt met nieuwkomers-kunstenaars als Marie-Ange Sibi, viel de inval samen met zijn eerste week bij Globe Aroma. “Het had een week van ontmoetingen moeten zijn, maar het is er een van actie geworden. Dat was best moeilijk. Het was vanzelfsprekend dat ik me engageerde voor de open brief en de acties (onder de vlag #onealarmmanyvoices, ks). Maar ik voelde dat ik expertise ontbeerde om actie te voeren. Wat Decoratelier wel kan bieden is: snel dingen bouwen.”
Globe Aroma is een kwetsbaar bouwsel. Het doet verbindend werk waar tijd en vertrouwen voor nodig zijn. Maakt het huidige politieke klimaat het werken moeilijker?
Els Rochette: Vroeger hoefde je je niet verantwoorden omdat je werkte met sans-papiers. Dat is veranderd. Het migratiedebat maakt veel los, je hoort meer mensen spreken over ‘illegalen’, en de angst dat er morgen weer een inval kan gebeuren, is nog niet gaan liggen. Het is pijnlijk dat we nog altijd niet de oplossingen hebben om mensen te beschermen zoals we zouden willen.
Jozef Wouters: Het huidige politieke klimaat maakt onze groep en het werk dat we doen bijna automatisch politiek beladen. Op zich is het niet slecht om je als kunstenaar tot een aanwezige politieke realiteit te moeten verhouden. Aan de andere kant zou het ook heel droevig zijn als het vervolgens enkel daarover zou mogen gaan, alsof dat aan je lichaam kleeft. Daar verzet ik me tegen. Dit is ook geen project met vluchtelingen. De groep bestaat uit een achttiental zeer verschillende mensen met zeer verschillende verhalen die zich niet laten samenvatten in een paar termen. Er zijn veel meer woorden nodig om deze groep te benoemen. Om goed te kunnen werken, moeten we eerst het etiket uitwissen, de groep daarvan bevrijden, zodat er ruimte ontstaat voor andere verhalen.
Schuilt daarin de kracht van kunst?
Wouters: Ja, maar ook in het feit dat je pas vindt waarover je wilt spreken terwijl je aan het maken bent. Er zijn niet veel disciplines die daartoe in staat zijn: je verenigt je en je begint te bouwen, en gaandeweg nader je het onderwerp van wat je bouwt. Wat is voor deze groep, dit jaar, in deze ruimte, in deze stad, het onderwerp dat verschijnt? Het is verbazend wat je dan krijgt.
Het is een spontane dialoog?
Wouters: Dat is de droom: dat de constructie de dialoog is, dat er geen verschil is tussen bouwen en spreken.
Rochette: Dat is ook de deal die Globe Aroma heeft met de kunstenaar: dat we een groep zoeken die geïnteresseerd is door iets wat in het begin heel flou is, maar dat de kunstenaar met de groep werkt die hij krijgt. Het is nooit een casting. Door dialoog en uitwisseling komen er dingen naar boven.
Schaduwkant
Underneath which rivers flow haakt, concreter, in op het Kanaalplan dat de buurt rond het kanaal grondig zal vernieuwen, waaronder een park in de Heyvaertwijk op de plek van het huidige Decoratelier. In maart zal er tijdens Performatik eerst nog een ander park te zien zijn: “een park waarin herinnering en verbeelding door elkaar lopen” verwoordt Jozef Wouters het, “een geheime tuin”, “vol wormgaten naar onvermoede werelden.”
“De enige vraag die voorafging aan het bouwen,” verduidelijkt hij, “was: is het mogelijk om een constructie te maken zonder plan? Zo zouden we de architectuur bekritiseren, heel het idee van city planning. En dat doen we met de bijdrage van twintig mensen tegelijk, in de schoot van een organisatie die je tijd en ruimte geeft om dat te doen. Samenwerking is sowieso een essentieel onderdeel van mijn praktijk, in die zin is dit project niet anders dan een samenwerking met Meg Stuart (bij wiens Damaged Goods Jozef Wouters autonoom artist-in-residence is, ks).
Hoe werk je planloos samen?
Wouters: Wel, idealiter begint dat met veel dingen die nog ongekend zijn, die niet werken of gaandeweg veranderen… zaken waarmee architectuur en city planning vaak niet goed om kunnen. Daarom ben ik scenograaf geworden. Zodat ik snel en zoekend kan bouwen. Aan een project werken terwijl je er steeds minder van begrijpt. Dat is een begeerlijke staat. Er zijn ondertussen dingen die in de geheime tuin gebouwd worden, waarvan ik me afvraag hoe ze daar nu komen. Bialetti-espressomachines bijvoorbeeld. (Lacht)
Hoe heb jij de samenwerking ervaren, Marie-Ange?
Marie-Ange Sibi: Jozef zegt dat je die politieke kant moet vergeten. Voor mij is dat niet mogelijk. Omdat ik aan de andere kant sta. Alleen al het feit dat de workshop wordt geleid door een blanke en dat de meeste deelnemers niet-blanken zijn die hier via verschillende migratietrajecten zijn terechtgekomen, is politiek. Dat ik buiten het systeem sta als sans-papiers vind ik een groot onrecht. Wat is de Europese Unie? Wanneer ben je een Europese burger? Ik heb bijna mijn hele leven in Europa geleefd, ik spreek vier Europese talen. Wie is er meer Europees dan ik? Die stress raak je niet kwijt.
Wouters: Is dat waarom jij als een van de weinigen ervoor kiest om iets te zeggen over de toekomst van de buurt? Je komt blijkbaar niet om iets te vergeten, maar om iets te zeggen?
Sibi: Ja, het is wat triest om het zo te zeggen, maar ik ben een geprivilegieerde sans-papiers. Onze samenleving deint steeds meer uit naar beneden, en in die laagtes zit ik dan toch een tikje hoger. (Lacht wrang) Mijn situatie is minder erg dan die van sommige anderen. Misschien omdat ik ben opgegroeid in Europa en ik daardoor bepaalde mechanismen makkelijker vat dan mensen die zijn opgegroeid in een ander continent. Ik heb de sleutels om me te beredderen.
Revolutie
“In het leven moet je ook oog hebben voor wie onder je zit, hun vragen mag je niet vergeten,” beklemtoont Marie-Ange Sibi. “Daarom probeer ik de ogen te openen van mensen hier. Verwacht niets van iemand anders, want je blijft achter met niets. We leven in een systeem dat je oppeuzelt, dat leeft van je lijden. Mensen denken misschien dat als je je hier goed gedraagt, je iets zal krijgen. Dat is de utopische wereld waar Els over sprak, maar zo werkt het niet.”
“Als Brusselaar moet je beseffen wat voor een rijkdom Marie-Ange met haar kritische kijk voor deze stad is,” vertelt Jozef Wouters. “Ook voor mij is het oncomfortabel om te horen dat ik de meest geprivilegieerde ben van de groep. En dat dat politiek is en problematisch. Maar dat is waarom ik dit gesprek aanga. Ik doe dit niet om te zeggen dat alles goed gaat.”
Wat zocht je precies in het project, Marie-Ange?
Sibi: Wat mij interesseerde in Jozefs project, en dat is misschien de geograaf in mij die spreekt, was het gebruik van de ruimte. Alleen al mijn aanwezigheid hier is politiek. Mijn aanwezigheid als vrouw, als zwarte vrouw, als sans-papiers, in een artistiek milieu, in om het even welke ruimte. In die hoedanigheid ben ik onzichtbaar.
Maakt kunst zichtbaar?
Sibi: Het is een manier om te tonen dat bepaalde mensen bestaan. Kunstenaar en publiek erkennen elkaar. Ik besta, maar tegelijk ook niet. Ik ben niet regulier in Italië, ik ben niet regulier in België. Maar ik besta, ik ben hier in Globe Aroma, mijn foto hangt zelfs in de hal. (Lacht) Ik dans, ik ga naar lezingen en musea. Ik heb de mogelijkheid gegrepen om zichtbaar te zijn. Het is niet makkelijk, maar ik doe tenminste wat ik wil doen en ik knoop de eindjes aan elkaar. Je m’en sors. Mijn vrijheid is mijn revolutie.
Ruimtereis
“Mijn eerste zorg is niet de hele tijd denken aan het feit dat ik een sans-papiers ben,” vertelt Marie-Ange Sibi. “Dit is een wereld waarin mensen willen dat je stil blijft, niet te veel lawaai maakt. Dat kruipt in je hoofd: ‘Wat kan ik doen? Ik ben een sans-papiers.’ Dat maakt me razend. Nee! Als je zo denkt, dan hebben de mensen die je in deze situatie hebben gestoken, gelijk. Ik ben een sans-papiers, maar ik wil mezelf zo niet zien. Nee zeggen, dat is mijn kleine vorm van verzet.”
"Dat is de droom: dat de constructie de dialoog is, dat er geen verschil is tussen bouwen en spreken."
“Voici ma force, ma résistance, ma résilience,” klinken de laatste verzen van Artikel 19 van de ‘Emotionele Verklaring van de Rechten van de Mens’ op. De woorden van Marie-Ange Sibi hakken erin. “Ik probeer te begrijpen wat de stad betekent voor anderen,” vertelt Jozef Wouters. “Voor mij voelde de publieke ruimte van Brussel altijd aan als een park, waar ik heel goed in gedijde. Ik besef nu beter hoe eenzijdig die blik is, dat die publieke ruimte er niet is voor iedereen. Mensen kunnen ook een gesloten ruimte verkiezen, met muren en een dak, die geheim is. De ruimte is dingen bouwen, het is een manier om te communiceren.”
En dat loopt niet altijd vlekkeloos?
Wouters: Weet je, er zitten veel kosmische metaforen in dit project. Dat is begonnen toen ik tijdens onze eerste ontmoeting sprak over “de ruimte”. Toen mensen plots planeten begonnen te tekenen, ontdekten we dat dat woord door de vertaler was getransformeerd tot “het heelal”. (Lacht) Dat idee vond ik geweldig, dat wat gezegd wordt van betekenis verandert, en we zijn daar op verder gegaan. Die kosmische bewegingen en constellaties gebruiken we nu als nieuwe metaforen waar we ongebreideld gebruik van kunnen maken. Zwarte gaten, de zon… het zijn nieuwe manieren om over een groep en een ruimte te spreken.
Een welkome nieuwe manier om dit jaar over Globe Aroma te spreken, was de Prijs voor Mensenrechten die jullie op 8 december van de Liga voor Mensenrechten kregen.
Rochette: Die prijs zou niet mogen bestaan, maar het was een mooie beloning, ja. Het is een manier om mensen die, zoals Marie-Ange zegt, onzichtbaar zijn, zichtbaarheid te geven. Om te spreken over al het talent dat hier wordt weggegooid. Daar zou de kunstensector in Brussel sterker moeten wegen: al die verschillende talenten zichtbaar maken. De dialoog aangaan met al die andere benaderingen van kunst, de canon in vraag stellen en die personen daarbij betrekken. Als er op dat niveau geen ontmoeting is, kan je de sector nooit interculturaliseren. Als artistieke organisatie heb je een rol te spelen voor de mensenrechten. Alleen moeten we dat meer doen.
GLOBE AROMA. Moutstraat 26 rue de la Braie, Brussel/Bruxelles
BXL marks the spot
Onze hoofdstad werd het voorbije jaar artistiek niet alleen op de kaart gezet door een arsenaal aan relevante kunstenaars, maar ook door heel wat (nieuwe) culturele hotspots. In onze eindejaarsspecial zoomen we in op zes van die creatieve broeihaarden. Bekijk ze op onderstaande kaart.
Lees meer over: Brussel-Stad , Expo , culture , eindejaarslijstjes , Globe Aroma
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.