Laureaat Freek Wambacq over de Prijs Jonge Belgische Schilderkunst
De Prijs Jonge Belgische Schilderkunst promoot sinds 1950 jong talent uit de beeldende kunstensector in België. Onder de vroegere laureaten van deze Belgische evenknie van de Britse Turner Prize figureren onder meer Pierre Alechinsky, Ann Veronica Janssens, Raoul De Keyser, Marie-Jo Lafontaine en Hans Op de Beeck.
De internationale jury van het tweejaarlijkse evenement selecteerde uit 276 ingezonden dossiers tien kandidaten. Die realiseerden allen een nieuw werk dat tentoongesteld wordt in het Paleis voor Schone Kunsten, en dat in aanmerking kwam voor vier prijzen.
De jury toonde zich onder de indruk van de algemene kwaliteit van de projecten (in 2007 werd de Prijs niet toegekend omdat de jury de kwaliteit ondermaats vond). De juryleden besloten unaniem om de eerste prijs - de Prijs Jonge Belgische Schilderkunst-Crowet (€25.000) - uit te reiken aan Kelly Schacht (1983).
Schacht werkt in Gent. Haar minimalistische installatie Tour d'horizon bestaat uit drie blanco schermen die door enkele figuranten aandachtig worden bekeken: een reflectie over het waarnemen van kunst in een museumruimte.
Drie van de vier geselecteerde Brusselse kunstenaars gingen met de drie andere prijzen lopen. Pieterjan Ginckels kreeg de Prijs Paleis voor Schone Kunsten (€12.5000) voor zijn 'wielerinstallatie' Piste die geluid, video en 'performance' combineert. De in Brussel werkende Canadees David Catherall deelt de Prijs Émile en Stéphy Langui met de Antwerpse Nederlander Paul Hendrikse (recent resident bij Wiels).
De kunstenaar die de Prijs ING (€12.500) won, is Brusselaar Freek Wambacq. Van hem is deze maand toevallig ook werk te zien in Galerie Baronian-Francey (opening 9 juni, www.baronianfrancey.com) en op de groepstentoonstelling Freestate in Oostende die op 25 juni wordt geopend (www.free-state.be).
Gipsen kopieën
Freek Wambacq (1978) studeerde in 2000 af aan Sint-Lukas Brussel en heeft hier nog altijd zijn studio. Achter zijn sculpturen en installaties - vaak constellaties van objets trouvés en eigen creaties - gaan op een subtiele, bijna stilzwijgende manier originele concepten, sociologische commentaren, kunsthistorische referenties en humoristische ongerijmdheden schuil. Die zijn meestal het resultaat van een grondig onderzoek. Wambacq had pas nog een solotentoonstelling in Museum M in Leuven en werkt nu ook nog af en toe in Berlijn, waar hij in residentie was dankzij het Internationale Studioprogramma van het Künstlerhaus Bethanien. Het project De omgekeerde wereld dat hij instuurde voor de Prijs Jonge Belgische Schilderkunst, heeft hij deels in Berlijn ontwikkeld.
Wambacq toont zich opgetogen met zijn selectie en zijn prijs: "Het is een hele eer en een erkenning. Dit is een belangrijke wedstrijd, het werk van de tien kandidaten heeft ook een hele mooie tentoonstelling opgeleverd." Blij ook met de centen? "Ja, zeker? (Lacht) Ik ga het investeren in nieuw werk en in het atelier."
De jury bekroonde Wambacq 'voor zijn creatieve proces waarbij hij de schilders-traditie in vraag stelt met een installatie die geschiedenis, herinneringen, vertellingen en beeldproducties omvat, alsook voor het specifieke beeldende aspect van zijn werk.'
Hoe ontstond De omgekeerde wereld? "Mijn vertrekpunt voor dit project waren centsprenten," zegt Freek Wambacq. "Dat zijn populaire prenten die vroeger op grote oplagen werden geproduceerd en voor enkele centen werden verkocht. Je had er met een educatieve of politieke functie die bijvoorbeeld grote veldslagen afbeeldden. Een andere soort onder de noemer 'De omgekeerde wereld' was eerder ludiek. Daarop stelde men voor hoe de wereld er zou uitzien als de plaats in de hiërarchie tussen mensen onderling, tussen mens en natuur, of tussen mensen en voorwerpen zou worden omgedraaid. Op die manier formuleerden die prenten ook een soort maatschappijkritiek, hoewel het natuurlijk geen grote kunstwerken waren. Op de tentoonstelling toon ik fotokopieën van zulke prenten: een procedé dat aansluit bij de populaire drukken van toen. Beschilderde reclamefolders verwijzen naar de nonchalante manier waarop de prenten werden ingekleurd. Dat alles confronteer ik met materialen en gebruiksvoorwerpen die naar kunst verwijzen: vellen koper, linoleum, hout en een kleine drukpers. In het tonen van het materiaal dat gebruikt wordt voor kunstproductie zit ook een omkering."
Tot het ensemble behoren daarnaast nog gipsen kopieën van antieke objecten zoals een fluit, een drinkschaal, een armband of een steen van een bijl uit de prehistorie. De presentatie in het PSK is overigens maar een onderdeel van een groter project, waarvan een ander deel te zien zal zijn op de tentoonstelling Family plot in Galerie Baronian-Francey.
Plastechniek
Wie de komende zomer in Oostende passeert kan op Freestate een werk zien dat de kunstenaar eerder in Leuven toonde, Lester taking the piss out of Hammons. Wambacq: "Die installatie bevat een muurschildering gemaakt met een brandblusser - een anti-esthetische techniek uit de graffiti die ook wel eens de 'pissing technique' wordt genoemd. Daarnaast prijkt een foto van de kunstenaar Gabriel Lester die in de hoek van een gebouw staat bij een grote natte vlek. Het lijkt alsof hij die geplast heeft, al gaat het om een enorme vlek. Het geheel is ook een verwijzing naar het werk Pissed off van de Amerikaan David Hammons, die in 1981 in New York op een sculptuur van Richard Serra urineerde om ze zich toe te eigenen."
Net als graffiti kun je het urineren zien als een gratuite handtekening, de reden waarom Wambacq het werk wel vond passen op een 'toeristische' groepstentoonstelling als Freestate, waar kunst soms gereduceerd dreigt te worden tot een serie interventies van een aantal kunstenaarsnamen.
openingsuren: maandag > vrijdag van 10.00 > 18.00 uur - donderdag tot 21.00 uur
tickets: gratis
Lees meer over: Brussel-Stad , Expo
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.