Zuidoost-Azië uit de schaduw in vernieuwde zalen KMKG
'E en uitgebreide collectie hebben we niet van alle landen uit dit uitgestrekte gebied: Vietnam, Laos, Cambodja, Thailand, Myanmar (Birma), Indonesië. Maar wat we hebben, is heel typerend en zeer, zeer fijn," zegt conservator Miriam Lambrecht enthousiast.
Dat 'niet uitgebreid' geldt alvast niet voor Vietnam. "De collectie keramiek van voor de vijftiende eeuw is de grootste ter wereld buiten Vietnam. De stukken werden door de Belgische amateurarcheoloog Clément Huet opgegraven tussen 1912 en 1938 en in de jaren 1950 door de KMKG aangekocht."
Moessongroen
"Voor de nieuwe inrichting ben ik niet willen vertrekken van een of andere algemene visie, waar de stukken dan maar moesten inpassen, maar van de collectie zelf," legt Lambrecht uit.
Ook de scenografie, van Winston Spriet (van onder meer het Hergé Museum) in samenwerking met de technische en museologische equipes van het museum, dringt zich niet op.
De glansrol is voor de objecten. Zo zijn er ook stukken die eens niet achter glas zitten, maar open en bloot op grote, ellipsvormige sokkels met bamboelatjes staan, zoals de antieke schaalmodellen van Indonesische huizen en de bronzen keteltrommels uit Vietnam. Verder is er een nieuwe vitrinekast met een van de nieuwe aanwinsten, een gelakte boeddha uit Vietnam.
De overige vitrinekasten uit de jaren 1900, 1970 en 1990 werden gerecupereerd, een interessante tijdlijn op zich. Door ze te patineren en rode en 'moessongroene' achtergrondkleuren te geven, wordt er een homogene en warme sfeer geschapen. "Warmte was de leidraad, omwille van de warme cultuur door het boeddhisme dat overal doordrong, terwijl lokale karakteristieken behouden bleven."
"Van historisch belang zijn onze sculpturen uit het Khmer-koninkrijk (Cambodja), die in de jaren 1930 werden opgegraven en in ruil voor financiële steun daarbij aan onze musea werden geschonken. In het museumarchief zit een brief aan de hoofdconservator met de vraag of hij wat meer, maar minderwaardig materiaal, dan wel minder maar eersterangsmateriaal wou. Hij koos voor eersterangsbeelden."
Typisch voor Thailand en Birma is het pronkerige lakwerk waarmee kasten en schalen bekleed werden, soms zelfs in schitterend parelmoer. De zalen zijn op verschillende plaatsen verbonden zodat je je gemakkelijk kunt laten leiden door je gevoel: tribale voorwerpen, handvatten van dolken in gestileerde garouda's, mythische wezens uit het hindoeïsme, een oorring van een koppensneller, gemaakt van een vogelbek. Er wordt uitgelegd hoe de verschillende soorten boeddhisme een andere iconografie opleveren, en ook het proces van batikken wordt stap voor stap aanschouwelijk gemaakt, zodat je begint te begrijpen waarom batiktextiel zo duur is. Het pruimen of kauwen van betelblad wordt uitgelegd bij de daarbij gebruikte recipiënten en instrumenten. "Toen de eerste westerlingen zagen hoe daarbij iets roods, van de rode arecanoot, werd uitgespuwd, dachten ze dat het bloed was."
Ketelmuziek en gamelan
De Vietnamese keteltrommels werden gebruikt bij rituelen, maar ook om op te roepen tot het gevecht. De Vietnamezen hebben zoveel gevochten dat het een wonder mag heten dat er nog zoveel intact porselein tot ons is gekomen.
"Keramiek is heel belangrijk in Vietnam, en voor het museum een uitgangspunt om politieke en sociale contexten te schetsen. Na de onafhankelijkheidsstrijd, bij het ontstaan van de eerste Vietnamese dynastie van de Ly, begin elfde eeuw, werd het boeddhisme staatsgodsdienst en zien we lotusbloemen op het vaatwerk verschijnen. De expressieve schilderstijl op de pot met vis en garnaal in steengoed kan men bekijken als een aspect van het zoeken naar een culturele identiteit. Het felle blauw-witte porselein komt uit de verzameling van de oudste zoon van de laatste Vietnamese keizer. Het werd in China op bestelling gemaakt met Vietnamees design."
In het laatste zaaltje zijn maskers te zien van het danstheater. "Er was maar één acteur die het woord nam, urenlang, begeleid door het gamelanorkest met traditionele Javaanse muziekinstrumenten. Wie een masker ophad, kon niet spreken, want hij hield het masker tussen zijn tanden gekneld." De bezoeker kan een schimmen- of schaduwtheater activeren en zich vergapen aan de poppen in hout of leer. De wayang kulit-poppen ('leren schaduw') zijn erg geraffineerd. "Mooi, hé," zegt de conservator. "Maar je moet de tijd nemen om te dromen."
Openingsweekend op 2 en 3 oktober, gratis toegang tot de KMKG (Jubelparkmuseum).
Gezinsdag Zuidoost-Azië op 6 maart 2011
Lees meer over: Brussel-Stad , Expo
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.