Een posterboy à la James Dean of Johnny Depp was Philip Seymour Hoffman niet. Maar de begin dit jaar overleden Hollywoodacteur kon als geen ander memorabele personages, excentriekelingen én losers spelen waar veel dreiging of eenzaamheid van uitging. Cinematek brengt een hulde met een greep uit zijn films.
Cinematek brengt hulde aan Philip Seymour Hoffman
Hoffman (46) werd zondag 2 februari dood in zijn appartement in Greenwich Village aangetroffen met een naald in zijn arm. Hoewel hij zijn problemen met drugs nooit voor de buitenwereld verstopt had, sloeg zijn dood de wereld met verstomming.
Hoffman had in verschillende interviews gesproken over zijn drugsverslaving als jonge acteur van tweeëntwintig in New York. ‘Van drugs tot alcohol, alles wat ik in mijn handen kon krijgen… ik vond het allemaal even lekker’, aldus Hoffman. Maar na twee ontwenningskuren in een afkickkliniek, waarvan de laatste vorig jaar in mei, dacht iedereen dat Hoffman clean was en dat hij de heroïne afgezworen had.
Hoffman mocht dan nog in Sidney Lumets folterende melodrama Before the Devil Knows You’re Dead (2007) een verslaafde spelen die een heroïnedealer vermoordt, de aantrekkingskracht van het goedje – volgens Hoffman was hij via pijnstillers weer bij de heroïne terechtgekomen – bleek te sterk. Zijn plotse dood maakte een einde aan een carrière die nu al opmerkelijk was met vier Oscarnominaties waarbij hij een keer het beeldje verzilverde (voor de rol van de schrijver Truman Capote in de biopic Capote).
Kijk naar me
Voor de in 1967 in Faymour, New York geboren Hoffman – een blonde kop op een plomp, mollig lijf - begon het allemaal in de jaren negentig met een rol in de tv-serie Law & Order. In een necrologiestuk dat in The New Yorker verscheen, verwoordt Anthony Lane de explosieve verschijning van Hoffman in die reeks zo: “Hoffman wees naar zijn eigen gezicht en schreeuwde: ‘Look at me!’ De scène werd verder gespeeld […] maar de instructie was ondubbelzinnig gegeven en vanaf dat moment, tot en met zondag 2 februari 2014, gehoorzaamden we. Philip Seymour Hoffman zei ons dat we moesten kijken en dat deden we.’
De door het theater gevormde Hoffman vertolkte eerst rollen in indies als Boogie Nights (1997) en Happiness (1998). In die laatste film, een cynische en misantropische dramady van Todd Solondz, zie je een aangrijpende Hoffman in het soort rol dat zijn handelsmerk zou worden: dat van de eenzame, wanhopige en pathetische neuroticus, in dit geval een gefrustreerde computernerd die zich afrukt tijdens telefoongesprekken met vreemdelingen of die masturbeert bij de foto’s van tienermagazines.
In de cultklassieker The Big Lebowski (1997) is hij kort te zien als de koele maar vleierige persoonlijke assistent van het titelpersonage bij wie The Dude (Jeff Bridges) op bezoek gaat om een vergoeding te krijgen voor zijn beschadigd tapijt. Meteen krijg je de andere memorabele acteurskant van Hoffman te zien waarvoor hij vaak gekozen werd: dat van de beheerste die een kille autoriteit uitstraalt.
Ook in Anthony Minghella’s adaptatie van Patricia Highsmiths The Talented Mr. Ripley (1999) kom je een allesbehalve onschuldige Hoffman tegen. ‘Tommy, how’s the peeping?’, vraag hij half grinnikend als de snobistische Freddie Miles aan de toekomstige moordenaar Tom Ripley (Matt Damon) terwijl die laatste, aan boord van een jacht, zit te gluren hoe Jude Law Gwyneth Paltrow probeert te versieren.
Een charismatische meester
En mocht de homoseksuele dandy Truman Capote nog leven, hij zou waarschijnlijk de creeps krijgen van de verbluffende manier waarop Hoffman zijn ingestudeerde maniertjes, zijn soms flamboyante manier van kleden en dat ijle hoge stemmetje kopieert in Capote (2005), een fascinerende studie van de schrijver tijdens de research en het schrijven van In Cold Blood. Hoffman zit in bijna elke scène van de film en hij maakt er een schitterende performanceshow van.
Dat dubbele gezicht waar Hoffman gestalte aan geeft in Capote, tegelijk een charismatische manipulator en een sociale vreemdeling, kom je ook in Doubt (2008) tegen. In dat meeslepende mysteriedrama speelt Hoffman een van pedofilie beschuldigde priester - let op het intrigerende detail van zijn lange vingernagels - in een conservatieve school in de Bronx van 1964. Zijn tegenspeelster is Meryl Streep, in de rol van een gevreesde non, en hun confrontatie en machtsstrijd leveren heerlijke acteerduels op.
Maar of Hoffman nu in de huid kruipt van de legendarische muziekjournalist Lester Bengs zoals in de onderhoudende rock-’n-rollevocatie Almost Famous (2000), een van zijn zus vervreemde broer in het komische drama The Savages (2007) of een cynische CIA-agent in George Clooney’s politieke thrillerdrama The Ides of March (2011): Hoffman, hij zei ook niet nee tegen blockbusters zoals Mission: Impossible III, zal voor altijd geassocieerd worden met de cinema van Paul Thomas Anderson, de cineast die hem vrij vroeg in zijn carrière voor het eerst castte in meer zonderlinge maar daarom niet minder opmerkelijke rollen.
In Boogie Nights, een panoramische kijk op de Californische pornofilmindustrie van de jaren tachtig, wekt Hoffman nog medelijden op in een van zijn doorbraakrollen als de eenzame geluidsassistent Scotty - ‘I’m a fucking idiot’, snikt hij op nieuwjaarsavond terwijl hij moederziel alleen in zijn wagen zit. Maar in de buitengewone mozaïekfilm Magnolia (1999) weet Hoffman pas echt te ontroeren als Phil Parma, een zachtaardige en toegewijde verpleger die zich over de stervende Jason Robards ontfermt.
Zijn prachtigste vertolking in een Paul Thomas Anderson-film zette hij in The Master (2012) neer als Lancaster Dodd, de charismatische leider van een religieuze sekte. Anderson liet zich voor dit intense psychodrama over macht en verslaving inspireren door Scientology-stichter L. Ron Hubbard. Hoffman graaft echter vooral opnieuw diep in zichzelf, zoals altijd, om de vertwijfeling en waanzin van deze goeroe weer te geven waar een gefrustreerde WO II-veteraan (Joachim Phoenix) in de ban van geraakt.
En het is spijtig dat Cinematek geen kopie op de kop heeft kunnen tikken van Jack Goes Boating, het regiedebuut uit 2010 van Hoffman. In deze onconventionele romantische komedie is Hoffman te zien als een sociaal onhandige en door reggae geobsedeerde limousinechauffeur die voortdurend via zijn koptelefoon naar de Melodianshit The Rivers of Babylon luistert. De vrijheid waar de rasta’s in dat liedje over zingen, heeft Philip Seymour Hoffman anders uiteindelijk toch gevonden.
Cyclus: Philip Seymour Hoffman
data: > 31/8
waar: Cinematek, Brussel
Lees meer over: Film
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.