Claudel: ‘Soms creëren we de illusie gelukkig te zijn’

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
30/03/2011
Vorig weekend was Philippe Claudel nog een van de grote sterren op het Passa Porta Festival. Vandaag staat niet de schrijver in de schijnwerpers maar de filmregisseur. Met Tous les soleils belandt een opvolger voor het gewaardeerde Il y a longtemps que je t’aime in de bioscoop.

Weduwnaar Alessandro doceert barokke muziek met passie, heeft vrienden bij de vleet en probeert een modelvader te zijn voor zijn vijftienjarige dochter. Voor leven in de brouwerij zorgt een inwonende broer: een ongevaarlijke anarchist die politiek asiel aanvraagt omdat zijn geliefde Italië door Berlusconi mismeesterd wordt. Wanneer zijn dochter de liefde ontdekt, begint het Alessandro te dagen dat hij zelf vergeten is een liefdesleven op te bouwen. Ernstige koek, maar Claudel opteert voor een frivole toon in zijn tweede langspeelfilm.

U bent schrijver en regisseur. Waarom is Tous les soleils een film geworden en geen boek?
Philippe Claudel
: Daar heb ik zelfs niet over nagedacht. Het vertrekpunt was de goesting in cinema, de zin om een verhaal te vertellen met de middelen die voor film ter beschikking staan: acteurs, geluid, licht, kostuums, decors. In de literatuur beschik je slechts over woorden. Twee: ik denk niet dat ik in staat ben om een komische roman te schrijven. Ik heb ook geen zin om een verhaal te schrijven dat doet lachen. De literatuur is vooral thuis in de tragedie. Ik ken geen grote komische romans. Sommige laten je wel even lachen, maar in de grond zijn ze tragisch. Ik denk aan Reis naar het einde van de nacht van Céline of de sprookjes van Voltaire. Cinema en theater slagen er veel beter in om grappig te zijn zonder aan diepgang in te boeten.

Il y a longtemps que je t'aime deed het ook buiten Frankrijk erg goed. Wat met de druk om opnieuw zo'n ernstig drama te maken?
Claudel
: Daar houd ik geen rekening mee. Dat doe ik als schrijver ook niet. Toen mijn romans in Frankrijk en het buitenland aansloegen heb ik ook niet meer van hetzelfde geschreven. Mijn laatste roman (Het onderzoek, nr) is helemaal anders dan de vorige. Dat zal een deel van mijn lezers destabiliseren, maar dat geeft niet.
Nu weet ik ook wel dat ik een tweede film heb mogen maken omdat de eerste een succes was. Daardoor heb ik in totale vrijheid kunnen werken. Onderwerp, tonaliteit, acteurs: ik mocht alles zelf kiezen. Dat van die acteurs lag niet voor de hand. Schier onbekende acteurs vindt men een risico. Men verkiest namen om mee uit te pakken. Die had ik kunnen krijgen. Na het succes van Il y a longtemps que je t'aime kreeg ik aanbiedingen van Amerikaanse studio's en voorstellen om met internationale sterren te werken. Dat interesseerde me niet. Ik wou Stefano Accorsi en Neri Marcorè.

Mogen we Tous les soleils omschrijven als Il y a trop longtemps qu'il n'a plus aimé?
Claudel
: Dat houdt steek. De films hebben zaken gemeenschappelijk. Het gaat tweemaal over het verlies van iemand. Ik blijf maar worstelen met de vraag hoe je verder leeft wanneer je een dierbare hebt verloren, een kind of een echtgenoot. Wie of wat kan helpen?
Het verschil met Juliette (Il y a longtemps que je t'aime, nr) is dat Alessandro zich gelukkig waant. Het zijn de anderen die hem in een nieuwe relatie willen zien. Zelf meent hij een evenwicht te hebben gevonden. Zijn dochter, zijn broer, de vrienden, de job, het engagement in ziekenhuizen en het koor schenken hem veel voldoening. Hij beseft niet dat hij zichzelf voorliegt. Dat besef komt pas wanneer zijn dochter hem ontsnapt. Ze wordt groot, ze schrikt er niet voor terug om hem de waarheid te zeggen, ze ontdekt de liefde.

Dat is toch niet uniek? Hoeveel mensen zijn er niet minder gelukkig dan ze menen?
Claudel
: Dat is een levensvraagstuk. Het leven is kort en tegelijk lang en complex. Het vergt aanpassingen. Jezelf de hele tijd voorhouden dat je leven mislukt is, dat kun je niet volhouden. Daarom creëren we soms de illusie gelukkig te zijn. We zeggen tegen onszelf dat we het goed hebben en dat we een mooi leven leiden in een poging om onszelf daarvan te overtuigen. Het is héél moeilijk om de werkelijkheid onder ogen te komen als je liefdesleven niet geslaagd is en je job géén genoegdoening geeft. Alessandro is niet de enige die zichzelf ervan overtuigt het goed te hebben. Dat doen we allemaal wel eens.

Ik begrijp de dochter wel. Alleenstaande ouders die zich volledig wegcijferen voor hun kinderen beseffen niet altijd hoeveel druk ze op de schouders van hun kinderen leggen.
Claudel
: Mensen uit mijn omgeving waren een inspiratie. Daar kwam geen overlijden aan te pas maar scheidingen. Verschillende ouders hadden zichzelf de schuld gegeven en hadden vervolgens afgezien van een seksueel of relationeel privéleven om zich volledig aan de kinderen te wijden. Toen de kinderen het nest uit waren, kwamen ze als idioten alleen te staan. Bovendien zijn de kinderen daar niet altijd mee gediend. "Ik heb je toch niet gevraagd om alleen te blijven! Dat was jouw keuze!" Dat is een echt sociologisch probleem.

Een partner vinden is niet altijd gemakkelijk. Tous les soleils geeft daar een paar hilarische voorbeelden van.
Claudel
: Hoe vind je iemand? Voor twintigers is er genoeg jachtgebied: kotfuiven, avondjes uit met de vrienden en talloze andere gelegenheden om elkaar te besnuffelen. Het is onze bronsttijd. Maar hoe vind je op je veertigste of vijftigste als weduwe of weduwnaar of na een scheiding nog iemand? Alessandro's broer die al vijftien jaar het appartement niet uit komt,staat al vijftien jaar droog. (Lacht)
Er zijn periodes in het leven dat je durft. Een twintiger is niet bang om eens een blauwtje te lopen. Veertigers en vijftigers zien daar vreselijk tegenop. Alessandro weet niet meer hoe hij met de vrouwen moet omgaan. Hij is de gebruiksaanwijzing kwijt.

Waarom gaf u hem zo'n excentrieke broer?
Claudel
: Ik wou zoals gezegd een komedie met een ernstig onderwerp. Dat ernstige onderwerp was er vrij snel. Zoekend naar tegengewicht kwam ik terecht bij de broer: een fantast, een clown, een anarchist in badjas. Hij herinnert aan een type dat in veel Italiaanse komedies voorkomt: de ouwe rukker die bij een zus, broer of ouder inwoont. In I vitelloni van Fellini loopt er zo eentje rond. De badjas doet dan weer denken aan The Dude uit The big Lebowski. De zotte medehuurder uit Notting Hill is een ander voorbeeld. Ik heb het wel voor die narren. Ze zeggen waarheden op een karikaturale, zotte manier. Soms benijden we hun leven. Niet aan de sociale regels voldoen. Thuisblijven en niet meedoen aan de ratrace.

Voor mij was de verrassing van de film die prachtige Italiaanse volksmuziek.
Claudel
: Enkele jaren geleden kreeg ik een album cadeau met tarantella's. Ik was enorm onder de indruk en nam me voor om die muziek in een film te gebruiken: niet als achtergrondmuziek maar als een echt personage. Interessant aan de tarantella is het verhaal. Het is muziek uit het zuiden van Italië en ze komt voort uit het bijgeloof dat je in een suffe staat belandt als je gebeten wordt door een tarantula. Slechts met dans en muziek kun je van die beet genezen. Alessandro doceert over die muziek zonder te beseffen dat hij zelf door zo'n tarantula is gebeten. Daarnaast geef ik ook grif toe dat ik zoveel mogelijk mensen wil laten kennismaken met die prachtige muziek.

Tous les soleils is vanaf 30 maart te zien in UGC De Brouckère en UGC Gulden Vlies.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni