Vergis u niet in de titel. Filmregisseur Olivier Masset-Depasse behoort niet tot het slag volk dat over illegalen spreekt. Alsof een mens ooit illegaal kan zijn... Zijn titel is een veroordeling van de manier waarop de Belgische staat de mensen behandelt die geen toestemming krijgen om zich hier te vestigen.

Gek wordt de 14-jarige Ivan van zijn mama die na acht jaar Brussel nog steeds geen tram kan nemen zonder schichtig om zich heen te kijken. Was het maar paranoia. Tania loopt tegen de lamp en wordt opgesloten in een centrum dat als twee druppels water lijkt op het beruchte Repatriëringscentrum 127bis in Steenokkerzeel. Het verschil met een gevangenis lijkt niet groot, behalve dan dat er kinderen en onschuldigen rondlopen.

Er heilig van overtuigd dat haar zoon enkel in België een toekomst heeft, weigert Tania te praten. Ook wanneer ze met uitzetting bedreigd wordt. Haar Afrikaanse kamergenote is er meermaals in geslaagd om een gedwongen repatriëring te verijdelen. Dat maakt de politie zo kwaad dat ze haar mishandelen. Een scène in het vliegtuig roept akelige herinneringen op aan Sémira Adamu, de Nigeriaanse asielzoekster die door twee agenten met een kussen werd verstikt in 1998. Dat soort praktijken wil Masset-Depasse aan de kaak stellen.

Naar onze smaak gaat hij sporadisch te ver in zijn poging om de kijker op sleeptouw te nemen. Zo komt een song plots zeggen wat we moeten voelen. Dat was niet nodig. De vertolking van Anne Coesens is zo beklijvend dat je als kijker hoe dan ook betrokken bent.


Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film , Shop

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni