Twee jonge mannen met branie. Dat zijn Adil El Arbi (26) en Bilall Fallah (28). Een tijd terug wonnen ze een Wildcard, of 60.000 euro, bij het Vlaams Audiovisueel Fonds om een kortfilm te draaien. “Niks van,” zei het Belgisch-Marokkaanse regisseursduo. “Wij gaan voor een langspeler.” Nu is ‘Image’ klaar, een Brusselse stadsfilm over probleemjongeren, het Molenbeek van wijkrellen en het beeld dat de media ervan maakt. “Noem ons maar allochtonen. Politieke correctheid verlamt de discussie, het is onze grootste nachtmerrie.”
Image: 'Media hebben probleem met Belgische Marokkanen'
V oor het interview is er afgesproken in Daarkom, het Vlaams-Marokkaans Culturenhuis in de buurt van De Munt. Daarkom betekent ‘jullie huis’ en je voelt en ziet dat de filmmakers die elkaar op het Sint-Lukas leerden kennen, er thuis zijn. Een van de slotscènes van Image werd hier opgenomen. Heel het logistieke proces achter Black, hun nieuwe film over Brusselse jeugdbendes die al opgenomen is en die het duo momenteel aan het monteren is, gebeurde vanuit Daarkom.
Meer kleur in de Vlaamse film. Vrij vertaald: meer acteurs van vreemde afkomst op tv en in de films die hier gemaakt worden. Dat is het motto van El Arbi en Fallah, hun drive om films te maken. Samen met Nabil Mallat, de hoofdacteur uit Image, en zijn zakenpartner Chafic Amroui hebben ze het castingsbureau Hakouna! opgestart. Felix Van Groeningen, de regisseur van The Broken Circle Breakdown, vroeg hen om een stuk van zijn nieuwe film te casten. Stromae wist hen te vinden voor zijn nieuwe clip. “Toen we onze eerste kortfilm met Nabil draaiden, werkte hij in een kledingwinkel”, zegt El Arbi. “Nabil, voor ons is hij de nieuwe Matthias Schoenaerts, had geen acteerervaring maar nu speelt hij de hoofdrol in een langspeelfilm. De kans die hij gekregen heeft, moest hij ook aan anderen kunnen geven, vond hij. Samengevat: ga voor je dromen en talenten, grijp je kans en Hakouna! kan je helpen, ook al heb je geen cv als acteur.”
Hakouna! komt van ‘hakuna matata’ wat uit het Swahili vertaald zoveel wil zeggen als ‘maak je geen zorgen, wind je niet op’.
Toch is Image het soort film geworden dat tot verhitte discussies kan leiden. De honger, de wilskracht en de visuele punch waarmee deze stadskroniek annex mediaschets gemaakt is, is overweldigend. Maar de urgente feiten waarop de film gebaseerd is, de Brusselse probleemwijken en het beeld dat de media ervan maken, worden er opgeklopt in verwerkt. Met andere woorden: de film bevestigt de clichés en de stereotypen in plaats van dat er een genuanceerd inzicht geboden wordt in de leefwereld van de jongeren uit die gestigmatiseerde quartiers. “Het is nooit onze bedoeling geweest om die clichés te ontkrachten”, verduidelijkt El Arbi. “Integendeel, we hebben er juist radicaal voor gekozen. Je moet de waarheid geen geweld aan doen. In tegenstelling tot Nederland en Frankrijk bestaat er bij ons geen debatcultuur waarbij er ongegeneerd over probleemwijken met hangjongeren kan gediscussieerd worden. Ofwel ben je te links of te rechts en daardoor wordt het onderwerp ontweken. Wij dachten: ‘Fuck, we tonen het zoals het is.’ Met dat verschil dat we met empathie naar iemand kijken die je in een krantenartikel over misdaad in de grootstad alleen als Lahbib F. leert kennen.”
Voer voor polemiek
Image volgt Lahbib (Nabil Mallat), een zware jongen van Marokkaanse origine. Hij wordt de gids van Eva (Laura Verlinden), een ambitieuze maar ook naïeve journaliste die een diepgravende reportage over de probleemwijken wil maken. En hun wegen gaan alsmaar meer kruisen. Fallah: “In de loop van de film gaan de clichés die je over hen hebt, veranderen. De zware jongen Habib heeft ook een zachte kant en het karakter van de lieve en fragiele Eva krijgt een vrij harde ommezwaai. Maar je begrijpt Habib, je snapt zijn beweegredenen en hij wekt sympathie op. Je hebt empathie voor een personage waar je normaal afkeer voor zou hebben, het soort personage ook dat je niet in een Vlaamse film ziet.” Toch flirten sommige gewelddadige scènes met het sensationele of wordt het op het randje populistisch. El Arbi: “Als er geweld in de film moet zitten, moet dat zo hard mogelijk overkomen.” Fallah: “De films die ons geïnspireerd hebben, zijn die van Martin Scorsese, Quentin Tarantino en Oliver Stone. Het blijft cinema, hé. En ook Habib is het slachtoffer van beeldvorming. Niemand is daar immuun voor.”
Onlangs haalde een Limburgse school het nieuws omdat de schoolreis naar Brussel afzegd werd wegens te gevaarlijk – lees: de IS-dreiging. In Vlaanderen leeft het idee dat Brussel een gevaarlijke jungle is, de New Yorkse Bronx van de jaren zeventig. Is het dan niet ironisch dat net twee jonge filmmakers van Marokkaanse origine dat clichébeeld met hun film net versterken? “De negatieve beeldvorming van Brussel is het onderwerp,” aldus El Arbi. “Je kan Brussel dan niet als een paradijs voorstellen. Ik vind die opmerking wel frappant en voor mij bewijst het nog eens dat we de film nu moesten maken want het is nog altijd een issue. Ik hoop echt dat de film polemiek uitlokt en dat er een discussie komt. Onze film is ook een hommage aan La Haine, die rauwe banlieuefilm van Mathieu Kassovitz. We zoeken naar het cinematografische dat sensationeel is.”
Fallah preciseert: “We gaan inderdaad de confrontatie aan. Maar we tonen ook de oorzaak. De rellen in de film ontstaan omdat de media het nieuws lanceren dat er een moord gepleegd is door een Noord-Afrikaan. We hebben ons laten inspireren door de hetze die er ontstaan is na de moord op Joe Van Holsbeek. Toen werd ook eerst een Noord-Afrikaan verdacht.” De media, in de film allesbehalve een toonbeeld van journalistieke deontologie, als grote boeman dus, al wil El Arbi het niet zo zwart-wit zien. “Don’t hate the players, hate the game. Nieuws is een product geworden. De druk van de kijkcijfers is enorm. Als er niemand naar je ‘shit’ kijkt, wat moet je dan vertellen? Maar de media hebben een probleem met hun berichtgeving over Belgische Marokkanen. Of het is extreem negatief, of vals positief. Voor onze research hebben we een dag doorgebracht op de tv-redactie van een nieuwsprogramma. En we hebben zowel met journalisten van VTM als VRT gesproken en Fallah heeft voor tvbrussel gewerkt. Geloof ons: we hebben het allemaal gedowntuned. De realiteit is nog een stuk erger. Als we letterlijk zouden laten zien hoe het er op de redacties aan toegaat, dan zou iedereen pas zeggen dat we clichés en stereotypen gebruiken. Wat we gehoord en gezien hebben, hebben we subtiel proberen af te zwakken. We zijn er inderdaad gebotst op een stagairke dat er lekker uitzag, de speedy arrogante gast, de Marokkaan of allochtoon van dienst en de wat oudere journalist die diep wil graven. Zijn dat clichés? We tonen wat we gezien hebben. De meeste dialogen in de scènes op de tv-redactie, hebben we letterlijk van de werkvloer geplukt.”
Spike Lee
Fallah vervolgt: “De meeste redacties zijn ook gewoon blank. Het nieuws wordt door blanke ogen bekeken. Wat we gezien hebben, hebben we in een cinematografische vorm gegoten.” Is de film door die research en ervaring daarom nog meer een aanklacht in bulldozerstijl tegen de media geworden? “Bij onze eerste ruwe montageversie hadden we het gevoel dat we te braaf gedraaid hadden,” legt El Arbi uit. “We dachten: iedereen gaat zeggen dat we de braafste redactie aller tijden tonen. Maar als je nu zegt dat de redactie zoals we hem tonen een cliché is, vind ik dat een compliment. Nabil Ben Yadir, de regisseur van Les Barons én onze coach, was pissed off over de manier waarop wij de wijken tonen en hij vond dat we het redactieleven veel te positief voorstelden. We kloppen op de twee. En we tonen de negatieve kanten van Brussel maar we tonen ook onze liefde voor de stad. Kijk naar een film van Spike Lee zoals Do The Right Thing. De zwarten verkloten het erin. Maar het is complexer dan dat. Dat willen we laten zien.”
Maar toch: Image heeft meer weg van een film zoals Herman Verbeeck (Gène Bervoets), het op sensatie beluste journaalanker uit de film, hem zou willen zien dan onderzoekjournaliste Laura. “Dat is juist interessant en cool,” zegt El Arbi. “Jan Verheyen vond de film keilinks. ‘Jullie gaan gerecupereerd worden door alle linkse media en jullie gaan de grootste knuffelallochtonen worden die er ooit zijn geweest,’ klonk het. Film Fest Gent-artistiek directeur Patrick Duynslaegher vond het dan weer een superrechtse, bijna conservatieve, reactionaire film, op en top N-VA, alsof Vlaamse racisten hem zouden gemaakt hebben. Ik vind dat de max. Wij kunnen gedegouteerd geraken van zowel politiek correct links als uiterst rechts. Met Image hebben we gewoon onze frustraties van ons af gefilmd. ‘Check de film, check Image,’ dat is ons antwoord als iemand onze mening vraagt. Hoe je de film interpreteert, vertelt ook iets over jezelf als kijker.” En Fallah vervolgt: “Het coole aan Image is dat de film op verschillende manieren kan bekeken worden, juist omdat het thema zo gevoelig ligt.” El Arbi vat het al lachend met een oneliner samen: “We kiezen geen kant maar we zeggen wel, fuck jullie allemaal.”
Lees meer over: Film
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.