Interview met François Ozon over 'Potiche'
Mede dankzij het bezoek van diva Catherine Deneuve was Potiche een van de hoogtepunten van het voorbije filmfestival van Gent. Eerder had François Ozon zijn komedie al mogen voorstellen in de competitie van het festival van Venetië. Deneuve speelt voor acht. Ze transformeert in de film van bourgeois huisvrouw met niets om handen in directrice die tot afgrijzen van haar echtgenoot de touwtjes stevig in handen heeft. Ozon haalde de mosterd bij een dertig jaar oude boulevardklucht van Barillet en Grédy, de Amerikaanse screwball comedy, de Franse presidentsverkiezingen en zijn eigen 8 femmes.
Is de vrouw voor u een blijvende bron van inspiratie?
François Ozon: Die vraag wordt me vaak gesteld. Waarom krijgen regisseurs die het altijd over mannen hebben dezelfde vraag niet of veel minder? Is het zo buitengewoon om een film met en over vrouwen te draaien? Er zijn toch evenveel vrouwen als mannen? Het machismo blijft aanhouden. Wat goed dat ik Potiche gemaakt heb.
Ik werk graag met actrices. Als man vind ik het gemakkelijker om me op vrouwelijke personages te projecteren. Een grotere afstand dwingt me lucide te zijn én staat me toe om persoonlijker te zijn. Dat heb ik geleerd tijdens de opnames van Sous le sable. Charlotte Rampling was toen in de vijftig maar via haar personage kon ik zeer persoonlijke dingen kwijt.
Er zijn ongeveer zoveel mannen als vrouwen. Maar er zijn wel beduidend minder vrouwelijke heldinnen en verhalen over vrouwen.
Ozon: We leven in een patriarchale maatschappij. De vrouw is eeuwenlang opzij geschoven voor de man. Daar is verandering in gekomen. Over die verandering wou ik het in Potiche hebben. Wat gebeurt er als een vrouw de macht grijpt in een familiebedrijf? In het begin van de film stelt Suzanne Pujol vast dat haar plaats nergens is: niet in de keuken, niet in de fabriek, niet in nachtclub Badaboum. Op het einde van de film heeft ze haar plaats gevonden maar het evenwicht in de familie is verstoord. Vraag het een psycholoog of een socioloog: vrouwen aan de macht destabiliseren de maatschappij. Mannen die het al eeuwenlang gewoon zijn om het voor het zeggen te hebben, hebben schrik van een Suzanne Pujol. Mannen hebben een heel precieze taak- en rolomschrijving. Ze zijn van hun melk als daar verandering in komt, als zij plots eens voor de kinderen moeten zorgen of moeten koken.
Gebeurt de verandering niet snel genoeg naar uw zin?
Ozon: Ik vel geen moreel oordeel. Ik toon de verandering. Vrouwen en mannen zijn nog steeds niet volledig gelijk. Voor hetzelfde werk krijgen ze niet hetzelfde loon noch hetzelfde pensioen. Er is dus nog werk aan de winkel. Er is wel iets meer gelijkheid. In de film zit een reportage uit de oude doos met straatinterviews over het idee van een werkende vrouw. Veertig jaar later durft haast niemand zulke dingen nog te zeggen. Ik heb het dan even over onze regio. In de Maghreb en het Midden-Oosten liggen de zaken anders.
Vraag mij niet naar oplossingen. Ik ben een filmregisseur, geen politicus. Ik moet de maatschappij niet vertellen wat ze moet doen. Ik vertel verhalen.
Is het toeval dat de homofiele zoon zich het best aanpast aan de nieuwe situatie?
Ozon: Toeval bestaat niet. In het theaterstuk is het geen homo. Ik heb er dat van gemaakt. Gays zijn vaak gefascineerd door sterke vrouwen. Ze houden van actrices en politica's die stevig in hun schoenen staan. De fallische vrouw. Het is ook een knipoog naar jongens die van hun sterke moeder houden. Het personage van Jérémie Renier zegt letterlijk dat zijn mama de vrouw van zijn leven is. Voor de bakkersdochter heeft hij geen plaats, voor de jongens daarentegen...
Waarom situeert u de film eind jaren 1970?
Ozon: In de jaren 1970 veranderde het feminisme de maatschappij. Ik had dit verhaal ook nu kunnen situeren maar dan zou het geen komedie maar een drama geworden zijn. Al was het maar door de huidige economische crisis. De jaren 1970 brengen een afstand met zich mee en die biedt mogelijkheden tot humor. Dat laat toe om op een komische manier te zeggen dat de dingen nog niet zoveel veranderd zijn. Bovendien heb ik recent zware films gemaakt: ik was toe aan iets lichtvoetigers.
Met wie zou u gedraaid hebben als Deneuve voor Potiche bedankt had?
Ozon: In Amerika heb je Meryl Streep en in Engeland Helen Mirren. In Frankrijk zie ik niemand die Deneuve had kunnen vervangen.
Waarom koppelt u Deneuve voor de zoveelste keer aan Gérard Depardieu?
Ozon: Was je niet tevreden om hen terug samen te zien? Voor mij was Depardieu een evidentie. De kijker weet dat ze in films al vaker een koppel vormden en daar kan ik mee spelen. Dit is mijn eerbetoon aan een magisch filmkoppel. Plaats Depardieu en Deneuve samen voor de camera en er gebeurt iets, net zoals het vonkte tussen Spencer Tracy en Katharine Hepburn.
Potiche is voor een deel in Brussel gedraaid. Wat bracht u hiernaartoe?
Ozon: In Brussel vind je meer decors in de sfeer van de jaren 1970 dan in Parijs. Ik vond hier ook geschikte industriegebouwen en burgerhuizen. Ik was niet voor het eerst in Brussel. In Angel stelt Brussel het Engeland van het begin van de twintigste eeuw voor.
Niet in Parijs draaien heeft nog een voordeel: de groep blijft meer samen. In plaats van naar huis te gaan of het nachtleven in te duiken, ga je samen iets eten. Je vormt meer een gezelschap en dat komt de film ten goede.
Frankrijk schrikt wel van het soort oorlog tussen Vlamingen en Walen. In mijn ploeg zaten zowel Vlamingen als Walen en dat ging prima. Het is me wel opgevallen dat Vlamingen Frans praten maar Walen geen Vlaams. Daar mogen de Vlamingen over mopperen. Je voelt wel dat België een artificieel land is met twee sterke, culturele identiteiten. Anderzijds lijkt België me Europa in het klein. Vlamingen die voor Europa maar tegen België zijn, begrijp ik niet. En nu snoer ik mezelf de mond want ik ken de politieke situatie niet goed genoeg om er veel uitspraken over te doen.
Potiche is de tweede Ozon die dit jaar in de zalen komt. Le refuge ging over een zwangere junkie die niet klaar is voor het moederschap. U houdt van contrasten.
Ozon: Er is geen contradictie tussen Le refuge en Potiche. Ik hou van diversiteit. Ik weiger mezelf een etiket op te kleven. Ik val niet graag in herhaling.
Toch doe ik niet altijd wat ik wil. Er zijn best wel een paar films die ik niet van de grond gekregen heb. Dat voordeel hebben populaire komedies als 8 femmes en hopelijk straks Potiche wél: hun succes laat me toe om 'moeilijkere' films als Le temps qui reste of Ricky te draaien voor een minder breed publiek.
Zalen: Kinepolis, UGC De Brouckère, UGC Gulden Vlies/Toison d’Or
Lees meer over: Film
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.