Jérémy Clapin heeft met J’ai perdu mon corps een pakkende animatiefilm gemaakt die het genre uit zijn veel te krappe niche tilt. Het coming-of-ageverhaal van een hand die op zoek gaat naar zijn lichaam is alles behalve huiveringwekkend, maar zit vol poëtische metaforen over het leven.
Beloond met de Grote Prijs binnen de Semaine de la Critique op het Filmfestival van Cannes en met de Cristal voor de beste langspeelfilm op het animatiefilmfestival van Annecy is J’ai perdu mon corps nog voor de officiële Belgische release aan een internationale ereronde begonnen. De film is het voorlopige carrièrehoogtepunt voor Jérémy Clapin (45), maar liever ziet de Franse regisseur, die voordien enkel kortfilms uitbracht, het als een startpunt.
Het begon allemaal voor hem toen hij ging studeren aan de École nationale supérieure des Arts Décoratifs (EnsAD) in Parijs. “Het voordeel van die school was dat ze erg veelzijdig was," vertelt hij. "We leerden er zowel grafiek als illustratie- en animatietechnieken. Ik ben opgegroeid met wat ik te zien kreeg op Club Dorothée en via de grote studio’s als Pixar en DreamWorks. In deze pre-internettijden deed een schooluitstap naar het animatiefestival van Annecy mijn ogen opengaan. Door het kortfilmaanbod dat ik daar leerde kennen vond ik mijn roeping.
Nu blijken zijn kortfilms - Une histoire vertébrale (2004), Skhizein (2008) en Palmipedarium (2012) - slechts een opstapje geweest te zijn voor J’ai perdu mon corps, zijn eerste langspeelfilm. Acht jaar geleden gaf zijn producent hem het boek Happy hand van Guillaume Laurant, waarop zijn animatiefilm losjes gebaseerd is. “Het onuitgegeven standpunt van een hand, die op zoek gaat naar het lichaam dat hem verloren was, sprak me meteen aan. Als regisseur leek het me een enorme uitdaging om aan het werk te gaan met een ledemaat, dat haast een zelfstandig personage wordt met eigen gevoeligheden, maar toch vooral een gedeeld verleden heeft met zijn lichaam.”
Via puzzelstukjes, die zich voorzichtig laten leggen, komt zo langzaam een diepere gelaagdheid naar boven, over het lot en de belangrijke beslissingen die je neemt in het leven, over hoe je verleden je toekomst beïnvloedt en hoe je dat ook zelf in de hand hebt, over hoe we rouwen om een gemis en hunkeren naar verbinding.
“Ik zie mijn bekroning in Cannes als een belangrijk signaal voor de volwassen animatiefilm. Het ging tot mijn grote tevredenheid plots niet meer over techniek, maar over kwaliteit”
Wat was de grootste uitdaging om dit project op het goede spoor te zetten?
Jérémy Clapin: Het was vooral lastig om de financiën rond te krijgen. Ik kreeg de indruk dat niemand met mij en mijn producent in zee wilde. Zelf waren we overtuigd van de originaliteit, maar een afgehakte hand roept nu eenmaal weerstand op. Wij hadden het de hele tijd over poëzie, maar onze gesprekspartners zagen waarschijnlijk pure horror. Filmliefhebbers die het ijzingwekkende Thing uit The Addams Family kennen of The hand van Oliver Stone gezien hebben weten waar ik het over heb. (Lacht)
Ons opzet is helemaal anders. De titel geeft aan dat we vertrekken vanuit het gezichtspunt van de hand. Die is ontsnapt uit een laboratorium en gaat via vele hindernissen en flashbacks op zoek naar de rest van zijn lichaam. Dat blijkt Naoufel te zijn, een jongen die zijn leven helemaal omgegooid heeft omwille van een toevallige ontmoeting met een meisje, Bernadette. De zoektocht in het urbane Parijs is niet vanzelfsprekend. Er schuilt gevaar om elke hoek, waarmee ik wil zeggen dat de weg die we afleggen verdraaid lastig kan zijn.
Naoufel lijkt zijn lot te willen veranderen door in te grijpen in zijn leven. Hij wisselt van job om zijn droom na te jagen.
Clapin: Het idee daarachter is dat je zelf gelukkige ongelukken kan veroorzaken in je leven, en er zijn er heel wat in deze film. Als je helemaal niets doet, dan heb je gewoon veel minder kans om meester te worden over je eigen lotsbestemming. Om ergens te raken moet je af en toe accidenten uitlokken, eigen routines verstoren, eens iets onvoorziens doen. Het probleem van veel jongeren vandaag de dag is dat ze op een bepaald moment, als alles nog mogelijk is, niets doen, waarna ze later in een routine verzeilen die nog maar moeilijk te doorbreken is. Als de toekomst nog een wit blad is, kan je jezelf verliezen in al die mogelijkheden, maar ooit moet je weleens springen om jezelf terug te vinden.
Een van de zaken waar je nu waarschijnlijk het meest trots op bent, is dat door het succes van J’ai perdu mon corps een groter publiek de volwassen animatiefilm zal leren appreciëren als de auteursfilm die hij ook wil zijn?
Clapin: Klopt, animatiefilms zijn niet alleen tekenfilms voor kinderen. Ik was daar al van overtuigd toen ik dik twintig jaar geleden mijn studies afrondde. Het publiek en de filmmakers kan je eigenlijk weinig verwijten, want het is uiteindelijk de industrie die bepaalt wat er op de markt komt. Veel collega’s van me maakten erg knappe en inventieve kortfilms, maar eens ze over een langspeelfilm moesten beginnen onderhandelen met hun geldschieters lieten ze zich toch ompraten. Maar als je een auteursfilm maakt, dan moet je als auteur ook achter je eigen ideeën blijven staan.
Het komt er meestal op neer dat producenten bang zijn voor iets dat ze niet kennen. Maar lucht moet niet altijd blauw zijn, en personages moeten niet altijd lachen. Neem nu de scène bij de intercom van het appartementsgebouw waar Bernadette woont en Naoufel haar leert kennen. Die is erg statisch en duurt zeven minuten. Ik ben diep moeten gaan om die te behouden zoals ik ze voor ogen had. Maar nu word ik beloond voor mijn standvastigheid. Ik zie mijn bekroning in Cannes ook als een belangrijk signaal voor de volwassen animatiefilm. Het verschil met vroeger is dat iedereen het nu heeft over ‘de film’ in plaats van over ‘de animatiefilm’. Het ging tot mijn grote tevredenheid plots niet meer over techniek, maar over kwaliteit.
Alles gaat nu heel snel. Intussen is ook Netflix mee aan boord. Heeft dat je verbaasd?
Clapin: De snelheid wel. De deal met Netflix was op drie dagen rond. Ze hebben me opgezocht in Cannes en de rechten van de film gekocht voor de hele wereld, uitgezonderd enkele territoria zoals Frankrijk,de Benelux, China en Turkije. Het bijzondere is dat ze de film niet alleen op hun streamingdienst willen aanbieden, maar ook in geselecteerde zalen, en niet alleen als appetizer voor de Oscars. Toen ik mijn film aan het maken was, had ik nooit kunnen denken zo’n groot publiek te bereiken. Dat opent nieuwe perspectieven die me nu allemaal overvallen, maar me tegelijk heel erg bevallen. Bij Netflix merk ik ook een oprechte interesse om meer te investeren in de niche van de animatiefilm. Wie weet maakt dat ook andere grote spelers zoals Disney wakker.
Lees meer over: Film
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.