Actrice en cineaste Caroline Catz kruipt in The Myths And Legendary Tapes in de huid van elektronicacomponist Delia Derbyshire. Die ‘Moeder van de Progressieve Rock’ kreeg pas de voorbije jaren erkenning voor haar pionierswerk dat ooit werd getriggerd in Brussel.
| Caroline Catz als Delia Derbyshire in Delia Derbyshire: The Myths And Legendary.
Met een bezoek aan Expo 58 kreeg de interesse die de jonge Delia Derbyshire (1937-2001) al op jonge leeftijd koesterde voor experimentele geluiden een enorme boost. In het door Le Corbusier ontworpen Philips-paviljoen was ze getuige van Edgard Varèses compositie Poème Electronique. De dialoog tussen avant-gardistisch geluid en innovatieve architectuur, een totaalspektakel waarvoor 425 luidsprekers nodig waren, maakte een diepe indruk op de toen 21-jarige Britse.
“Misschien was die trip naar Brussel wel de trigger om de elektronische geluidstapijten te maken waar veel artiesten en bands later hun voordeel mee zouden doen,” zegt actrice en cineaste Caroline Catz. Je kan Catz kennen van haar rol als DI in de politieserie DCI Banks. Voor Delia Derbyshire: The Myths And Legendary Tapes kroop ze in de huid van de non-conformistische geluidspionier Derbyshire, die pas na haar dood erkenning kreeg.
Zowel The Chemical Brothers, Orbital en Portishead als hedendaagse ensembles als Kronos Quartet gingen met haar erfenis aan de slag. Intussen wordt Derbyshire zelfs geroemd als ‘Moeder van de Progressieve Rock’ omdat Pink Floyd ooit op studiobezoek kwam. Ze stuurde de groep door naar collega Peter Zinovieff die hen vertrouwd maakte met de befaamde VCS3-synthesiser. Het resultaat is te horen op The Dark Side Of The Moon. Recenter doken samples van haar werk op bij Luke Vibert, Meat Beat Manifesto, Die Antwoord, Madlib en Rosalía’s producer El Guincho.
“Was ze een man geweest, dan zou het werk van Derbyshire werk nooit zo lang onder de radar zijn gebleven”
“Delia was een natuurtalent: ze had eerst wiskunde en daarna muziek gestudeerd,” vertelt Katz. “De carrièreadviseur van Cambridge University sloeg tilt toen ze zei dat ze die twee wilde combineren. Aan de hand van de groove-modulatie op een elpee leidde ze af welk instrument waar gespeeld werd en legde ze de naald van de pick-up precies op de plek waar de trombones of de strijkers invielen.”
Luchtalarm als elektronicadoop
Die kennis was slechts een opstapje naar het ultieme doel. “Delia wilde geluiden creëren die nooit eerder in de wereld hadden bestaan. Dat kon volgens haar alleen maar bij de Radiophonic Workshop van de BBC, de enige plek waar met tapemanipulatie geëxperimenteerd werd. Eigenlijk mocht ze er maar drie maanden aan de slag blijven toen ze er in 1962 begon, want ‘luisteren naar die veel te hoge elektronische frequenties zou nefast kunnen zijn voor je brein en je gek kunnen maken’ (lacht).”
Dat is niet eens zo gek: haar openingsthema bij de populaire BBC-sciencefictionreeks Doctor Who had inderdaad wel bijzondere effecten, ook op Catz. Derbyshire maakte het in een wereld zonder synthesizers, met natuurlijke geluidsbronnen en elektronische oscillatoren. “Het werd haar bekendste werk en de soundtrack van mijn kindertijd,” zegt Catz, die zich vooral herinnert hoe doodsbenauwd ze van de muziek werd. “Net als al mijn leeftijdsgenootjes verstopte ik me achter de sofa, zo angstaanjagend was het. In vergelijking me de muziek vond ik de serie zelf altijd wat teleurstellen.”
Catz vroeg zich af waar de kracht vandaan kwam waarmee de componiste een hele generatie de stuipen op het lijf joeg. “Zelf verwees Delia in interviews naar de Duitse luchtbombardementen die ze als driejarig kind meemaakte in Coventry. Het alarm dat ze hoorde op weg naar de schuilkelders omschreef ze als haar eerste ervaring met elektronische muziek. Als kind weet je niet wat het precies betekent, maar de urgentie ervan voel je wel. Het lijkt alsof dat trauma haar werk mee heeft getekend. Ook de Latijnse gezangen die ze hoorde in de mis en waar ze geen woord van begreep, hadden een invloed op haar latere geluidsexperiment. De zoektocht naar het onbekende schrikte haar nooit af.”
Dat Derbyshire opgroeide in een wereld waarin vrouwen amper gewaardeerd werden voor hun creatieve werk liet ontegensprekelijk sporen na. “Haar ambitie was te groot voor haar tijd. Toen ze ging solliciteren bij Decca Records – nog voor haar BBC-carrière – kreeg ze te horen dat er geen vrouwen in de opnamestudio toegelaten waren. Ze mocht alleen ‘secretaressewerk’ doen, maar dat weigerde ze, natuurlijk.”
Leden van de Radiophonic Workshop werden bovendien niet beschouwd als muzikanten, of componisten. “De vakbonden waren tegen. Ze konden geen individueel auteurschap opeisen. Ondanks hun baanbrekende werk bleven het ‘studiotechnici’. Toen Delia aanvoelde dat de Workshop meer en meer een anoniem toeleveringsbedrijf werd voor radio- en tv-programma’s, zocht ze haar heil in andere projecten.”
“Ze zei altijd een postfeministe te zijn nog voor het feminisme was uitgevonden, en dat ze haar creativiteit pas ten volle kon aanspreken als de mannen in maatpak het gebouw verlaten hadden. Uiteindelijk stapte ze in 1973 op bij de BBC om een leven in de luwte te leiden op het platteland. Ja, ze dronk en was soms depressief, maar haar privéleven was complex.”
Tegelijk blijven er veel gaten in haar parcours. Zelfs voor mensen uit haar omgeving is ze altijd een enigma gebleven. In haar film probeert Katz daarom niet alleen de muziek in leven te houden, maar ook de mythe. “Conventionele biopics slagen er vaak niet in om tot de essentie van het creatieve proces van een artiest door te dringen. Daarom koos ik voor een subjectieve aanpak. Ik wilde dezelfde technieken gebruiken waarmee Delia haar muziek had vormgegeven.”
Dat Derbyshire pas elf jaar na haar dood de credits voor het Doctor Who-thema zou krijgen, blijft Catz verbijsteren. “Was ze een man geweest, dan zou haar werk nooit zo lang onder de radar zijn gebleven.” De cineaste duidt op studioprojecten als Unit Delta Plus en Kaleidophon, en albums als Electric Storm. Dat maakte ze in 1968 maakte met de band White Noise, haar baanbrekende musique concrète-project met David Vorhaus. “Of luister naar het verbluffende ‘The Dance from Noah’ – 153 bpm – dat ze in 1971 creëerde door te knippen en te plakken met magneetband. “Mensen dachten dat het een hoax was, maar ik heb de tapes met mijn eigen ogen gezien!”
Het tij lijkt echter gekeerd. Intussen zijn in haar geboortestad een straat en een festival naar haar genoemd, kwam ze samen met enkele onderbelichte generatiegenotes aan bod in de uitstekende docu Sisters with Transistors en maakte Cosey Fanni Tutti (zie ook Throbbing Gristle) voor de soundtrack van The Myths And Legendary Tapes avontuurlijke nieuwe soundscapes met lost tapes uit haar archief.
Delia Derbyshire: The Myths And Legendary Tapes,15/12, 20.00, AB Salon, www.abconcerts.be
Lees meer over: Brussel , Film , Caroline Catz , Delia Derbyshire , elektronica , progressieve rock
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.