Zo schofterig als het is om Brussel een hellhole te noemen, zo complex en genuanceerd is Hellhole van filmregisseur Bas Devos en director of photography Nicolas Karakatsanis, die vanaf woensdag draait. “In het begin haal je de schouders op als Brussel weer eens omschreven wordt als een no-gozone, maar op een bepaald moment is dat echt niet grappig meer.”
Herken je de hoek? Hier is cinemageschiedenis geschreven,” grijnst Nicolas Karakatsanis terwijl hij over het marmer wrijft van het BNP Paribas Fortis-gebouw op de hoek van de Broek- en de Kreupelenstraat. De hoek is een van de vele straathoeken die zijn camera traag aftast in Hellhole. Op het waarom van dat hoekige zal hij later antwoorden, eerst moet hij op de foto met de regisseur van de film: Bas Devos. Na het internationaal bejubelde Violet hebben de twee de krachten opnieuw gebundeld voor een langspeelfilm die er niet op uit is om te behagen maar om te bevragen: Hellhole. In een hoofdstad die nog niet bekomen is van de schok van de aanslagen van maart 2016 worstelen een Nederlandstalige huisarts (Willy Thomas), een Italiaanse tolk (Alba Rohrwacher) en een schooljongen (Hamza Belarbi) met de moeilijke vraag hoe het voor hen verder moet.
Tijdens de fotosessie wisselen regisseur en cameraman kwistig roddels, muziektips en weetjes over wasmachines voor vinyl uit. De goede luim kan aan hun vriendschap liggen, maar ook aan de wind die ze in de zeilen hebben. Bas Devos werd na debuutfilm Violet de Vlaamse Gus Van Sant genoemd, mocht Hellhole voorstellen op het Filmfestival van Berlijn en las in het Amerikaanse vakblad Variety dat hij een van dé in het oog te houden Europese talenten is. Nicolas Karakatsanis maakte in het binnenland naam met Rundskop en Le fidèle en in het buitenland met The drop, Triple 9 en I, Tonya. Hij kan elke moment uit bed gebeld worden voor een of twee “grote, buitenlandse fictieprojecten.” Na de foto verhuizen we naar de desolate Passage 44, waar Bas Devos ’s avonds zal filmen.
Hellhole komt uit wanneer de opnames van een nieuwe film nu al bezig zijn. Straffe kost.
BAS DEVOS: Hellhole was een lang en moeizaam proces. Ik had nood aan iets lichters. Op twee weken tijd heb ik een scenario geschreven. Producent Marc Goyens was enthousiast. We hebben een minimaal budget bij elkaar gesprokkeld en hebben parallel met de afwerking van Hellhole de productie opgestart. Resultaat: ik ben nu al aan het filmen.
Een titel heb ik nog niet. Ik kan pas titels verzinnen als de film af is. Het gaat over een Marokkaanse vrouw van rond de 60 die na haar werk in slaap valt op de metro. Ze ontwaakt aan de eindhalte, de laatste metro is al uitgereden en ze besluit naar huis te wandelen. Het is dus een roadmovie maar dan te voet. Haar nachtelijke wandeling door Brussel wordt een lichte vertelling vol humane, liefdevolle momenten tussen mensen.
Jullie kunnen duidelijk goed met elkaar opschieten, maar daarom is een samenwerking nog geen goed idee.
NICOLAS KARAKATSANIS: Dat klopt. Niet omdat Bas een vriendelijke mens is, trok een samenwerking mij aan, maar omdat hij een goede regisseur is. Aan zijn kortfilms was al te zien dat hij duidelijke standpunten durft in te nemen en geen tv-films wil fabriceren. Hij wil cinema maken. Daar heb ik een zwak voor. Negentig procent van de regisseurs denkt nog altijd in shot en tegenshot. Ze zoeken naar een standaardflow en zijn tevreden met een academisch product. Bas daarentegen zocht vanaf de eerste dag het avontuur op en denkt na over de beste vorm voor de vertelling. Het visuele aspect is van doorslaggevend belang. Bas is een van de weinige regisseurs die de uitdaging aangaat om er een audiovisuele ervaring van te maken en hij betrekt mij daarbij.
Jullie delen met andere woorden een geloof in cinema?
KARAKATSANIS: Cinema kan de voorhoede van het audiovisuele zijn, televisie niet. Televisie moet rekening houden met de grootste gemene deler. Cinema kán – maar moet niet – superniche zijn en vooroplopen in het ontdekken van nieuwe genres en ideeën. Televisie zal nooit Eraserhead voortbrengen, dat kan enkel cinema. Wie zijn de mensen die tv regisseren? Zelfs ik weet dat niet. Dat is een anonieme brij die aan een product werkt voor VTM, VRT of HBO.
DEVOS: Film is een gigantisch logge machine die veel geld kost, maar vreemd genoeg is het tegelijk ook een van de meest vrije plekken om beelden te maken. Met dank aan het subsidiesysteem geniet je een enorm grote vrijheid op een filmset. Er is ruimte voor experiment. Als je voor tv, reclame of games werkt, moet je met enorm veel factoren en meningen rekening houden. Het verbaast me dat zo weinig regisseurs dat zien. Ik wil beelden maken die in een filmzaal tot hun recht komen, geen beelden die je evengoed thuis op je computer kan bekijken. Film wordt een almaar marginaler medium, maar tegelijk wordt ook de vraag naar wat ons in de filmzaal brengt, almaar interessanter.
De aanslagen waren maar het zichtbare topje van de ijsberg. Hellhole gaat over wat zich onder water bevindt
Eind 2014 vertelde je ons dat Brussel de inspiratiebron was voor de opvolger van Violet. Je ging je buigen over de vraag wat het betekent om hier thuis te zijn. Dwongen de aanslagen van 2016 je om alles te herzien?
DEVOS: Daags na de aanslagen moest ik mijn film verdedigen voor de commissie van het Vlaams Audiovisueel Fonds. “Ik hoop dat jullie mij geld geven, maar ik zal hier en daar nog wat moeten herschrijven,” heb ik toen gezegd. Voor hen lag een script over de spanning in de stad en de tastbare kans op een bomaanslag. De aanslagen stelden de thema’s die mij bezighielden op scherp. Ineens werden ze een gespreksonderwerp aan tafel en in debatprogramma’s.
Tegelijk veranderde er niet zoveel. De aanslagen waren maar het zichtbare, gevaarlijke topje van de ijsberg. Mijn film gaat over wat er zich onder water bevindt.
Na de aanslagen werd Brussel nog meer een vogelpikbord waar Jan en alleman maar naar bleven gooien. In het begin haal je de schouders op als Brussel weer eens omschreven wordt als een no-gozone, maar op een bepaald moment is dat echt niet grappig meer. Dat kruipt onder je vel. We leefden in de schaduw van dat woord hellhole.
Trump was de onbeschoftste vogelpikker en noemde Brussel een “hellhole”. Jij countert dat niet met een liefdesbrief aan Brussel.
DEVOS: Ik had geen zin in een naïeve, geromantiseerde film over Brussel. Het is geen gemakkelijke stad. Dat is ook niet erg, de wereld zit complex in elkaar. We moeten gewoon manieren vinden om daarmee om te gaan. Punt.
We hebben de woordenschat niet om over deze stad te spreken. Gezien het Belgische politieke stelsel verbaast dat niet. Onze politici wonen amper in Brussel. Brussel wordt de hoofdstad van Vlaanderen genoemd, terwijl de Vlaming er amper affiniteit mee heeft.
De release van Hellhole valt nagenoeg samen met de derde verjaardag van de aanslagen. Hoe heb je die vreselijke dagen ervaren, Nicolas?
KARAKATSANIS: Op een vreemde manier. Heel cynisch. Zoals vele ochtenden dronk ik op café een koffie om wakker te worden. Via de telefoon kwam er breaking news binnen. Aan de andere kant van het café overkwam een vrouw hetzelfde. We keken naar elkaar en lazen in elkaars ogen: ‘Voilà, het is gebeurd.’ Het stond te gebeuren – denk maar aan Charlie Hebdo – en het was gebeurd. Ik had nul emotie. Ik vroeg me zelfs niet af of ik een van de slachtoffers zou kennen. Ik schrok ervan hoe fatalistisch ik reageerde.
Ik woon in de kanaalzone. Twee weken na de aanslagen zag ik hoe special units massaal binnendrongen in een huis op een hoek waar ik zelf nog had gewoond. Het leek op een spectaculaire filmscène, maar het kon me geen reet schelen. Ik was totaal onthecht: ik had nog altijd het gevoel dat er me niets kon overkomen. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik gevaar liep. De realiteit is dat het leven niet stopt omdat er ergens een terreurdaad of een ontploffing plaatsvindt. Dat is altijd lokaal.
Ik kan geen rekening houden met de onzin die Trump of andere politici over Brussel uitkramen. Ik voel me hier thuis
Is de rouw voorbij?
DEVOS: Dat vind ik een moeilijke vraag. Mensen die van dichtbij getroffen zijn, hebben onherstelbare trauma’s opgelopen. Inwoners van Molenbeek zitten wellicht ook nog steeds met een wrang gevoel over wat er allemaal is gezegd.
Zelf heb ik nooit gerouwd. Voor de betrokkenen waren de aanslagen verschrikkelijk, ik voel met hen mee, mijn hart is bij hen. Maar ik geloof niet in collectieve rouw. Ik geloof niet in de metafoor van de stad als gewond dier.
In de maanden na de aanslagen merkte ik wel dat zelfs heel nuchtere mensen, die weten dat er elders dagelijks aanslagen zijn, bang waren. Dat heeft indruk op me gemaakt. Als verdedigingsmechanisme nam ik me voor niet bang te zijn. Ik bleef de metro nemen, stapte niet uit als er iemand met een rugzak opstapte, wandelde met mijn dochter langs de militairen. De angst die je toen voelde, is gelukkig weggedeemsterd, maar dat heeft weinig met rouw te maken.
Vanuit mijn perspectief is er weinig veranderd. Bepaalde potjes kunnen nog altijd overkoken. Intermenselijk is er heel weinig dialoog gestart. Dat is superjammer. Hellhole raakt dat aan, denk ik. De film toont hoe complex een stad is vol mensen die vanuit heel verschillende standpunten naar het dagelijkse leven kijken. Ik ben er me goed van bewust dat Hellhole slechts één van de duizend films is die je over Brussel zou kunnen maken.
In plaats van skylines en toeristische trekpleisters laten jullie in Hellhole de camera voortdurend langs muren en straathoeken glijden. Wat was jullie bedoeling?
KARAKATSANIS: Het ruimtelijke gevoel was belangrijk. In een dorp is er plaats tussen de huizen, een stad is dicht. Alles hangt in blokken aan elkaar vast. Het ruimtelijke gevoel is helemaal anders. We wilden de limieten van een gebouw en de ruimtelijkheid laten zien. Het was een experiment. Bas is letterlijk dagen op zoek geweest naar goeie straathoeken.
DEVOS: Stadsfilms pakken standaard uit met een overzicht, het ochtendgloren, de skyline en andere beelden die de ruimte behapbaar maken. Dat wou ik vermijden, want in werkelijkheid is de ruimte juist niet behapbaar. Er is weinig overzicht, je loopt van muur tot muur. De straathoekbeelden zijn een poëtische manier om die ervaring mee te geven. We hebben bewust geprobeerd om de stad zo weinig mogelijk te portretteren. Toch niet visueel. Wél met klank. Je hoort de stad, maar je moet gefocust de ruimte aftasten om ze te begrijpen.
Hoe reageer jij op Brussel-bashing, Nicolas?
KARAKATSANIS: Ik scherm me daarvoor af. Ik kan geen rekening houden met de onzin die Trump of andere politici over Brussel uitkramen. Wat telt, is hoe ik Brussel beleef. Ik kijk heel positief naar de stad. Voor het werk ben ik heel vaak in het buitenland. Ik kijk er telkens naar uit om opnieuw in Brussel te zijn. Ik voel me hier thuis. Ik ervaar hier een vrijheid. Dit is een menselijke plek met al de absurditeiten die grootsteden kenmerken.
Hellhole gaat ook over grootstedelijke eenzaamheid. Hoe goed kennen jullie je buren?
KARAKATSANIS: Ik ken ze wel, maar ik heb geen contact met hen. Op dat vlak ben ik geen goed persoon. Filmen gaat samen met veel volk en drukte, als ik thuis ben, wil ik met niemand praten en sluit ik me wat af. Ik voel me daar niet schuldig over.
DEVOS: Jij hebt een veel globaler netwerk dan ik. Dat van mij is continu met deze grond verbonden. Als mens en als filmmaker ben ik verplicht om, in de mate van het mogelijke, te begrijpen waar ik leef. Ik spreek wel graag met vreemden: op de tram, op de metro, in wachtrijen. Ik vind dat heilzaam. Moet je je buur kennen? Nee. Is het goed voor de stad dat mensen meer met elkaar in gesprek gaan? Ja!
> Hellhole. BE, dir.: Bas Devos, act.: Willy Thomas, Lubna Azabal, Hamza Belarbi, Alba Rohrwacher
> Avant-première Hellhole: 17/3, 19.00, Palace
Lees meer over: Film
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.