Zijn hoofdinstrument is saxofoon, maar die speelt Rik Staelens van het junk jazz-trio Schroothoop haast alleen nog in de stadsfanfare La Clinique du Dr. Poembak. Het zijn zijn eigenhandig met recupmateriaal gebouwde instrumenten waarover deze jonge vijftiger ons in de Lakense bruine kroeg La Perle met de verwondering en de geestdrift van een kind enthousiasmeert.
| Rik Staelens van het Brusselse 'junkjazz'-trio Schroothoop
“Als kind ben ik nochtans nooit echt een knutselaar geweest,” verrast Rik Staelens ons wanneer we hem ontmoeten in het volkscafé aan het Bockstaelplein. De muzikant is al zo’n vijftien jaar de drijvende kracht achter de populaire Bricofonie-workshops van stadslabo JES. Daarin leert hij kinderen en jongeren muziekinstrumenten bouwen met gevonden en gerecupereerde materialen. Maar het is pas sinds hij die passie ook voor een algemeen publiek belijdt dat ze de buitenwereld is opgevallen.
Enter Schroothoop, het 'junk jazz'-trio dat de multi-instrumentalist in november 2019 samen met percussioniste Margo Maex en bassist-klarinettist Timo Vantyghem, collega’s bij de Brusselse fanfare La Clinique du Dr. Poembak, uit de grond stampte. Hun album Klein gevaarlijk afval, in 2020 uitgebracht op het onafhankelijke Brusselse Rebel Up-label, groeide uit tot een kleine revelatie en krijgt met Macadam deze week een opvolger op het hippe Gentse jazzlabel Sdban Records. Daarop doen een resem nieuwe zelfgemaakte muziekinstrumenten hun intrede.
Het grote voordeel van zelf een instrument in elkaar te steken is dat wat je bouwt niet in de winkel te vinden is. Je kan je creativiteit echt de vrije loop laten
Staelens laat ze met de nodige trots zien op zijn smartphone. Bouwsels met blik, visdraad en overschotjes planché uit zijn kelder. Van een cimbalom, een percussief snaarinstrument dat hij maakte met de kromme rugleuning van een stoel en een ovenschotel die hij op straat vond, scrolt hij naar een vibrafoon met op verschillende lengtes afgesneden koperen gasbuizen. Daarvoor is hij aan de academie van Anderlecht, waar hij een cursus houtbewerking is begonnen, nu een statief aan het maken. “We zijn nog lang niet uitgespeeld met Schroothoop, want bij mij thuis staat nog een arsenaal instrumenten te wachten waarvan Margo en Timo zelfs geen weet hebben.”
Staelens kan zijn enthousiasme moeilijk wegstoppen in het volkscafé waar hij weleens passeert als hij naar de markt komt. “Hier, nog een cimbalom, maar dit keer met een cakevorm, een slakom en een grote plank. En hier, een tanpura. Dat is een in oorsprong Indisch begeleidingsinstrument dat een soort van drone genereert met een wolk van boventonen. En hier, een gitaar die dubbel zo lang is als normaal. In het midden wil ik een extra brug zetten. Als je er langs de ene kant op speelt, genereer je langs de andere kant een palet boventonen, die worden opgepikt door een micro en heel anders klinken dan op een standaardgitaar. Kijk, hier gebruik ik de techniek waarbij je met je vinger in een glazen flesje plopgeluiden maakt. Die flesjes heb ik gespreid over twee octaven!”
Creativiteit en credibiliteit
Tegenwoordig is Staelens een systeem aan het ontwikkelen dat gebruikmaakt van de techniek achter een sirene, legt hij ons even later uit. “Het grote voordeel van zelf een instrument in elkaar steken, is dat wat je bouwt niet in de winkel te vinden is. Je kan je creativiteit echt de vrije loop laten.” Zijn huidige instrumenten zien er complexer uit dan zijn eerste probeersels. De eenvoudige viooltjes bestaande uit een kartonnen buis, een blikje en wat visdraad maakt hij nog steeds in zijn jeugdateliers. “Maar ik heb intussen een heel parcours afgelegd. Mijn eerste kinderworkshops begeleidde ik toen ik na enkele interimjobs in de Vaartkapoen belandde waar ik mee de Zinneke Parade mocht voorbereiden.”
Toen er daarna een vacature vrijkwam bij JES was het de bedoeling dat ik de hiphopworkshop van mijn voorganger zou overnemen, maar ik had niet zoveel credibiliteit als rapper. (Lacht) Er zat niets anders op dan het aanbod wat naar mijn hand te zetten. Ik begeleidde cursussen body drumming en bruitage (een klankband zetten op beeldmateriaal, red.) maar bricofonie zou snel mijn favoriet worden. Ik ben toen ook zelf workshops gaan volgen bij Max Vandervorst en Laurent Taquin, specialisten waarvan ik veel geleerd heb. Van het elektronicaduo Zoft heb ik tijdens een cursus dan weer geleerd hoe je je eigen micro’s in elkaar steekt. Daar haal ik nog steeds mijn voordeel uit. Deze week zelfs nog, toen ik mijn nieuwe cimbalom elektrisch wilde maken.”
Aanstekelijk livetrio
Ook de andere bandleden zijn sinds hun eerste gezamenlijk jamsessie in Gemeenschapscentrum Nekkersdal gebeten door het bouwvirus. “Margo heeft haar eigen drumstel in elkaar geknutseld en is altijd op zoek naar leuke nieuwe geluiden om eraan toe te voegen. Timo houdt zich met elektronica en effectpedalen bezig. Zelf vind ik een trio de ideale formule: je hebt veel verantwoordelijkheid, maar behoudt tegelijk genoeg vrijheid. Ook agendagewijs is het praktischer dan een grotere groep. We wonen alledrie in Brussel en als we ergens moeten optreden huren we meestal gewoon een cambio. Het is wel altijd een hele verhuis en vaak ook een puzzel, want we kunnen natuurlijk maar net zoveel instrumenten meenemen als er in de auto kunnen.”
Van die eerste jamsessie in november 2019 tot het nieuwe album Macadam, waarvan ze momenteel de nummers aan het repeteren zijn: Staelens had het steile parcours niet vooraf kunnen uittekenen. “Toen Margo en Timo me zeiden dat we een album moesten uitbrengen om meer optredens vast te krijgen, was ik heel sceptisch,” klinkt het terwijl de patron van het café ons nieuwe porties popcorn en olijven voorschotelt. “Maar achteraf bekeken hebben ze gelijk gekregen. Klein gevaarlijk afval werd opgepikt en we konden plots overal gaan spelen.”
Dat zal met het erg aanstekelijke Macadam niet anders zijn. De plaat kwam tot stand na een residentie in de Vooruit en de mix is opnieuw van de Gentse geluidstovenaar Dijf Sanders. “Zijn toevoegingen zijn altijd een aangename verrassing. Zo duikt er ergens een digitale regenbui op. Op ‘Cascaraï’ heeft hij dan weer een vet effect gezet op mijn fluitpartij. Omdat er op de plaat veel overdubs staan, moeten we de nummers live wel wat vereenvoudigen. Maar soms los ik dat ook op door nog een nieuw instrument te introduceren.”
Tijdens optredens vindt Staelens het belangrijk dat het publiek de instrumenten goed kan zien, want zo is de interesse extra aangewakkerd. De multiculturele Brusselse mengelmoes die het te horen krijgt bevat nog wat meer oosterse en Arabische invloeden dan vroeger. “Je kan die geluiden hier niet meer uit het straatbeeld wegdenken. Ik speel tegenwoordig ook af en toe samen met de Turkse zangeres Sibel Dinçer. Ze brengt een mix van eigen nummers en traditionals die ze dan een eigentijdse twist geeft. Toen ik haar vaste violiste een aantal keer verving, bleek het te klikken.”
Sax bij de Poembak
Muziek was voor Staelens, die geboren werd in Jette maar opgroeide in Menen, nochtans een proces van vallen en opstaan. “Net als veel generatiegenoten ben ik als negenjarig jongetje afgeknapt op de veel te abstracte lessen notenleer die je moest volgen alvorens je een instrument mocht uitkiezen. Uiteindelijk heb ik de draad op latere leeftijd weer opgenomen. Ik begon met bas en gitaar, maar op mijn twintigste koos ik voor saxofoon. Maar omdat de leerkracht op de academie van Schaarbeek niet wilde dat we jazz speelden, trok ik naar de zondagse jazzacademie in Hoeilaart, waar de broers Peter en Johan Vandendriessche me de knepen van het vak leerden. Daarna mocht ik meedoen bij Al Harmonia, de fanfare van Luc Mishalle, ontmoette ik muzikanten van Blindman Quartet en heb ik nog een jaar les gevolgd bij Fabrizio Cassol.”
Tegenwoordig haalt hij zijn sax echter haast alleen nog boven op donderdag als hij gaat repeteren met La Clinique du Dr. Poembak. “Dat is mijn stok achter de deur om met een standaard instrument te musiceren. Anders komt het er niet van, want ik blijf maar knutselen en bricoleren.” Of ja, hij is in La Perle ook weleens komen meetoeteren met de lokale alternatieve rockband die hier een jamsessie hield. Het is eens wat anders dan de eightieshits die er tijdens karaokeavonden uit de boxen schallen “Maar ik hou wel van het volkse karakter van het café,” besluit Staelens, die woont op wandelafstand. Het is al even toegankelijk en pretentieloos als de bij elkaar gebricoleerde stadsgeluiden van Schroothoop.
Macadam verschijnt op vrijdag 7 april bij Rebel Up/Sdban. Schroothoop speelt op zaterdag 27 mei tijdens Brussels Jazz Weekend
Lees meer over: Muziek , schroothoop , Macadam , recuperatiemateriaal