Interview

Muzikanten en kunstenaars in de buik van de walvis: 'We willen verwondering scheppen'

Tom Zonderman
© BRUZZ
02/07/2021

| Walvisvaarders aan wal in Werkplaats Walter: Lode Vranken, Teun Verbruggen, Amy Franceschini, Tim Bruggeman en Jan Laute.

Walvisspotters moeten zich dit weekend ophouden langs de waterwegen tussen Brussel, Antwerpen en Gent. Dan zwemt er een glimmend zoogdier van veertig meter door de Belgische binnenwateren. In zijn buik zit niet Jona, maar een bende musicerende vrijbuiters.

In 1577 zwom er een walvis de Schelde op tot in Antwerpen. De stadsbewoners keken hun ogen uit en wisten niet wat ermee aan te vangen. Ze maakten hem een kopje kleiner. Hopelijk is de walvis die straks tijdens de tweedaagse trektocht In de buik van de stad: een walvis van Brussel naar Gent vaart, met een tussenstop in Antwerpen, niet hetzelfde lot beschoren. Het varende gevaarte is een cocreatie van het Anderlechtse laboratorium voor muziek en beeldende kunsten Werkplaats Walter, het Brusselse artiestencollectief Dear pigs,, de Gentse creatie- en ontmoetingsplek De Koer en Futurefarmers, een internationaal gezelschap van kunstenaars, boeren, architecten en antropologen. Organisaties die occasioneel al met elkaar hadden samengewerkt, en die artistiek met elkaar verwant zijn in de manier waarop ze de vrije ruimte invullen met creativiteit.

Als de coronacrisis al iets positiefs met zich meebracht, is dat dat kleinere spelers hun soepelheid en aanpassingsvermogen toonden, terwijl de grote jongens goeddeels verlamd aan de kant stonden. Zo ook gebeurde de conceptie van de walvis tijdens een wilde brainstorm vorig najaar, toen de coronapandemie de culturele sector andermaal in een houdgreep hield. “Omdat er in de zalen geen publiek toegelaten werd, dachten we na over hoe de zaal naar het publiek kon komen,” zegt Jan Laute, samen met Lode Vranken bezieler van Dear pigs,. “Zo kwamen we uit bij een grote walvis die rustig voorbij vaart. Daarin zou dan een concert plaatsvinden, maar gaandeweg is het concept uitgedijd.”

Oorspronkelijk zou de walvis in januari te water gaan, maar door de aanhoudende coronamaatregelen werd er geschoven naar de zomer. De extra tijd werd gevuld met extra ideeën: de walvis zou van Brussel via Antwerpen naar Gent varen, met aan boord telkens wisselende gelegenheidsensembles van muzikale vrijbuiters. Muziek die je beluistert als toevallige passant, of als fervente fietser voor wie enkele fietsroutes zijn uitgestippeld. In het kielzog van de walvistrek werd gevraagd aan de Brusselse schrijver Antoine Boute om een verhaal neer te pennen en aan de Antwerpse kortfilmmaker Kris Verdonck om daarrond een film te draaien. Daarbij kwam nog het plan voor een driedelig megazine, samengesteld tijdens de reis door de Gentse zinezielen Les VoiZines in samenwerking met Rik Sturtewagen van Muntpunt. Mochten ook mee aan boord: het Antwerpse kunsteducatieve vragenhuis Stormkop, een plek voor jonge dromers, denkers en doeners, en café Viking in Gent.

Fremdkörper
“Het is een beetje ontspoord,” lacht Teun Verbruggen van Werkplaats Walter over het varende totaalconcept. “Een maf ding dat geen water door zijn spuitgat stuurt maar muziek. Maar wat is het eigenlijk?” De Fremdkörper die dit weekend aan de Akenkaai wordt ontscheept, is een veertig meter lang binnenschip dat wordt aangekleed met een houten raamwerk en zilverkleurige panelen. Bij goed weer nemen de muzikanten plaats in de buik van de walvis, zijnde op het dek.

“De walvis bestaat uit een houten skelet met verschillende modules,” legt Laute uit. “We moeten het ding snel kunnen afbreken en weer opbouwen. En voor de sluizen en bruggen moeten we uitsteeksels kunnen inklappen, zoals de kop. Het framewerk bekleden we met huid uit stellingdoek, maar niet helemaal, omdat de windbelasting dan te groot zou zijn. Dat houdt het ook wat abstract, de walvis mocht er niet te schattig uitzien. We lieten ons inspireren door de dazzle, de techniek uit de Eerste Wereldoorlog waarbij oorlogsschepen in patronen beschilderd werden om het volume te fragmenteren. Dat is meteen symbolisch voor het hele project: je hoort en ziet iets, maar je weet niet precies wat.”

Dat de muzikanten elkaar ontdekken in de buik van de walvis heeft iets heel fragiels, maar ook heel spannends

Teun Verbruggen (Werkplaats Walter)

Het gezang van een blauwe vinvis is van op 850 kilometer te horen, maar hoever reikt het geluid van zijn Brusselse baleinbroeder? “Met een kleine geluidsinstallatie laten we de muziek naar de oevers waaien,” legt Verbruggen uit. “Maar het is niet de bedoeling om gigantisch veel lawaai van de boot te blazen.” Dat geluid zal onder meer geproduceerd worden door Verbruggen zelf, de jonge Brusselse jazzhonden Lucas Schreel en Hendrik Lasure, elektropopknutselaars Alan Van Rompuy en Maya Mertens, de Belgische violiste en kunstenaar Elisabeth Klinck en de Antwerpse gitarist en schilder Rudy Trouvé.

De samenstelling van de ensembles zegt veel over het karakter van het goeddeels ongescripte project: Teun Verbruggen lijstte samen met Tim Bruggeman van De Koer een veertigtal namen op, waarna ze op goed geluk groepjes vormden. “We keken dan of het ons spannend leek dat die namen samen stonden,” zegt Bruggeman. “De muzikanten die we gevraagd hebben, zijn sowieso artiesten die openstaan voor experiment en alternatieve vormen van musiceren.”

Geheel volgens de we-zien-wel-wat-er-gebeurtaanpak van het geheel, zullen de eenmalige gezelschappen niet op voorhand repeteren, op het schip wordt er enkel geïmproviseerd. Dat kan met vier, of alleen of met twee, de carte blanche is totaal. “Voor mij is de ontdekking op de boot heel belangrijk,” verduidelijkt Verbruggen. “Dat is iets heel fragiels, maar tegelijk wekt dat ook een soort spanning op: reizigers die elkaar voor het eerst ontmoeten en samen muziek maken. Sommige muzikanten kennen elkaar natuurlijk wel. Maar het gaat om het pakken van dat moment.”

Het is ook niet de bedoeling dat er een werk wordt gepresenteerd, zegt Lode Vranken van Dear pigs,. “Het is niet alsof je naar een concert gaat van een band die een hap uit zijn oeuvre presenteert. Je komt gewoon wat muziek tegen als je aan het wandelen of fietsen bent. De relatie muzikant-publiek wordt opgeblazen, iets waarvan we met corona zijn gaan beseffen hoe kostbaar dat is. Omgekeerd geldt ook als muzikant: je speelt niet voor iemand, je speelt gewoon, voor jezelf, of voor het riet en de reigers. Zoals een schilder in zijn atelier werk maakt.”

Voor muzikanten is dat heel vreemd, merkt Verbruggen op. “Ze zijn het gewoon om, als ze live spelen, een band aan te gaan met het publiek. Ik kreeg een paar dagen geleden de vraag van een van de musicerende walvisvaarders om van slot te wisselen, zodat zijn vrouw en kinderen konden komen kijken. (Lacht) Dat is mooi, maar dat muziek maken is maar een radertje in het geheel van een veel groter project.”

1760 blueprints indebuikvandewalvis

| Jan Laute over het varende creatuur: “De walvis bestaat uit een modulair houten skelet dat we bekleden met een huid uit stellingdoek. We houden het wat abstract, hij mocht er niet te schattig uitzien.”

Jona, Moby en co
Een andere grote rader is de film die wordt gedraaid door Kris Verdonck, die eerder al indruk maakte met de kortfilm Knetterende schedels. Het is geen documentaire, maar een echte film met beelden en geluid van op de boot. Het scenario kreeg de titel Wij zijn geen monsters mee en is gepuurd uit verhalen die zijn gesprokkeld uit workshops met kinderen en ouderen en gesprekken met schippers in Brussel, Antwerpen en Gent. Zo worden er links gelegd tussen bewoners uit verschillende steden, tussen Brussel en Vlaanderen. “Maar ook hier wordt het geen representatie van ons project,” zegt Lode Vranken over de film die dit najaar zal worden getoond. “Het verhaal vertrekt uit de installatie, maar staat op zich.”

Het megazine, het zine op walvisformaat, is ook zo'n verhaal dat gezeefd wordt door de baleinen van het walvisproject. “Elke stad geeft zijn katern mee,” zegt Laute. “Naderhand zal de bundel gedrukt worden op klein formaat. Er hebben meer dan zestig tekenaars aan meegewerkt, geïnspireerd door volksverhalen rond water en rivieren. Al die uitwisselingen en ontmoetingen maken dit project erg bijzonder.” “De netwerken die zich hebben gevormd, hebben veel tentakels,” knikt Tim Bruggeman. “Naar de workshops van Les VoiZines zijn zelfs mensen uit Duitsland gekomen. “Ik ben geen kunstenaar pur sang,” zegt Laute. “Ik zeg niet: hier zijn mijn schilderijen, kijk er maar naar. Ik breng liever als een soort curator of initiator mensen samen in een nieuwe situatie. In die nieuwe situatie ontstaan er dingen die veel verder gaan dan wat je zelf had kunnen bedenken. Daarom spreken we ook liever van cocreatie dan van participatie.” Teun Verbruggen beaamt: “In mijn muziek zet ik ook altijd mensen bij elkaar en zie ik wat dat geeft.”

Ook de Amerikaans-Belgische kunstenares Amy Franceschini van Futurefarmers draagt die spirit een warm hart toe: “Je kan een idee poneren, maar het is mooi als een verhaal zichzelf schrijft wanneer er meer en meer mensen bij betrokken raken. En zo'n walvis werkt blijkbaar heel inspirerend. Wanneer ik in Californië ben, gebruik ik een app om walvissen te spotten. Je ziet dan wie er waar eentje gezien heeft. Mensen reageren altijd vol verbazing en enthousiasme op die dieren. Ik hoop dat zoiets met onze walvis ook gaat gebeuren.”

De walvis is uiteraard een symbolisch dier, iedereen kent het Bijbelverhaal van Jona of Moby Dick van Herman Melville. De walvis komt ook vandaag op veel plekken boven water. Toon Tellegen kreeg in 2016 de Zilveren Griffel voor De tuin van de walvis, en werd er zelfs heel even deel van dit project mee. Judith Vanistendael heeft net De walvisbibliotheek uit, Gorges Ocloo trekt deze weken met zijn eigen theaterversie van Moby Dick langs theaters. Maar intekenen in die grote verhalen, daar was het de walvisvaarders van In de buik van de stad: een walvis eigenlijk niet om te doen. “We willen geen walvishappening maken om de walvis zelf,” legt Laute uit. “Voor ons is het meer een aanleiding om verwondering te scheppen, verrast te zijn.”

Mensen reageren altijd vol verbazing en enthousiasme op die dieren. Ik hoop dat zoiets met onze walvis ook gaat gebeuren

Amy Franceschini (Futurefarmers)

Over de oceaan
“Voor mij is het allemaal redelijk Magritte,” lacht Verbruggen. “Het is een beetje absurd, het concept is dat er geen concept is.” “Eigenlijk waren we op zoek naar iets reusachtigs, zoals reuzen die in een stoet door de stad trekken,” zegt Laute. “En hoe mensen zich met die reuzen vereenzelvigen. Onze reus is een walvis. Iets bevreemdends dat verhalen opwekt.”

Antoine Boute wist wél waarom ze een walvis hadden gekozen, zegt Laute: de walvis en de koe zijn verre verwanten. Loeiende, melkgevende zoogdieren met kalveren die in de loop der tijd van elkaar zijn vervreemd, en die elkaar door dit project weer in de ogen kunnen kijken. “De walvis is eigenlijk de diplomaat die weer contact zoekt,” lacht Laute. “Daarom ook heeft Antoine zijn verhaal Wij zijn geen monsters gedoopt: wees niet bang voor ons, we komen in vrede. Kijk, voor dat soort wendingen hebben we Antoine nodig.”

Wat gebeurt er met de walvis wanneer hij zijn bestemming bereikt? Een blik in de walvisbaard en een slok levertraan? “Misschien wordt het een overkapping van ons podium in De Koer,” zegt Tim Bruggeman. “Dit project is liefst geen eindig verhaal,” knikt Laute. “Het is de bedoeling dat de walvis verder leeft.” Zoals een walvis C02 opslaat en zijn uitwerpselen fytoplankton doen groeien, die op hun beurt zuurstof produceren, zo zal de walvisboot nieuw leven geven. “Wij hebben een project in Philadelphia,” zegt Lode Vranken. “Ze hebben al gevraagd of we de walvis niet naar daar kunnen brengen. In Stormkop bevindt zich het atelier van Fons Oerlemans, onze lokale Thor Heyerdahl. Misschien moeten we hem aanspreken om onze walvis over te varen.” (Lacht)

IN DE BUIK VAN DE STAD: EEN WALVIS
3 & 4/7 op de binnenwateren tussen Brussel, Antwerpen en Gent
De walvis vertrekt zaterdag 3/7 om 10 uur aan de Akenkaai in Brussel.
Route en andere info: futurefarmers.com

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni