Naar aanleiding van de Week van de Belgische muziek, die de landelijke muziekscene een hart onder de riem wil steken, namen we de polsslag van de Brusselse hiphop. Evolueert de scene in het korset van de quarantaine van ziek goed naar goed ziek? Een check-up in vijf vragen met een panel pioniers, dj's, producers, rappers en programmatoren.
Hoe is het zover kunnen komen?
Hiphop sijpelt Brussel binnen eind jaren 1980, wanneer Benny B, een jonge ket uit Molenbeek, samen met dj en breakdancer Daddy K en Perfect opduikt in tv-shows als 10 qu’on aime en Club Dorothée.
In 1990 verschijnt BRC - Brussels rap convention volume 1, het nulpunt van de Brusselse rap, met bijdragen van onder meer Defi-J, Rayer en Rumky.
De compilatie Fidèles au vinyl verenigt jonge rappers als Akro uit Brussel en Serge MC alias Baloji uit Luik.
Geëngageerde rapcrews als CNN199 en De Puta Madre zorgen voor gezonde spanning in de Brusselse ondergrond.
Akro en Balo bundelen hun krachten onder de banier Malfrats Linguistiques, even later is het anagram Starflam geboren.
De compilatie Les gens d’armes maakt een vuist tegen politiegeweld na de dood van Semira Adamu, de tape circuleert hard onder jonge aspirant-rappers.
Starflam haalt de Brusselse rap uit de ondergrond met de radiohit ‘La sonora’, een track van zijn tweede album Survivant.
Paul Van Haver richt de rapgroep Suspicion op, een paar jaar later verovert hij als Stromae de wereld.
Rappers als James Deano, Scylla en Pitcho doen de rap smeulen, maar echt knetteren doet het niet.
STIKSTOF dropt de track ‘Samen gevat’ en zet Nederlandstalige rap uit Brussel op de kaart.
Damso wordt opgepikt door Booba, superster van de Franse rap.
‘BruxellesVie’ van Damso en ‘Bruxelles arrive’ van Roméo Elvis, met zijn voor een habbekrats gedraaide clip van Asian Rocky, ontketenen de boom van de Brusselse rap.
2016 Couleur Café brengt de beste Belgische rappers samen in Niveau 4.
Zwangere Guy kroont zich tot keizer van de Brusselse rap met drie uitverkochte shows in de AB.
Op de dag van de release van QALF, zijn vierde album, is Damso de meest gestreamde artiest ter wereld.
Frenetik bewijst met zijn mixtape Jeu de couleurs dat corona de scene niet klein krijgt, de opvolging is verzekerd.
Wie zijn de next big b-boys & girls?
“Ik voel dat hij honger heeft,” zegt Lefto over Bart Pierre alias BERRY. Helemaal fresh on the scene is hij niet, hij rapte al aan de zijde van Zwangere Guy en bracht in 2020 twee platen uit waarop hij zijn stonede Nederlandstalige rhymes en laidback beats etaleert. Maar als Dikke de Biggie van Hasselt is, dan is Berry The Notorious B.I.G. van Brussel.
Hij debuteerde in 2018 met de ep Sang froid, kreeg al vuistjes van Roméo Elvis en Caballero & JeanJass en werkte samen met Phasm, maar nu is het tijd voor het grote publiek om ingeweken Luikenaar VENLO – op zijn identiteitskaart heet hij François Lovens – en zijn introspectieve slaapkamerraps in de armen te sluiten.
Ook niet helemaal nieuw is Jonathan Nezzi alias GEEEKO. Vorig jaar bracht hij twee albums uit waarop hij samenwerkte met andere beloftevolle nieuwelingen als Frenetik en YG Pablo. Beatwonder Chuki Beats leverde de poppy trap-beats voor zijn debuut. Rotcommercieel spul dat smeekt om werelddominantie.
Ze acteerde onder meer in Dear Winnie, van Junior Mthombeni, wil schilderen, schrijven en dansen, maar volgens Black Mamba gaat ze het ook maken in de muziek: MAHINA Ngandu. Wie 'Harmony' beluistert, haar samenwerking met 808 Delavega die ze vorig jaar op YouTube dropte, droomt meteen weg bij de gloriedagen van Aaliyah. Suave rap dus, met een flinke smak soul.
De naam die overal opduikt in lijstjes met Brusselse rappers die het gaan maken: YG PABLO. De twintigjarige Pablo Plaza bracht al twee ep's uit met weemoedige, poppy rap en is de protegé van Damso. Een van zijn grote voorbeelden is de Canadese superster Drake, die al langer openlijk flirt met pop. Een succesrecept dat YG Pablo met de track 'AVM' al 21 miljoen streams op Spotify opleverde.
What's in a name?
“De grenzen van de hiphop worden altijd maar verlegd,” zegt Umi Defoort, en dat is het minste wat je van het populaire, steeds verder uitdijende genre kan zeggen. Waar begint hiphop? En waar eindigt rap? “Wanneer het gezongen wordt,” zegt Lefto droogjes over de muziekstijl die de basis vormt van de bredere, van oorsprong stedelijke subcultuur genaamd hiphop, waartoe ook turntablism, breakdance en graffiti behoren. Is de lijn zo scherp? In Brussel betekent hiphop alvast een grote fuik waarin artiesten terechtkomen met een grootstedelijke feel. Rappers pur sang zijn dun gezaaid, zeker bij de vrouwelijke artiesten. “Het is dom om alle artiesten van kleur gemakshalve bij de hiphop te rekenen,” vindt Zwangere Guy. “IKRAAAN maakt geweldige dingen, maar het is geen rap.” Dat klopt, maar door de globalisering vervagen grenzen, ook tussen genres, stijlen en subculturen. “Het is alleszins minder uitgesproken dan vroeger,” vertelt Umi Defoort. “Het internet en sociale media spelen een grote rol: alle invloeden van iedereen komen meteen samen. Ik denk dat mijn generatie zich niet meer aantrekt of dit nu bij die stijl hoort en dat bij die subcultuur. Drake wordt een rapper genoemd, maar dat is eigenlijk popmuziek. Ariana Grande zingt, maar haar beats zijn pure hiphop.” Vraag is of de Brusselse scene haar eigenzinnige stem kan behouden, nu de hiphop overspoeld wordt door trap, drill, grime en de verbasterde afrobeats en Maghreb-pop van de Pa Salieus en de TiiwTiiws van deze wereld.
Hoe diep zitten de fundamenten?
In 2003 stapte de vijftienjarige Zwangere Guy voor het eerst de AB binnen. Stikstof moest nog geboren worden, hij heette nog gewoon Gorik van Oudheusden. Het concert? Starflam, de Luiks-Brusselse rapcrew die de grootstedelijke hiphopscene uit de ondergrond haalde. “Die bloeddoorlopen zaal, die mensenmassa die alles mee schreeuwde, dat vergeet ik nooit meer,” blikt hij terug. Bijna twee decennia later heeft de rapkeizer Brussel omgetoverd tot de Belgische – of mogen we zeggen Europese? – hoofdstad van de hiphop, samen met onder meer zijn Stikstof-crew, Roméo Elvis, Damso, Hamza, Le 77 en een legertje inwijkelingen als Blu Samu, Brihang en Dvtch Norris. Met Frenetik, YG Pablo en co is de opvolging ook verzekerd.
De zaadjes voor die bloei werden geplant lang vóór de ogen van Parijs op Brussel gericht waren en hiphop het tot kunstvoorwerp in Bozar schopte. “Destijds keek ik vooral naar Amerikaanse rappers,” vertelt Zwangere Guy. “Pas later ben ik de Brusselse pioniers gaan ontdekken. Iedereen had wel een plaat van Pitcho of De Puta Madre in huis.”
Voor de eerste b-boys uit Brussel moeten we nog wat verder terug. Terwijl new beat en Clouseaumania ons land overspoelen, ontdekt Abdel Hamid Gharbaoui uit Molenbeek de hiphop. Samen met dj Daddy K en breakdancer Perfect loodst hij onder de alias Benny B rap de Belgische huiskamers binnen. Ook die van de jonge Lefto. “Benny B dook eind jaren 1980 op in programma's als 10 qu'on aime, met zijn gekke outfits had hij meteen mijn aandacht,” vertelt de Brusselse hiphopkenner, dj, producer en tot in verre buitenlanden gewaardeerde smaakmaker. “Wie had durven denken dat Tien om te zien Belgen zou laten kennismaken met rap?” (Lacht)
Met de subcultuur die midden jaren 1970 ontstond op de block parties van Afro-Amerikanen en latino's in The Bronx, van een score voorzien door dj's als Kool Herc en zwarte straatdichters als Gil Scott-Heron en The Last Poets, had dit weinig te maken. “Benny B was superpoppy en luchtig, met veelal verfranste covers van Amerikaanse hits.”
Wij hebben de basis van het gebouw neergezet, en de generatie van nu heeft er een dak op gelegd
Hét nulpunt van de Brusselse rap is de compilatie BRC - Brussels rap convention volume 1 uit 1990, met pioniers als Defi-J en Rumky, waaruit later crews als De Puta Madre en CNN199 groeiden. “Wij werden in de media uitgespeeld tegen elkaar,” zegt Rival, een van de stichtende mc's van CNN199, “maar voorbij die rivaliteit waren wij goede vrienden.”
Breakdancers, graffitikunstenaars en taggers versterkten de ondergrondse scene, De Vaartkapoen in Molenbeek werd de deeltjesversneller van de jonge, alternatieve hiphopcultuur. Eind jaren 1990 brak de hiphop door naar de mainstream dankzij Starflam, een crew met leden uit Luik en Brussel. “Starflam is superbelangrijk geweest,” legt Lefto uit. “Met hun StuBru-hit 'La sonora' bewees de groep dat rap ook op de radio kon worden gedraaid.” “Een katalysator? Zo zou ik ons niet durven te benoemen,” reageert Akro, een van de kernleden van Starflam en vandaag coördinator van de hiphopradioshow Tarmac bij de RTBF. “Maar goed, ja, wij hebben de basis van het gebouw neergezet, en de generatie van nu heeft er een dak op gelegd.”
Met het uiteenvallen van Starflam dook de hoofdstedelijke rap opnieuw de ondergrond in, met af en toe opflakkeringen van Pitcho, James Deano en La Smala. Tot Kendrick Lamar en Kanye West de rap vanuit de VS een internationale boost gaven, en de Franse scene na de hausse door de stadskroniek La haine opnieuw aantrok. In België zorgde Stromae voor een nieuwe oerknal. “Hij is misschien geen rapper pur sang,” zegt Lefto, “maar het universum dat hij heeft uitgebouwd, was een gamechanger. Hij heeft ervoor gezorgd dat ze van Parijs tot New York naar ons begonnen te kijken.”
Is de Brusselse scene uniek?
Stromae opende de poorten voor een nieuwe lading Brussels talent dat besefte dat dromen werkelijkheid kunnen worden. Maar hij toonde vooral ook dat je in Brussel je eigen verhaal kan schrijven. Dat mag je op het conto van zijn diversiteit schrijven: Brussel is een newyorkiaanse smeltkroes, eentje met veel minderheden en geen uitgesproken meerderheid.
“Brussel is als een blanco canvas, dat eenieder op zijn eigen manier kan invullen, en dat ook zo doet,” legde Petrus te Braak dat onlangs mooi uit in De Standaard naar aanleiding van een onderzoek dat hij voor de VUB voerde naar de Brusselse identiteit. Dat weerspiegelt zich ook bij de hoofdstedelijke hiphoppers: ze delen eerder een spirit dan één geluid. De rauwe street talk van Frenetik staat bijvoorbeeld mijlenver af van de dichterlijke vertelkunst van Brihang, de breliaanse observaties van Roméo Elvis zijn volwassener dan de raplol van Caballero & JeanJass.
“Of je nu hier bent opgegroeid, of van elders naar hier komt afgezakt zoals Brihang en Dvtch Norris, alles komt hier samen en iedereen doet er zijn ding mee,” zegt Astrid De Sterck, muziekprogrammator bij de AB die zich onder meer toelegt op local heroes. “Die dynamiek werkt erg stimulerend. Je hoeft ook niet aan standaardeisen te voldoen om deel uit te maken van de scene.” Dat ze niet puur rond rap draait, vindt De Sterck een van haar sterktes. “Artiesten als Lous and the Yakuza of IKRAAAN rappen niet, maar ze maken er wel deel van uit. Ook een fotografe als Yaqine Hamzaoui geeft de scene mee vorm.”
De Beastie Boys zaliger bloemleesden maar wat graag uit de five boroughs van The Big Apple, in Brussel heb je met nineteen boroughs te doen, elk met zijn eigen kenmerken, geplogenheden, taalgebruik en sfeer. Het is die samenvloeiing die de grond hier extra vruchtbaar maakt. “Hiphop is een bastaardcultuur die zich voedt met alles wat op haar pad komt, hoog en laag, over de grenzen heen,” zegt Rival. “In Brussel wriemelen mensen met verschillende roots, culturen en religies door elkaar. Dat geeft hiphop kracht, en zijn levensduur: de scene vernieuwt zich elke keer opnieuw.”
De chaos, de veelzijdigheid en de complexloze eigenzinnigheid doen botsen én bloeien. “Débrouilleurs” noemde Lefto de Brusselse rappers niet voor niets in zijn docureeks In transit. “Dat moet wel. Ons land is supercomplex, en die complexiteit culmineert in Brussel. Eigenlijk heb je hier verschillende landen in één. Dat hoor je heel goed op de radio, luister naar Studio Brussel en naar Tipik van de RTBF: dat zijn twee totaal andere werelden.” Wie de twee verbindt, stijgt er bovenuit: “Zwangere Guy wordt ook opgepikt door Marokkaanse drarries,” zegt Akro. “Deze generatie is echt geglobaliseerd.”
Je hoeft ook niet aan standaardeisen te voldoen om deel uit te maken van de scene
“Twijfel nooit, wees gestoord, zwem in tegen elke stroom,” zette Zwangere Guy de Brusselse plantrekkersfilosofie kracht bij op zijn eerste mixtape, Zwangerschapsverlof vol. 3. Een levenshouding die niet alleen geldt voor de rappers, maar ook de bakkers die hen van verse beats voorzien, zegt hij: “Dat wordt vaak vergeten als het over de hiphopbloei gaat: de jongens en meisjes die in hun kamers beats zitten te bedenken. Zij geven rappers de kans om hun verhaal een eigen touch te geven. Er is in Brussel héél véél talent, als ik op Instagram een oproep lanceer, word ik meteen overladen met beats.”
Umi Defoort, dj, producer en beatmaker van Zwangere Guy, zet die gedachte nog wat scherper: “Roméo Elvis werkte samen met Le Motel, die atypische elektronische beats produceerde met heel veel invloeden uit de dance. Damso is soms heel brutaal en vulgair, maar zijn sound kan ook teder en introspectief zijn, als een chansonnier. L'Or du Commun is dan weer heel funky enzovoort. Zwangere Guy heeft eigenhandig oldskool boombap teruggebracht. In Frankrijk doet iedereen vandaag hetzelfde, hier is het net omgekeerd.”
Er is nog één ding wat de rappers bindt: ze zijn trots op hun stad. Oké, elke rapper zingt de lof van zijn wijk, maar in Brussel is het bijzonder uitgesproken. “Hiphop is tonen hoe rijk je bent,” vat Rival het samen. “Niet de blingbling, maar je afkomst, je wijk, je thuishaven. Dat geeft je een identiteit, een context voor jouw unieke verhaal, dat enkel daar kan plaatsvinden en nergens anders.” Brussel is dan ook “la capitale d'un pays qui va mal,” zoals Roméo Elvis het rapte in 'Nappeux': een stad die vaak uppercuts kreeg, die door de aanslagen in 2016 zwaar gekneusd werd. “We hebben onze stad zien kapotgemaakt worden,” zegt Zwangere Guy. “Dat deed pijn. Ze is het weinige wat we hebben, en dat eisen we op.”
Kan de hiphop nog een vuist maken?
“Als je dat podium krijgt, moet je je uitspreken,” zei een ontluikende Roméo Elvis toen Lefto in In transit de scene tegen het licht hield. Dat deed de rapper uit Linkebeek ook, meermaals spuwde hij tijdens concerten op de politieke beleidsmakers, in het nummer 'La Belgique Afrique' van zijn album Chocolat nam hij het asielbeleid van Theo Francken op de korrel en sneerde naar het koloniale verleden van België op de tonen van de “Handjes kappen/de Congo is van ons”-gezangen op Pukkelpop. Ook Stikstof scandeerde “fuck de N-VA en het hele wespennest” op zijn plaat Overlast.
En toch: “Rap music right now should be like Public Enemy stuff, but it's just not there,” sloeg de Amerikaanse cultproducer Madlib onlangs met de vuist op tafel in The Guardian, verwijzend naar de peetvaders van de conscious rap. Op de internationele scene delen rapacts als Run the Jewels nog steeds stevige tikken uit, maar ze zijn eerder dun gezaaid. “Het enige wat rapmuziek met vroeger verbindt, is die tegenstem,” verwoordde Roméo Elvis het destijds. Maar kan rap nog een vuist maken?
Ik zou geen hele plaat lang willen roepen over hoe rot het systeem is. Dat klinkt snel afgezaagd. Maar ik neem wél vaak een standpunt in
“Ach, die oldksool hiphoppers zeggen allemaal hetzelfde: 'Niemand verheft zijn stem nog! Rap bestaat niet meer! Alles klinkt hetzelfde',” zegt Noonah Eze alias dj Black Mamba. “Maar engagement is niet gelinkt aan oldskool beats, het kan net zo goed op trap of drill. Madlib heeft vast niet naar de Brusselse scene geluisterd, Damso en Zwangere Guy verkopen geen bullshit.” (Lacht) “De nieuwe generatie rappers neemt zeker geen blad voor de mond,” vindt ook Akro, die destijds met Starflam de goegemeente graag een geweten schopte. “Maar als geheel zie ik geen grote statements meer, het zijn eerder punchlines.”
“Un policier meurt dans une bavure / C'est ce que j'appelle une remontada,” is zo'n tik die het aanstormende talent Frenetik vorig jaar uitdeelde op zijn ep Brouillon. De jonge straatrapper spreekt zich af en toe openlijk uit tegen racisme en politiegeweld. “Ik ben geen activist of een Black Panther,” vertelde hij onlangs nog in dit blad. “Maar je moet de mensen wel iets meegeven waar ze over kunnen nadenken.” Zwangere Guy vindt dat Madlib en Akro een punt hebben, “maar ik zou geen hele plaat lang willen roepen over hoe rot het systeem is. Dat klinkt snel afgezaagd. Maar ik neem wél vaak een standpunt in, en zo zijn er nog genoeg rappers.”
Rap is ontegensprekelijk commerciëler geworden, het genre flirtte de voorbije jaren uitgebreid met pop. Blust dat het vuur niet deels? “Zeker,” zegt de Brusselse rapper Badi, “maar het is ook een manier om de strijd aan te gaan. Voor jonge artiesten met Afrikaanse of Arabische roots was het altijd moeilijk om zich te tonen. Aanwezig zijn op radio en tv is op zich al een overwinning.” Een boodschap kan ook subtiel gebracht worden, vindt Rival. “Rap is misschien pop geworden, maar hiphop hoeft niet alleen maar geëngageerd te zijn. Het mag ook licht zijn. Het leven is al heavy genoeg, soms moet je de teugels vieren.”
Hebben Black Lives Matter en #metoo ons een nieuw geweten geschopt? “Ik denk van niet, maar mensen zijn er wel gevoeliger voor,” zegt Badi. Zelf benut hij elke kans op engagement. Tijdens zijn passage op het invloedrijke Berlijnse YouTube-platform Colors droeg hij een vest waarop de namen van slachtoffers van politiegeweld stonden gekalkt. “'Fuck the police' is altijd een thema geweest in de hiphop, denk aan N.W.A. Maar het is tegelijk veelzeggend dat dat na zoveel jaren nog altijd het geval is.”
Voor jonge artiesten met Afrikaanse of Arabische roots was het altijd moeilijk om zich te tonen. Aanwezig zijn op radio en tv is op zich al een overwinning
“Zonder het zo te noemen, is rap altijd Black Lives Matter geweest,” zegt Lefto. “De zwarte strijd voor gelijke rechten en om gehoord te worden, is al honderden jaren aan de gang. Toch in de VS, in Europa speelt dat minder.” “Er zijn zeker mensen wakker geschud,” zegt Black Mamba, “maar ik zie meer een algemene tendens, in alle kunsttakken is er meer engagement.” Woke is alvast ook Damso: “Bâtons dans les roues, genou sur le cou,” verwees hij naar de dood van George Floyd op zijn laatste album QALF, waarop hij niet zomaar aanknoopte met zijn Congolese roots. “Corona à la lèpre, l'Afrique cesse pas d'renaître,” zong hij in 'Coeur en miettes', een duet met de combattieve Lous and the Yakuza. Nee, de Brusselse scene houdt haar mond niet.
Is de Brusselse hiphop geëmancipeerd?
“I'm on the run, on the run / The place I come from / Can't afford to be dumb, you know,” rapte Salomé Dos Santos alias Blu Samu toen ze in 2017 van Borgerhout naar Laken trok om er samen te hokken met de jongens van Le 77. Blu Samu blijft een van de weinige echte rapsters in Brussel. Toen Focus Vif in 2017 de sleutelfiguren uit de Belgische hiphop op zijn cover plaatste, stond er één vrouw tussen: de Antwerpse rapster Coely. In de Hooray100 van Studio Brussel, waarin jaarlijks de honderd beste hiphoptracks worden opgelijst, zaten in de editie van 2020 drie vrouwen: Lauryn Hill, Missy Elliott en opnieuw Coely. Het bewijst dat The Keepers, een internationaal collectief dat afgelopen september gelanceerd werd met als doel vrouwelijke rappers uit de plooien van de muziekgeschiedenis te halen, geen overbodig werk doet.
“Dat soort initiatieven is absoluut nodig,” beaamt de Brusselse nieuwkomer Chibi Ichigo. “Maar aan de andere kant: moet het altijd zo benadrukt worden dat wij vrouwen zijn? Door die stempel van uitzonderlijkheid worden we minder serieus genomen. We worden opgemerkt omdat we vrouw zijn, en niet om wat we doen.”
Moet het altijd benadrukt worden dat wij vrouwen zijn? Daardoor worden we net minder serieus genomen.
Supafly Collective vestigt al tien jaar de aandacht op vrouwen in de Brusselse scene, en ook festivals als La Belle Hip Hop zetten rappende vrouwen centraal. En toch zijn ze weinig zichtbaar. “Misschien zijn ze er wel,” zegt Zwangere Guy, maar ik zie ze niet. Misschien maken ze liever zachtere, melodieuze dingen. Iemand als de Nederlandse S10 heb ik hier nog niet gehoord.” Een paar jaar terug liet Zwangere Guy in de clip van 'Outfit van me daddy' alleen maar vrouwen opdraven. Toch kaartte Rrita Jashari, programmator bij de VK, in DS Weekblad aan dat er weinig vrouwen opduiken in de clips van mannelijke rappers. “Rrita heeft een punt, maar ik ga mijn clips nu niet vol vrouwen steken. Ze moeten ook goed zijn, hé. Maar mijn standpunt is sowieso duidelijk, denk ik, ik ga vrouwen nooit denigreren.”
Machismo is een oud zeer in de hiphopscene, vrouwen worden niet zelden afgeschilderd als lustobject. Brussel is gelukkig spaarzamer met dat misogyne kantje, al zijn er uitzonderingen. Hamza bijvoorbeeld, de Brusselse kampioen van de dirty talk. De jonge Damso kon heel brutaal zijn tegenover vrouwen. Reden waarom hij drie jaar geleden een kruis kon maken over het WK-lied.
Cardi B en Megan Thee Stallion gaven vorig jaar internationaal flink tegengas met het van de wet ass pussies druipende 'WAP'. “Het is goed om mensen uit hun comfortzone te halen,” vindt Chibi Ichigo. “Ik zou nooit zo rappen, en ik vind het gek om zo op je lichaam te focussen, een lichaam dat bovendien helemaal fake is, maar vrouwen blijven beoordeeld worden op hun uiterlijk. Als je er goed uitziet, wordt er sneller potentieel in jou gezien. Bij mannen lijkt dat geen issue, zij mogen zo lelijk zijn als wat.” (Lacht)
De documentaire On the record, waarin enkele vrouwelijke medewerkers hiphopmogol Russell Simmons beschuldigen van aanranding en grensoverschrijdend gedrag, toonde nog eens dat de hiphopwereld niet vrij is van mannelijk machtsmisbruik. “De hele muziekscene is macho,” zegt Badi. “Als je kijkt wie er de plak zwaait bij grote labels of wie de belangrijkste producers zijn, dan hebben we nog een lange weg af te leggen. Dat gebrek aan vrouwen is ook een pijnpunt van de Belgische scene.”
Kan Lous and the Yakuza een gamechanger zijn zoals Stromae dat was? Haar ambitie, vechtlust en engagement zijn een voorbeeld voor veel jonge vrouwen. “Dat is zeker zo,” zegt Black Mamba. “Maar ik merk dat heel veel vrouwen van kleur al te makkelijk op één hoop worden gesmeten. Wat Lous doet, is crazy, maar ik denk dat we nog meer ons best moeten doen om nieuwe talenten te tonen en ze niet allemaal in dezelfde doosjes te stoppen.”
Overleeft de Brusselse rap zijn eigen populariteit?
“J'balance ma pisse sur les Champs-Elysées,” pochte Damso in 2016 in het nummer 'BruxellesVie', een lied dat sindsdien een symbool geworden is voor het succes dat de Brusselse rap in Frankrijk oogst. Van zijn tweede album verkocht hij in Frankrijk meer dan 600.000 exemplaren. Belgitude is hip, met dank ook aan Angèle en de Rode Duivels.
Voor Brusselse rappers ligt het grote succes ontegensprekelijk in Frankrijk te rapen. In Vlaanderen breken ze niet helemaal door, op Roméo Elvis na. Nederlandstalige rap is met al zijn dialecten dan weer te eigengereid om boven de Moerdijk te scoren, met uitzondering van Zwangere Guy. “De Brusselse scene is boeiend omdat ze zo onvoorspelbaar is,” vindt Astrid De Sterck. “Ik hoop dat dat zo blijft.”
“Om gezond te blijven, moet dat rapgeweld vooral origineel blijven, en die Brusselse spirit behouden,” zegt Lefto. “In je moedertaal rappen, bijvoorbeeld, dat geeft je meer geloofwaardigheid. Het is ook belangrijk om niet te veel te azen op wat succesvol is in het buitenland, voor je het weet ben je een fashion victim. Frenetik is een geweldig talent dat hier in de straten van Brussel gerijpt is, maar zijn clips draait hij in Frankrijk, met Franse politieagenten. Dat vind ik jammer.”
Door corona is het nu wel moeilijk om te zien waar we echt staan, maar als de sluizen weer opengaan, ontploft de boel
“Wij wilden heel geloofwaardig zijn, we gaven geen duimbreed toe,” zegt Akro over zijn tijd bij Starflam. “We waren opgegroeid met Franse hardcore rapgroepen als Assassin en NTM, we waren de tegencultuur. Wie te commercieel was, werd bekogeld met tomaten. Maar we waren ook naïef, we dachten dat we het systeem konden veranderen. De nieuwe generatie heeft begrepen dat dat niet zal gebeuren en dat ze dus beter ook maar wat poen pakken. Het is ook een andere wereld natuurlijk, vandaag kan elke kid zijn shit meteen op het internet smijten. En er zijn managementbureaus als Back in the Dayz die weten hoe ze iemand moeten begeleiden.”
“Klopt,” zegt Lefto, “maar sommige artiesten zijn groot voor ze één show hebben gespeeld. Dat zegt veel over de machine erachter.” Het goeie aan de Brusselse scene is dat het geld het nog niet heeft overgenomen, zegt Umi. “In Nederland en Frankrijk lijkt alles om cijfers te draaien. Ze melken formules uit tot de mensen het beu zijn. Brusselse artiesten moeten zich bewijzen op een veel puurdere manier.”
Het mag duidelijk zijn dat de Brusselse scene, die nog relatief jong is, heel gezond is. Ze vernieuwt zichzelf voortdurend, en er staat nog voldoende talent te trappelen. “Maar door corona is het nu wel moeilijk om te zien waar we echt staan,” besluit Lefto. “Ik denk dat er velen op stand-by zitten en wachten op betere tijden. Als de sluizen weer opengaan, ontploft de boel.”
WEEK VAN DE BELGISCHE MUZIEK
8 > 14/2, kijk, luister en lees op al onze platformen. Het volledige programma vind je op vi.be
Lees meer over: Muziek , Week van de Belgische Muziek 2023 , week van de brusselse hiphop