Adamo met nieuwe cd in Koninklijk Circus
'H et cliché dat artiesten op een podium soms enkele centimeters groeien, klopt," verzekert Salvatore Adamo ons na vijftig jaar carrière en meer dan honderd miljoen verkochte platen. Ook al doet hij het na een hersenbloeding in 2004 wat rustiger aan, het podium is nog altijd zijn tweede thuis. "Daar kan ik mijn emoties het best overbrengen. Ik voel me veeleer in het echte leven een beetje ontregeld. Ik doe mijn inkopen niet zelf. Ik ga niet om brood..."
Maar goed dus dat de Siciliaanse Belg binnenkort weer op een Brussels podium staat. Dit keer om De toi à moi voor te stellen, zijn 22ste album, goud in Franstalig België. In Vlaanderen doet hij het zonder hitparadenotering. Of toch niet helemaal: Luc Steeno staat op dit moment helemaal boven in de Vlaamse top tien met een vertaling van Adamo's 'Mes mains sur tes hanches'. Dat nieuws doet hem veel plezier. Maar het blijft toch vooral Arno, ook een exotische inwijkeling, die met zijn cover van 'Les filles du bord de mer' Adamo's carrière een nieuwe wending gaf. "Daardoor zijn zowel het publiek als de media me anders gaan bekijken. Ik ben Arno daar erkentelijk voor, want het vergt moed om het als rocker op te nemen voor iemand uit het lichtere genre. Drie jaar geleden heeft hij me op Valentijn zelfs opgebeld. 'Salvatore, je t'aime,' zei hij. Jammer dat ik hem niet wat vaker zie. Ik heb hem al een paar keer uitgenodigd, maar hij had altijd wel een excuus klaar (lacht)."
Hoe gaat het met uw gezondheid?
Salvatore Adamo: "Goed! Ik mag van de dokters doen wat ik graag doe. Maar sommige gewoontes heb ik na mijn hersenbloeding moeten aanpassen. Zo heb ik geleerd om vaker nee te zeggen. Dat kon ik vroeger niet. Op 8 maart zing ik bijvoorbeeld in Athene en op 11 maart in Brussel, maar omdat het concert in Athene uitverkocht is, had men mij gevraagd om er ook op 9 maart op te treden. Twintig jaar geleden had ik dat gedaan, nu heb ik de organisatoren vriendelijk bedankt. Ik kan het me niet veroorloven om de Brusselse fans teleur te stellen door vermoeid op het podium te verschijnen. Ik probeer de langere periodes van huis ook te beperken, zodat ik meer tijd met familie en vrienden kan doorbrengen. Mijn hersenbloeding heeft me doen nadenken over wat belangrijk is - mijn familie bijvoorbeeld - en wat niet."
Uw nieuwe plaat heeft u ook dichter bij uw (buitenechtelijke) dochter Amélie gebracht. Hoe was het om voor het eerst samen te zingen?
Adamo: "Een zeer bijzondere en emotionele ervaring, vooral voor Amélie. Ik heb natuurlijk de oren en de ogen van de vader en ze heeft echt een fantastische stem. Mocht ik daarvan niet overtuigd geweest zijn, dan had ik haar niet uitgenodigd. Ik heb haar met een valsstrik gelokt, want ze durfde eerst niet te zingen met haar papa. Er kwamen tranen aan te pas."
"Heel toepasselijk zing ik op De toi à moi voornamelijk over de liefde, alleen loopt die dit keer niet altijd even goed af. Door mensen te observeren en door veel te reizen heb ik kunnen vaststellen dat de wereld er niet zo uitziet als ik ze vroeger in mijn liedjes weleens gedroomd had. Toen ik dat voor het eerst deed, met 'Inch'Allah' in 1967, was mijn publiek misschien een beetje gedesoriënteerd, maar nu verwacht men het van me."
Hoe denkt u over de moeilijke politieke situatie in België?
Adamo: "Het is op eieren lopen. Toen de vorige regering viel, hebben verschillende Franstalige radiozenders me opgebeld voor een reactie, maar ik kan er niet veel over zeggen, want mijn mening is alleen maar emotioneel. Misschien is het naïef om te geloven dat het neerkomt op een beetje goede wil, en toch verkies ik zo'n houding. België is een emotioneel concept, een soort broederschap tussen buren waar je het beste van moet maken. De voorbije twee jaar zing ik er live ook een liedje over, en ook in Vlaanderen zingt de hele zaal mee: 'C'est pas la Guerre de Sécession, on ne veut pas la révolution, on veut juste comme on dit quelques arrangements entre amis...'"
Misschien zijn er tegenwoordig te weinig artiesten die zowel in het noorden als in het zuiden van het land succes kennen?
Adamo: "Dat kan. Ik vond het na mijn studietijd vanzelfsprekend dat ik het Nederlands nog beter onder de knie kreeg. Dus heb ik zes jaar lang zes uur Nederlands per week gevolgd. Maar zelfs al begrijpen we elkaars taal niet, onze mentaliteit hebben we wel gemeen. Ik heb een tijdje in Parijs gewoond, maar daar voelde ik me niet thuis. De mensen wilden dat ik er op straat hetzelfde uitzag als op het podium. Als ik een langere periode geen optredens had, dan had ik de gewoonte mijn baard te laten staan. In Parijs durfde ik dat niet. Hier hoef ik me daar niets van aan te trekken. Men blijft discreet. Het is die discretie en bescheidenheid die ons bindt. De Franse komiek Coluche zei ooit: 'Ik zal nooit een nouveau riche zijn, maar altijd een ancien pauvre blijven.' Zowel mijn Siciliaanse afkomst als mijn verblijf in België heeft die mentaliteit versterkt. Toen mijn ouders hier zoveel jaren geleden aankwamen, gingen ze ook de meubelen niet van plaats veranderen of eisen stellen."
--------------------------
Adamo staat op vrijdag 11 maart in het Koninklijk Circus, 02-218.20.15 en www.cirque-royal.org/nl
Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.