Bassekou Kouyaté leert ons rocken op de ngoni
Van de jaren 1960 tot 1980 was het station van Bamako de place to be voor livemuziek. De legendarische Rail Band stak er de traditionele muziek in een nieuw kleedje. In de jaren 1980 zorgde de jonge Bassekou Kouyaté er voor een primeur. Hij stond recht en ging vooraan staan met zijn ngoni, een plaats die gereserveerd was voor de gitaristen.
Kalebas
"In die tijd stalen de gitaristen de show terwijl traditionele instrumenten naar de achterkant verdwenen. De ngoni bespeel je al zittend, maar ik vond dat ook mijn instrument gezien mocht worden. Dat veroorzaakte heel wat commotie, traditionalisten vonden het echt niet kunnen," vertelt Bassekou Kouyaté aan de telefoon vanuit Mali. Tijdens de jaren 1990 begeleidde Kouyaté de top van de Malinese muzikanten, inclusief Ali Farka Touré en Toumani Diabaté, totdat Ali Farka Touré hem aanspoorde zijn eigen weg te gaan.
In 2007 verraste Bassekou Kouyaté vriend en vijand met zijn eerste album Segu blue en de oprichting van een ngonikwartet. Dat kwartet vergelijkt hij met een traditionele rockgroep. Hij soleert op zijn ngoni als was het een gitaar, wat hem de bijnaam "Rock Star Griot" opleverde. Een andere ngoni zorgt voor de ritmische begeleiding terwijl Kouyaté de ngoni ba liet ontwikkelen als vervanging van de basgitaar. De drum wordt vervangen door een kalebas en zijn vrouw Amy Sacko zingt. Kouyaté: "Ik wou de ngoni internationale bekendheid geven. Daarom is mijn eerste album vrij rustig, de mensen moeten de verfijning van mijn instrument goed kunnen horen."
Zingen tegen racisme
Na twee jaar intensief toeren doorheen Europa, vond Kouyaté het tijd om wat meer ritme in zijn muziek te steken. "Mijn tweede album, I speak Fula, is veel dansbaarder, dat sluit nauwer aan bij mijn liveshows," zegt Kouyaté. "Vrede staat centraal op het album, want zonder vrede raak je nergens. Ik ben griot (muzikant/boodschapper van het volk, bt), het is mijn taak om de mensen aan te sporen hun gezond verstand te gebruiken. We moeten opkomen tegen de oorlog. Onschuldige burgers sterven voor niets. Waar oorlog is, kan men onmogelijk werken aan ontwikkeling. Oorlog in Afrika heeft vaak te maken met etnische kwesties. Ik zing tegen dat racisme, want wat maakt het uit of je nu zwart, blauw, geel of roze bent? We hebben allemaal dezelfde ogen, hetzelfde hart en dezelfde gevoelens."
Met de titel I speak Fula wil Kouyaté aantonen dat hij met de andere in dialoog wil gaan. Fula is de taal van de Peul, een Malinese stam. Kouyaté zelf is van het Bambara-volk. Kouyaté: "Het titelnummer gaat over een Bambara-jongen die houdt van een Peul-meisje. Hij gelooft niet dat een relatie kan lukken door het taal- en cultuurverschil. Zij gelooft er wel in omdat in haar dorp Peul en Bambara vredevol samenleven. Als ultieme bewijs nodigt ze de jongen uit in haar kamer… (Lacht) Liefde is een universele taal. Het nummer viert de diversiteit van de Malinese volkeren. Wij spreken allemaal verschillende talen, maar dankzij de geest van openheid en tolerantie leven wij vredevol met elkaar. Wij dansen samen op muziek om onze diversiteit te vieren."
wanneer: 15/03/2011 om 20.30
tickets: € 15
Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.