Das Pop flirt met de popgeschiedenis

Tom Zonderman
© Agenda Magazine
13/04/2011
De nieuwe langspeler van Das Pop had wat minder voeten in de aarde dan hun vorige. Koud anderhalf jaar na Das Pop mag The game zich een weg naar uw oor banen.

Moeilijk zal dat niet zijn. Bent Van Looy, Reinhard Vanbergen, Niek Meul en Matt Eccles zetten op hun vierde album hun queeste naar de perfecte popsong onverstoord verder. Er zitten, bewust of onbewust, véél knipogen naar de klassiekers uit de popgeschiedenis in The game. Titels als 'I me mine' en 'The game' verwijzen naar The Beatles en Queen, de muziek flitst je naar Abba (die piano in 'Gold'!), Billy Joel ('Wronging the rights') of David Bowie ('Flowers in the dirt'), maar trekt net zo goed lijnen naar Joe Jackson, Manfred Mann, 10cc en Roxy Music - iconen uit de jaren 1970 en '80. "We hebben de verfdoos der popmuziek gemaakt, maar het zijn geen nummertjes die je moet inkleuren," zegt Bent Van Looy.

De bijna-Slimste mens ter wereld ziet er opgeruimd uit, snor in David Niven-trim, streepjeshemd tot boven dichtgeknoopt en broekspijpen enkelhoog opgerold. Hij is blij dat The game er nu zo snel ligt, na de platenfirmaperikelen die Das Pop zes jaar in hun greep hielden. Toen de groep eindelijk naar de studio van Niek Meul in Stockholm toog, was het als een fles champagne die ontkurkt werd. In elf dagen werden elf demo's afgewerkt, die vervolgens met Terry Manning (ooit nog geluidstechnicus bij Stax) in Hoboken, New Jersey werden ingeblikt en gemixt op de Bahama's. Manning doopte hun vrijage met de popgeschiedenis in een sprankelend klankenpalet, dat net als bij Yeasayer netjes met één voet in het verleden en één in het heden staat.

Elektronische drums in 'Skip the rope', een sax in 'Yesterday', de pianoballad 'The thunder'… Jullie zaten om niets verlegen.
Bent Van Looy:
(Glimlacht) We hebben altijd met zulke dingen geflirt, maar nu hebben we ontdekt dat daar ook een soort van poëzie in zit, een eigen essentie en kracht die ontroeren. Een saxofoonsolo zat niet voor niets in bijna alle popplaten gedurende twintig jaar. En ja, wij hébben die zeshoekige Eurovisiesongfestival-drums. (Lacht) Waarom ze niet gebruiken? Vroeger hadden we het moeilijker om de controle te laten varen. We waren onze eigen coolpolitie. Kan dit wel? Is dit nog oké? Dat hebben we dit keer losgelaten, we hebben schaamteloos gedaan wat we wilden doen. De plaat is helemaal zichzelf, er is niet aan geknipt of gewrongen. Wat we vroeger weglachten, hebben we nu écht gedaan. Maar ik wil ook benadrukken dat dit géén guilty pleasure-plaat is.

'Skip the rope' was in een wip klaar, de percussiesolo is gemaakt op een ijzeren vuilbak die op de gang van de studio stond. Zo ging het eraan toe. Das Pop werkt snel en instinctief. 's Morgens floot ik een paar akkoorden voor, 's avonds stond alles erop. Veel dingen zijn live gespeeld. Dat hebben we meegenomen van Stephen en David (Dewaele, die Das Pop produceten, tz).

Ken je de zich in de seventies en eighties afspelende series Life on Mars en Ashes to ashes? The game is de perfecte soundtrack.
Van Looy:
Die vond ik leuk, ja. De popsong is daar een soort van klik waardoor de karakters terugflitsen in de tijd. Dat typeert een goeie popsong, eerst is er de korte roes, en dan volgt een soort van nostalgie als je hem later terughoort. 'The game' is een erg filmisch nummer.

Iemand zei dat de intro op die van Airwolf leek. Maar die serie heb ik nooit gezien.
In de jaren 1980 moest je zulke series gezien hebben om mee te zijn!
Van Looy:
Tja, wij hadden geen tv. Wij woonden in een bos, erg ver van de stad.

Hoe kwam je in contact met de popcultuur?
Van Looy:
Een paar buurjongens, die nog verder in het bos woonden, hadden een zwart-wittelevisie. Op mijn twaalfde heb ik daarop voor het eerst Michael Jackson gezien. Dat was een soort van atoomflits, mijn nulmoment. Thuis luisterden we enkel naar klassiek. Schoorvoetend mocht ik op zaterdag naar de top 30 luisteren. Net omdat het een verboden vrucht was, was ik er helemaal door geobsedeerd.

In 'Fairweather friends' haal je "the day the music died" aan, maar bij jou is het niet de dag waarop Buddy Holly, The Big Bopper en Ritchie Valens crashten met hun vliegtuig.
Van Looy:
Dat liedje gaat over vrienden die er alleen zijn als het goed gaat en dan een graantje meepikken, jaknikkers. Ik zie die ook in mijn omgeving, ja. Daar is niks mis mee, er is voor alles een tijd en een plaats. Maar als je alleen maar dat soort vrienden hebt, loopt het fout. Bij Michael Jackson was dat hét probleem, het heeft hem uiteindelijk de das omgedaan.

Bij een popsong moet je een verhaal schetsen in korte zinnen. Nooit jaloers op een schrijver, die zijn tekst helemaal kan uitdiepen?
Van Looy:
Misschien wel, maar romans schrijven vergt veel concentratie en maturiteit. Dat zie ik ook bij andere kunstenaars, zoals voor Will Sweeney (die de sublieme clip voor 'The game' maakte, tz), die kan echt uren zitten zwoegen aan zijn universum. Daar heb ik enorm veel respect voor, maar ik ben niet iemand die uren gaat schaven. Uit angst om mij dood te werken, maar ook omdat ik eerder met de grove borstel iets maak. In popmuziek let ik trouwens niet zoveel op teksten. Ik hecht er wel belang aan, maar ik luister niet naar muziek voor de woorden.

Straks gaan jullie weer toeren. Als verwoed lezer, welk boek moet er zeker mee?
Van Looy:
Franny and Zooey van Salinger. Ik herlees het zeker één keer per jaar, het vat voor mij alles samen. Als ik het geloof in wat ik doe of wie ik ben kwijt ben, brengt dat boek me weer op het juiste spoor.

Je leeft voor het grootste deel uit je reiskoffer. Heb je nooit zin in een vaste stek?
Van Looy:
Nee, maar ik heb wel rustpunten nodig. Onderweg zijn is heel stimulerend, letterlijk: ik schrijf mijn teksten al wandelend, ik moet bewegen om creatief te zijn. Maar je raakt ook op. Vorig jaar ben ik drie weken thuis geweest, op het einde van het jaar was ik een schim. Toen heb ik beseft dat het ook belangrijk is om een sleutel te hebben van een plek waar je kunt opladen. Waar je niet met iemand hoeft te praten of rond te kijken. En dat is Parijs voor mij. Ik heb nu ook aan het Centraal Station in Antwerpen een soort hok. Geweldig om dat af en toe op slot te doen.

wanneer: 15/04/2011 om 20 uur
tickets: € 16/19

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni