De Estse republiek bestaat 100 jaar en zit nog tot het einde van het jaar de Raad van de Europese Unie voor. Voor Flagey reden genoeg om de verrassend levendige Estse jazzscene voor het voetlicht te brengen met het B-Est Jazz Fest. En met saxofoniste Maria Faust spelen ze meteen een grandioze troefkaart uit.
Estse saxofoniste Maria Faust speelt in Flagey
De Estse Maria Faust (1979) is een jonge saxofoniste met een flinke dosis zelfrelativering, een doorgedreven visie en het juiste gevoel voor humor. In 2016 werd ze in eigen land nog bekroond tot jazzmuzikant van het jaar, en een van haar recente projecten, Sacrum facere, is volledig opgebouwd rond Estse tradities.
Geen wonder dus dat Flagey haar programmeert tijdens B-Est Jazz, een jazztweedaagse met muzikale ontmoetingen tussen Belgisch en Ests jazztalent in het kader van het Estse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie en de 100ste verjaardag van de republiek Estland. Een gesprek over volksgewoonten, de impact van het Sovjetregime en girlpower.
Op Sacrum facere, de cd die je komt voorstellen in Brussel, staat de folktraditie van Estland centraal. Is dat een zuiver muzikaal gegeven of ook een politiek statement?
FAUST: Ik werk momenteel aan een cyclus over het menselijke geheugen. Er zijn heel wat invalshoeken om dat gegeven te benaderen. Voor Sacrum facere stonden volkstradities, de cultuur en het nationale aspect centraal. Ondertussen ben ik al met het vervolg bezig, waarbij de focus ligt op instellingen en religie. Er komt ook een hoofdstuk waarin alles draait rond klankherinneringen en de plekken van origine.
Ik groeide op in een eilandomgeving en zoek uit wat de invloed daarvan was op mijn leven. De volgende stap is een project rond psychofysische en lichamelijke herinneringen. Het is een werk op de lange termijn en meteen ook een zoektocht naar wie ik ben en waarom ik zo in elkaar zit. Hoeveel van mezelf is echt mezelf?
Welke invloeden waren bepalend om tot je eigen stijl te komen?
MARIA FAUST: Mijn muzikale smaak is heel breed en gaat van latin en folk tot klassiek en daar ver voorbij. Als je het hebt over jazz, dan komen namen als Duke Ellington, Oliver Nelson en Bill Evans met Miles Davis naar boven. Hun platen wakkerden mijn interesse aan voor grote ensembles. Met dat essentieel verschil dat ik een blanke vrouw ben die geboren is in een Sovjetland.
Daardoor ben ik meer marching dan swinging. (Lacht) Klassieke Russische muziek en componisten zoals Rimski-Korsakov zitten dan ook onvermijdelijk verweven in mijn werk. Maar ik bepaal niet mathematisch welke elementen ik al dan niet gebruik. Ze zitten gewoon in mijn DNA.
Vanwaar eigenlijk de titel Sacrum facere?
FAUST: Sacrum facere komt uit het Latijn en betekent ‘menselijk offer’. Maar ik verwijs niet naar de letterlijke betekenis, eerder naar wat de waarde is van een menselijk leven en hoeveel leugens er nodig zijn om een land en een cultuur op te bouwen. We moeten heel wat opofferen om iets te creëren, in alle domeinen.
Hoe zit het eigenlijk met de positie van vrouwelijke muzikanten in Estland?
FAUST: Er is nog steeds een universeel probleem. We hebben dringend een juist evenwicht nodig. Zonder vrouwelijke inbreng blijft het maar een arme bedoening. Niet alleen in de muziek, ook in de politiek en andere domeinen. Vrouwen zijn weliswaar verschillend maar zeker niet zwakker. Als iemand mij zegt dat vrouwen het gewoon niet in zich hebben, wil ik erop kloppen. Wat een onzin. We hebben hét, of het nu gaat om literatuur of om hardcorejazz.
De realiteit is echter dat vrouwelijke muzikanten vaak stoppen na een bepaalde tijd. Het onderwijssysteem is opgebouwd als een mannenbastion. Wij hebben geen echte rolmodellen. Zelf voel ik mij gewoon een saxofonist en een componist. Het adjectief vrouwelijk vind ik daarbij helemaal niet nodig.
Je kiest telkens heel opvallende en zelfs licht provocerende namen voor je groepen: Shitney (Spears), Maria Faust Jazz Catastrophe, Pistol Nr. 9. Jouw idee van girlpower?
FAUST: Ik zie het eerder als zelfironie en humor. Je hebt sowieso een naam of een titel nodig, en ‘Sunshine’ of ‘What a beautiful mountain’ vind ik echt niet kunnen. Dat klinkt dom en naïef. Ik geef liever een hint over wie ik ben en hoe de muziek klinkt. Zo girly ben ik trouwens niet. (Lacht) Ik werk in een mannenwereld en voel mij in die zin meer mannelijk.
Met jouw familienaam was je haast gedoemd om artiest te worden.
FAUST: Het is mijn echte familienaam. Faust betekent trouwens ook vuist. Ik ben niet de dokter Faust uit het werk van Goethe. Of misschien ben ik toch de oude man die zijn ziel verkocht en een mooie jonge vrouw werd. (Lacht)
Op je website staan een paar foto’s van jou met een kip. Wat is daar de betekenis van?
FAUST: Wanneer ik componeer, denk ik er ook het visuele aspect bij. Als kind had ik geen vrienden, maar wel een kip. Het is een heel lief schepsel. En die kip uit mijn kindertijd dacht ook echt dat ik haar kleintje was. Het was een ideaal element om in Sacrum facere te verwerken. Zo leg ik de link met het belang van huisdieren in de volkstraditie. Een kip geeft eieren, vlees en pluimen en is op die manier een symbolisch dier.
HET BESTE VAN DE ESTEN
Flagey trekt dit seizoen meermaals de Estse kaart in het kader van de 100e verjaardag van de republiek Estland en haar voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Het tweedaagse jazzfestival met de catchy naam B-Est Jazz Fest is daar een eerste voorbeeld van. Maar hoe goed is die Estse jazz dan wel? Flageys enthousiaste jazzcoördinator Maarten Van Rousselt maakte zich aanvankelijk dezelfde bedenking, “tot ik na twee bezoeken ter plaatse moest toegeven dat er wel degelijk een levendige Estse jazzscene bestaat.” Van Rousselt legt de verklaring daarvoor bij een aantal factoren: “Er is sowieso een sterk conservatoriumlandschap. Muziek, ook een ruime aandacht voor jazz, is er echt onderdeel van de algemene opvoeding. De jonge generatie heeft het natuurlijk wat makkelijker na jaren van overheersende Sovjetinvloeden. Zo luisteren ze ook naar jazz van over de grenzen en zijn er vlotte internationale uitwisselingen. Dat laatste trouwens vooral door overheidssteun via diverse kanalen, waaronder de Estonian Jazz Union.”
Belangrijk voor Van Rousselt was om net die nieuwe lichting in de kijker te plaatsen. “Kiezen is verliezen. Met twee groepen kan je slechts een tipje van de sluier lichten. Maria Faust zag ik in Estland driemaal aan het werk, telkens in een andere combinatie. En elke keer werd ik overdonderd door haar persoonlijkheid. Idem voor het pianotrio Peedu Kass Momentum, die steeds echt een verhaal te vertellen hadden.”
De twee Estse bands krijgen, in het kader van de reeks The Best of Belgian Jazz, het gezelschap van twee jonge Belgische toppers: De Beren Gieren en LG Jazz Collective. “Je kan niet om deze groepen heen. De Beren Gieren stellen bij ons in première hun nieuwe album Dug out skyscrapers voor. LG Jazz Collective werkt aan een nieuwe cd, die dit najaar zal verschijnen, maar die ze in Flagey in avant-première spelen.”
Het B-Est Jazz Fest krijgt trouwens nog een staartje, want vanaf 2018 komt er in Flagey een tweejaarlijks festival met telkens een ander Baltisch land in de kijker. Een weekend rond de Estse componist Arvo Pärt staat al gepland in januari.
> B-est Jazz Fest, 12 & 13/9, Flagey
> Maria Faust, 12/9, 19.30, Flagey
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.