Gaëtan Vandewoude blikte de voorbije twee jaar diep in de spiegel. Maar hij zag zichzelf niet meer en ging graven naar zijn fundamenten. Een zoektocht die condenseerde in Billy, het derde album van Isbells.
Gaëtan Vandewoude (Isbells) blikt in de spiegel
Het is winderig, een metalen tafel klettert tegen de grond en regen dreigt onze dictafoon om zeep te helpen. Nee, die Indian summers zijn, op een terras in de nieuwe autoluwe zone van Brussel althans, niet meer wat ze geweest zijn. "Zullen we naar binnen gaan?" lacht Gaëtan Vandewoude. Zijn ogen glinsteren. "Strak plan."
De frontman van Isbells is opvallend ontspannen in vergelijking met die schuchtere debutant van vijf jaar geleden, toen Isbells met broze Bon Iver-folk zijn kop bescheiden aan het venster stak. "Ik was su-per-gesloten," vertelt Vandewoude. "Na optredens ging ik naar huis en sloot me op. Ik voelde me niet thuis in de muziekbusiness. Het is een kunst om daarin je grenzen af te bakenen. Maar ik denk dat me dat steeds beter lukt."
De derdeling van Isbells, simpelweg Billy gedoopt – het behoeft geen dieptejournalistiek om looplijnen tussen the kid en de zanger te zien – moet niettemin een zware bevalling zijn geweest, te oordelen aan tekstregels als "Billy was a sad boy" en "the sound of a broken man is silent as the grave". "Het was twee jaar hard zwoegen," knikt Vandewoude. "Maar platen maken is goed voor me, het helpt me om de dingen een plaats te geven."
Over welke 'dingen' hebben we het dan, Gaëtan?
Gaëtan Vandewoude: De duizend brokstukken waarin ik was uiteengevallen. Twee jaar geleden heb ik tegen mijn vrouw gezegd: het gaat niet meer, ik kan zo niet meer met jou samenleven. Ik ben een tijdje alleen gaan wonen. Maar zij was niet het probleem, dat was ikzelf. Ik keek in de spiegel en ik wist niet meer wie ik was. Ik dacht al die jaren dat ik goed zat, maar ik was angstig en eenzaam. Ik was niet vrij. Ik had voor mezelf een veilige plaats gecreëerd, met dikke muren errond.
Mijn ouders zijn gescheiden toen ik vier was. Ik bleef vaak bij mijn moeder, ze was veel weg om te gaan werken, we zijn vaak verhuisd. Ik moest telkens ergens anders opnieuw beginnen, had geen thuisgevoel. Dat heeft me getekend, ja. Door die breuk met mijn vrouw heb ik dat erkend. Ik ben gaan graven naar mezelf, ben in die pijn gedoken die ik altijd had ontkend.
Ik besefte snel dat mijn enige veilige plek bij mijn vrouw was. Ik kreeg angstaanvallen, werd 's nachts zwetend wakker en kroop in foetushouding. Het was heftig. Ik heb toen alles neergeschreven in twee dagen, een rollercoaster. Langzaamaan zijn mijn vrouw en ik weer naar elkaar toe gegroeid, nu zijn we weer samen.
"He kept his troubles all inside," zing je in de derde persoon over Billy. Dat ben jij, toch?
Vandewoude: Ja. Dat was geen bewuste keuze. Ik heb ook in de ik-persoon geschreven, dat gaat dan over het nu. Billy bekijk ik als 'hij', dat is de afstand die ik voel tegenover het kind dat ik was. Op oude foto's zag ik een blij kind, maar ik kon mezelf daar niet meer mee verbinden. Ik wilde mezelf weer opbouwen, en daarom moest ik terug naar die kindertijd. Maar ik vond geen funderingen.
Ik ben veel met mijn ouders en mijn broer gaan praten. Ik heb mij heel open opgesteld, heb ook veel gesprekken gehad met vrienden. Ik heb echt die 'verbinding' gezocht. Langzaamaan heb ik puzzelstukken verzameld, dingen op tafel gelegd die vroeger voor mij niet zichtbaar waren.
Waren er strohalmen waaraan je je kon vasthouden in je zoektocht?
Vandewoude: Op een bepaald moment vertelde ik aan een van de muzikanten van Chantal Acda (die ook bij Isbells speelt, tz) in welke krochten van de ziel ik terecht was gekomen. Drie weken later zag ik hem terug, en hij had voor mij Letters to a young poet van Rainer Maria Rilke mee. In zijn advies aan een jonge, twijfelende dichter verwoordde Rilke precies hoe ik me voelde: kijk niet naar buiten, kijk naar binnen. Daar zit de waarheid.
Die gedachte zit zowat vervat in het liedje 'The art of knowing', dat doet denken aan een spreuk die Neil Young ooit eens op een platenhoes beitelde: "God grant me the serenity to accept the things I cannot change, the courage to change the things I can, and the wisdom to know the difference".
Vandewoude: (Enthousiast) Dat is precies wat Jo Jacobs van De Held me op een avond vertelde. We zaten om drie uur 's nachts in de auto voor zijn voordeur, ik was mijn hart aan het luchten. Twee vrienden, even in een cocon. Hij heeft me toen veel bijgebracht over weten en niet weten, over erkennen wat er binnen je mogelijkheden ligt. Die gedachte is erg belangrijk geweest.
De muziek waarin je Billy doopt, is soms heel erg uitgepuurd. 'When we were young' is bijna stilte in een song.
Vandewoude: Ik had wat demo's opgenomen, enkel met mijn gitaar. Ik wilde het sober houden om zo in die pijn te kunnen kruipen. Maar het werkte niet. Ik was te overbewust. Daarna ben ik alles heel rijk beginnen te arrangeren. Toeters en bellen, helemaal over the top. Waarna ik weer bij zo'n vroege demo uitkwam, en dat heel hard binnenkwam. Twee maanden werk heb ik overboord gegooid. (Lacht)
Het mixen verliep op dezelfde manier, tot ik er Jo bij heb gehaald. Ik zat er te dicht op, maar hij heeft me prima geholpen. Toen ik naar huis reed met de master, kreeg ik opnieuw een paniekaanval. Alles klonk vervormd, de liedjes waren monsters geworden. Ik zat ook erg in met wat de buitenwereld ervan zou vinden, dat was een wurggreep. Maar dat is langzaam weggeëbd. Nu weet ik dat dit honderd procent de plaat is die ik moest maken.
En nu hoor ik minder gitaar, en meer piano.
Vandewoude: Ik speel héél graag piano, ja. Ik ben dat meer beginnen te doen. Bij mijn moeder stond vroeger een piano, maar die raakte ik niet aan. Ik kocht op mijn veertiende een drum omdat ik iemand bij de scouts daarop had horen knallen en dat vond ik cool. Ik heb aan de Jazzstudio gezeten en op het Lemmens. Ik heb daar vooral gepingpongd (lacht), maar geef mij een toonaard en ik kan ermee weg.
En nu mag je weer veel gaan spelen.
Vandewoude: Ja. De goesting is groot. Toen de plaat af was, had ik rust nodig. Ik wilde mijn focus verleggen, werk zoeken. (Lacht) Maar nu kijk ik ernaar uit om mijn band weer te 'vinden'.
Isbells
data: 20/9, 19.30
waar: Botanique, Sint-Joost-ten-Node
Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Muziek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.