Het LABtrio is een schoolvoorbeeld van hoe een band in amper een decennium kan evolueren van studentencombo tot een van de hipste jazzgroepen, en dat nog vóór de leden dertig zijn.
LABtrio viert tiende verjaardag met concert in Jazz Station
We schrijven 2007. Het lijkt wel of de jonge Belgische jazzscene ontploft. De vele afgestudeerden veroorzaken een vloedgolf aan groepen, projecten en initiatieven. Concertorganisatoren en clubeigenaars zien in dat het niveau ongelooflijk hoog ligt en geven die jonge wolven de nodige kansen door hen een podium aan te bieden, hen op festivalaffiches te plaatsen of wedstrijden te organiseren.
Tussen al dat jonge geweld bevindt zich een trio dat meteen opvalt. De drummer is twintig, de pianist zestien en de bassiste achttien. Al snel is duidelijk dat Lander Gyselinck, Bram De Looze en Anneleen Boehme alles in zich hebben om het maken. Onder de naam LABtrio schrijven ze zich in voor enkele jongerenwedstrijden. Ze kapen meteen de eerste prijs weg. Ook in Frankrijk, op het concours van het Tremplin Jazz-festival in Avignon is het raak. Aan de prijs hangt een opname vast. Het resultaat, Fluxus, verschijnt in 2013 op Outhere, het label dat ook Aka Moon onderdak biedt. Lovende kritieken volgen.
Een verklaring voor dat succes? Jeugdige gedrevenheid, interesse voor de meest uiteenlopende stijlen, podiumprésence en natuurlijk een pak talent. Gyselincks drumstijl valt daarbij te omschrijven als onorthodox, maar wel gemillimeterd en perfect getimed. De Looze zorgt door onverwachte details voor verrassende invalshoeken, terwijl Boehme de rol op zich neemt van magische stroomverdeler die de twee mannelijke hoogspanningskabels op de juiste manier geleidt.
Alternatieve jazzbiotopen
Behalve in LABtrio blijven ze elk afzonderlijk actief in diverse andere groepen en projecten. Gyselinck en De Looze trekken zelfs een jaar naar New York. Daardoor groeit hun internationale netwerk en volgt de erkenning. Door hun passage op het 12 Points Festival en een Britse tournee in het kader van Match&Fuse bouwen ze krediet op buiten de landsgrenzen.
Voor de opname van hun tweede cd, The howls are not what they seem, kunnen ze rekenen op Michaël Attias (Paul Motian) en Christopher Hoffman (Marc Ribot). Het wordt hun eigen New York Connection, een opmerkelijke link tussen de hedendaagse alternatieve jazzbiotopen van New York en Vlaanderen. Met onder andere STUFF., Septych en diverse theaterprojecten verzilveren de drie verder ook elk apart hun succes.
En plots is het 2017. Het trio bestaat tien jaar en de leden zijn net (geen) dertig. Op de nieuwe cd, Nature city, horen we een ingetogen en heel beredeneerde sound, die de link legt tussen Bach en drum-'n-bass. Niet door extreme effecten of hippe trucjes, maar met doorgecomponeerde stukken waarin stilte en open ruimten de structuur bepalen. Niet bepaald de splinterbom die je zou verwachten van experimentalisten, wel het bewijs dat ze vroegtijdig volwassen werden en beseffen dat minder ook meer kan zijn. Ze buigen tegenstellingen en contrasten om tot een hechte sound. Live wordt dat nog eens extra uitvergroot.
> 10 years LABtrio. 25/02, 18.00, Jazz Station, Sint-Joost-ten-Node
Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Muziek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.