Les Nuits: de ever changing moods van Daan

Tom Peeters
© Agenda Magazine
02/05/2013
"Sixtijnse Kapel-achtige waanzin was het," zegt Daan over de exuberante opnamesessies van zijn nieuwe album Le franc belge, zijn eerste grotendeels in het Frans, en de perfecte afspiegeling van een artiest die al zijn gemoedsstemmingen probeert te omhelzen, hoe tegenstrijdig ze ook zijn.

Op 'La crise', een van de dertien nieuwe nummers op Le franc belge, staat een Griekse baglama. "Nee, geen sirtaki!" We vragen Daan of het ook een Spaanse flamenco had kunnen zijn. Daar is het ook crisis. Hij schudt het hoofd. Zijn trawant voor het crisisgeluid was immers Michel Hatzigeorgiou, de bassist van Aka Moon én van Griekse afkomst. Hij woont bij Daan in de straat en smokkelde rebelse rebetika het palet van Daan binnen zonder dat dat als een tang op een varken klinkt. En er is nog meer schoon volk te gast: Jef Neve speelt piano op een handvol tracks, maar ook Geoffrey Burton, Nicolas Thys en Kris Defoort schoven mee aan naast usual suspects drumster Isolde Lasoen, toetsenist Jeroen Swinnen en cellist Jean-François Assy.

"Allemaal mensen die in de zomer mee aan de barbecue staan," zegt Daan enthousiast. "Brussel is klein genoeg om elkaar altijd te vinden. Mijn geluk is dat het ook straffe muzikanten zijn, want zelf kan ik misschien wel conceptjes bedenken, scenariootjes schrijven en daar melodietjes op plakken, ik beheers geen enkel instrument echt goed."

Maar first things first: waarom in het Frans, Daan?
Daan:
Als je de helft van je privéleven in het Frans doorbrengt en iedereen voortdurend fantastische oneliners naar je kop hoort slingeren, is het zot om het niét te doen. Rommel-markten doen met de (Franstalige) moeders van mijn kinderen, die allebei een penchant hebben voor Franse muziek uit de jaren 1970 en '80, heeft ook geholpen. Ik kan niet zeggen dat ik het Engels heb opgebruikt, maar ik heb het met mijn beperkte kennis ervan toch al zwaar binnenstebuiten zitten keren. Het Engels kon je nog als een extra instrument beschouwen. Dat kun je met het Frans niet maken. Het is gemaakt om naar te luisteren. Je wordt verplicht om dichter bij de micro te kruipen en goed te beseffen dat iedereen elke zin hoort, begrijpt en analyseert. Heel intimiderend en angstaanjagend, maar ook mooi.

Waarom heeft het dan uiteindelijk nog zo lang geduurd?
Daan:
Misschien vond ik het vroeger wel tof dat er nog een buffer was. Je hebt zelfvertrouwen nodig om het zo dicht tegen de micro te durven zeggen. Gelukkig heb ik met Thierry Dory, de regisseur die mijn Simple-optreden in Flagey heeft gefilmd, een handlanger gevonden die de finesse van de taal beheerst. Hij was de enige die iets zag in de brute titels en slagzinnen die ik weleens debiteerde. Ik had al geprobeerd om samen te werken met songschrijvers uit Parijs, maar dat werkte langs geen kanten. Ik vond het veel interessanter om aan de slag te gaan met een cinemaschrijver, want die denkt in dialogen. Hij heeft al de Franstalige nummers van de plaat onder handen genomen. Dat is mijn redding geweest.

Hoe heeft hij je geholpen?
Daan
: Hij deed me inzien dat ik er niet zomaar mocht inhakken, zoals ik ook het Engels weleens verkracht, dat het niet gratuit mocht zijn. Pure woordspelletjes waren uit den boze; er moest altijd een achterliggende dubbele bodem zijn, of een driedubbele bodem. Neem 'Conducteurs fantômes': ik zag dat eerst in het enkelvoud, met mij als enige spookrijder. Thierry zei me dan: 'Wacht, we maken er een koppel van dat samen beslist niet door te hebben dat ze aan het spookrijden zijn en zo een ultieme verbintenis aangaat.' Op die manier heeft hij veel nummers extra dimensies gegeven.

Ook puur muzikaal puilt Le franc belge uit.
Daan:
We zijn nochtans klein begonnen met alleen zang en gitaar, maar de eerste demo's suggereerden al een orkest. Nadat ik ze gedeeld had met mijn muzikanten volgde een pletwals van arrangementen. We hadden al beslist om geen beats, synths, arpeggio's en luid rockende drums te gebruiken. De sturm-und-drang moest dus ergens anders vandaan komen, maar was uiteindelijk niet tegen te houden. Vergelijk het met een leeuwenwelpje: heel schattig en lief, maar je weet dat het ooit een beest wordt. Het is uit de hand gelopen tot Sixtijnse Kapel-achtige waanzin. Op de openingstrack 'Mes états unis' hoor je drie drummers en zowel ik als Jeroen (Swinnen) en Jef (Neve) spelen piano. Het is een gigantisch kluwen geworden, soms tot 250 sporen, die we achteraf wel teruggedrongen hebben tot een veertigtal. Als je op de computer wou scrollen van het bovenste naar het onderste spoor kon ik een kop koffie zetten. (Lacht)

Waarmee we meteen een inkijk krijgen in het karakter van Daan?
Daan:
Ja, misschien wel. Je kunt jezelf proberen op te kuisen en één iemand proberen te zijn met één soort van gedrag. Maar dat werkt niet in mijn geval. Dus omhels ik al mijn mood swings, hoe tegenstrijdig ze ook zijn. Als een dag 24 uur heeft, dan verander ik 24 keer van gemoedsgesteldheid - 'My ever changing moods' van The Style Council! Als kind had ik 84 smurfen. Die hadden elk hun eigen karakter, en elke tien minuten speelde ik met een andere: er was serieuze smurf, maar ook crapuulsmurf, je had de versierder, de zwerver, de sociale, de grapjas… Ik heb het karakter van hen allemaal. Dat rollenspel zit er van kinds af in.

De voorbije jaren lijk je steeds meer de rol van nar op je te nemen.
Daan:
(Lacht) Ja, ik voel mij soms wel een hofnar. Mijn respect voor Nand Buyl als hofnar in de Vlaamse tv-serie Het zwaard van Ardoewaan was trouwens groot. Door mijn uitgesproken belgicisme ben ik natuurlijk nog meer een hofnar geworden. Maar dat deert me niet: de reactie is altijd ingecalculeerd. Het is een keuze en een risico waarmee ik graag speel.

Zoals er achter de keuze voor schaalvergroting op een bepaald moment in je carrière ook een plan zat?
Daan
: Ja, ik stelde vast dat ik er niet van kon leven. In die beginjaren was ik verplicht om grafisch vormgever te blijven. Toen heb ik beslist er een lap op te geven. Eigenlijk heb ik het Radiohead-voorbeeld gevolgd: eerst via hitland passeren en dan beginnen met de waanzin. En ik heb er geen spijt van. Op festivals gaan staan in een wit kostuum met 10.000 man aan je lippen: eerlijk waar, dat was ongelooflijk plezant. Zeker als je een tamelijk gereserveerd persoon bent zoals ik.

Velen glijden na zo'n passage aan de top af.
Daan
: Je moet afstand houden, weten waar je vandaan komt en waar je naartoe wilt, want if you try to be an icon, the icon becomes you. En tegelijk maakt het deel uit van een bepaalde belgitude. Wij Belgen kunnen die afstand bewaren omdat we het surrealisme beheersen waar ook de popart dicht bij aanleunde en waar pakweg Telex zo goed in was. Het is zoals Kraftwerk dat een nummer maakt dat 'Computer' heet. Een zieke, maar geniale vorm van conceptualisme. Wat wil je worden: een icoon? Breng dan gewoon een nummer uit dat 'Icon' heet. Het is allemaal een selffulfilling prophecy.

Daan
wanneer:
6 mei 2013, 19.30 uur
tickets: €20/23
--------------

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni