Majid Bekkas is de tovenaar van ontmoetingen

Benjamin Tollet
© Agenda Magazine
21/02/2011
In Marokko noemen ze hem niet voor niets de tovenaar van de ontmoetingen. Ook zijn nieuwe album Makenba is een staaltje afro/gnawa/jazz, met Aly Keïta op balafon, de jazzman Louis Sclavis op saxofoon en de Argentijn Minino Garay op percussie. “Ik sta als Marokkaan op het kruispunt van drie beschavingen: de Arabische wereld, Afrika en Europa.”

De muziek van de Gnawa's vormt de ruggengraat van Majid Bekkas' muziek. Niemand van zijn familie is Gnawa, maar hij groeide op in een wijk waar veel Gnawa's leefden. Het zijn hun trancenachten die Bekkas aantrokken. "Het is ceremoniële muziek die deelnemers in een staat van trance brengt. De muziek komt oorspronkelijk van de Bambara's, de West-Afrikaanse slaven die naar Marokko gevoerd werden. Daardoor klinkt de muziek zo zwart-Afrikaans," vertelt Bekkas aan de telefoon vanuit zijn huis in Salé, een stadje naast Rabat. "Ik was vooral aangetrokken door het geluid van de guembri, een traditionele bas die bedekt is met een kamelenvel waardoor hij ook als percussie-instrument bespeeld kan worden. De guembri heeft een diep, magisch geluid dat je doet reizen."

Hoe bent u die gnawamuziek met andere genres gaan vermengen?
Majid Bekkas
:Ik heb een lange staat van dienst. Ik begon met de traditionele Arabische muziek voor ik in de jaren 1970 overstapte naar populaire Marokkaanse muziek à la Nass El Ghiwane. Dat was toen in, ik speelde banjo. In de jaren 1980 groeide mijn interesse voor de gitaar en heb ik een bluesgroep gevormd. Nu is mijn muziek een synthese van al die ervaringen. Marokko is geografisch goed gelegen tussen de Arabische wereld, Afrika en Europa. Die Afrikaanse kant vertaalt zich in gnawa, de Arabische kant in de oud (Arabische luit) en de westerse kant in improvisaties en jazzinvloeden.

Uw nieuwe album heet Makenba. Wat wil dat zeggen?
Bekkas
:Het is een traditioneel gnawanummer dat de kleur blauw vertegenwoordigt, de kleur van de zee en de hemel. Moussa Makenba is een heilige die symbool staat voor kracht, de kracht die God aan Mohammed gaf.

Het album is opgenomen met drie internationaal gerenommeerde muzikanten, Aly Keïta, Minino Garay en Louis Sclavis. Hoe kwam die samenwerking tot stand?
Bekkas
:Ik heb Aly in 1998 in Frankrijk ontmoet en geïnitieerd in de gnawamuziek. Toen we het nummer Mimouna speelden, had Aly plots tranen in de ogen. Hij stopte en vertelde me dat zijn moeder ook Mimouna heette. Heel ontroerend… Minino heb ik in 2004 in Brest ontmoet, hij is Argentijn en gebruikt percussie die oorspronkelijk uit Afrika komt, zoals de bombo. Ik ben echt in mijn nopjes als hij me begeleidt. Louis leerde ik in 1996 kennen tijdens de eerste editie van het Festival Jazz aux Oudayas in Rabat, waarvan ik artistiek directeur ben.

Het is al het derde album dat u uitbrengt op het Brusselse label Igloo Records. Vanwaar die keuze?
Bekkas
:Na een soloconcert in het Institut français van Rabat wou een man een cd kopen. Ik had echter nog geen albums opgenomen. In Marokko interesseerde geen enkele producer zich in mijn muziek, want die paste in geen enkele categorie. Die man was Daniel Sotiaux, destijds vertegenwoordiger van Wallonie-Bruxelles Musiques in Rabat en voorzitter van het label Igloo Records. Zij brachten mijn eerste album Gnawa blues uit en ik ben sindsdien zeer tevreden. Ik krijg er de vrijheid op te nemen wat ik wil, met wie ik wil. Zo'n volledige artistieke vrijheid is zeldzaam.

wanneer: 24/02/2011 om 20.30
tickets: € 12/13/14

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Etterbeek , Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni