Pavel Haas Quartet brengt Tsjaikovsky, Shostakovich en Schubert

Roel Daenen
© Agenda Magazine
09/12/2011
Er moet vast iets in het water zitten, daar in Tsjechië. De strijkkwartetten schieten er als paddenstoelen uit de grond, met veel succes overigens. Neem nu het Pavel Haas Quartet. Dat werd opgericht in 2002 en schittert momenteel aan het firmament van de klassieke muziekwereld. Zo maakte het furore met bekroonde opnames en concerten wereldwijd. Op 13 december zijn ze te gast in het Conservatorium.

We belden cellist Peter Jarusek in Praag op.
Mijnheer Jarusek, als ervaringdeskundige: hoe komt het dat Tsjechië zoveel uitstekende strijkkwartetten voortbrengt?

Peter Jarusek: We hebben in ons land inderdaad een lange traditie van strijkkwartetten. Een aantal daarvan hebben naam en faam gemaakt in het buitenland, zoals het Smetana, het Janáček en - recenter - het Zemlinksy en het Prazak Quartet. Maar weet je wat vreemd is? In onze muziekscholen ligt de klemtoon nauwelijks op kamermuziek! Het potentieel van onze jeugd wordt niet gebruikt, laat staan in de goeie richting gestuurd. Dat zorgt er ook voor dat iedereen die kamermuziek wil spelen, naar het buitenland moet. Precies zoals ook wij gedaan hebben. Al moet ik er meteen bijzeggen dat onze belangrijkste mentor de violist Milan Škampa, de violist van het Smetana Quartet én de stichter van het Škampa Quartet was... en is. Ik herinner me nog, toen we bij hem aanklopten voor raad, dat hij zei dat "het strijkkwartet de mooiste gevangenis ter wereld is." Dan sta je toch wel even te kijken. (Lacht) Hij is zo'n wijs man én een groot musicus.

Een criticus vindt jullie 'klinken als een orkest'. Wat is jullie succesrecept?
Jarusek: Dat is moeilijk te zeggen. Maar heel wat mensen hebben ons leren kennen dankzij de opname van Antonín Dvořáks Strijkkwartet N° 9 - een heel groot, monumentaal stuk. We hebben geprobeerd dat met een orkestrale klank neer te zetten, met een groot, ruimtelijk geluid. Het tweede werk op het album was het beroemde 'Amerikaanse' strijkkwartet, ook van Dvořák. Dat heeft een heel klassieke structuur. Dat hebben we op een heel eenvoudige manier proberen te vertolken. Je zou ons 'geheim' kunnen omschrijven als dat we voor elk werk een andere sound proberen op te roepen, wat niet altijd even makkelijk is. Je moet als uitvoerder heel wat keuzes maken. Heel dikwijls nemen we onze concerten of delen van de repetities op - dat is erg handig als je discussieert over bepaalde elementen waarover je niet zeker bent.

Jullie brengen in Brussel werk van Tsjaikovsky, Shostakovich en Schuberts Der Tod und das Mädchen.
Jarusek: Dat laatste is een van de wonderlijkste werken voor het strijkkwartet die ik ken. Je ziet en hoort de personages zó voor je tot leven komen - ook al is het centrale thema in dit strijkkwartet de dood. (lacht) Het is ook een enorm dynamisch werk, boordevol contrasten. Het laatste deel, de presto, is eigenlijk een tarantella, een Italiaanse dans. Allicht heeft de zeggingskracht van het kwartet ook te maken met de programmatische inhoud. Schubert heeft ook een lied met diezelfde titel geschreven, in 1817 - zo'n zeven jaar voor het strijkkwartet. Het werk geldt zo'n beetje als Schuberts muzikaal testament.

start: 20.00 uur (inleiding door Jérôme Giersé om 19.30 uur)
tickets: 19 / 30 euro
------------------
Koninklijk Conservatorium
Regentschapsstraat 30, Brussel
02-507.82.00 - info@bozar.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni