Perotinus’ muzikale schokgolf
Perotinus legde mee de basis van wat later zou uitgroeien tot de veelgeroemde polyfonie. "In de grote muzikale centra van die tijd, zoals Parijs, werd wel al meerstemmigheid gebruikt," legt Paul Van Nevel, de oprichter en dirigent van het Huelgas Ensemble uit. "Maar dat ging niet verder dan het eenvoudige gebruik van parallelle kwarten, kwinten en octaven. Met andere woorden, een gregoriaanse melodie waartegenover een andere stem geplaatst werd. Dat is wat onder meer de voorganger van Perotinus, Leoninus, gedaan heeft."
"Langzaam verlopende tweestemmige gezangen met een onderstem in gedragen noten. De aanvankelijk geïmproviseerde stem was echter zeer beweeglijk. De nieuwigheid van Perotinus is dat hij tegenover die langzaam verlopende gregoriaanse melodie niet één, maar drie stemmen zet. Welnu, als je op je eentje improviseert, dan kun je als zanger eigenlijk doen wat je wilt. Als je met drieën aan het zingen bent, dan moet je melodische en ritmische afspraken maken. De tweede grote nieuwigheid was dat men die complexere muziek ging opschrijven. Perotinus' muziek vroeg een nieuw soort notatiesysteem. Dat zorgde dan weer voor de eerste aanzetten in Europa van een vroege, schuchtere vorm van meerstemmigheid, gebaseerd op parallelle bewegingen van de stemmen. Perotinus' meerstemmigheid was uitgesproken ritmisch, haast frenetiek. Dat bracht een grote schok teweeg: zoiets had men immers nog nooit gehoord! En via de universiteit van Parijs is die muziek uitgedragen over heel Europa."
Muziek voor de elite
"In de tijd dat Perotinus deze muziek schreef, kwamen er heel wat lijnen samen op één moment," verduidelijkt Van Nevel. "De gotiek vierde hoogtij in de architectuur, al heeft hij zijn muziek nooit kunnen beluisteren in een volledig afgewerkte Notre-Dame. Dat gebouw was in opbouw: begonnen in 1156 en pas in de loop van de jaren 1240 voltooid. De kathedraal zoals we die nu kennen had niets te maken met het gebouw dat Perotinus kende. Tussen het koor en de middenbeuk zat een muur die die twee delen van elkaar scheidde. De gelovigen in de kerk konden de muziek wel horen, maar konden niet zien wat er achter die muur gebeurde. Parijs was een belangrijk religieus centrum: het was de hoofdzetel van de bisschop. En alle ceremonies, processies, liturgische feestelijkheden... speelden zich af in dat koor."
"Het gewone 'publiek' had daar niks mee te maken. De werken die Perotinus geschreven heeft, waren bestemd voor de oren van de klerikale elite, en niet voor de gewone gelovigen. Ook belangrijk was de akoestiek. Probeer nu maar eens te zingen in de Notre-Dame! Je krijgt een echo van ongeveer acht seconden. In Perotinus' tijd was dat helemaal niet het geval. In het koor waar die muziek werd gebracht, hingen de wanden vol tapijten. Hoe belangrijker het liturgische feest, hoe meer wandtapijten er opgehangen werden. Banieren, vaandels en vlaggen zorgden ervoor dat de akoestiek veel korter werd. Ik schat dat die destijds minder dan de helft van vandaag bedroeg. In een akoestiek van acht seconden gaat elk detail verloren!"
31/05/2011 om 20.00
€18/29
Kerk van Onze-Lieve-Vrouw ter Kapelle, Kapelleplein, Brussel
02 507 82 00
Lees meer over: Muziek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.