The Sheepdogs: 'Terug naar de essentie om beter te rocken'
Aan de vooravond van die tournee bellen we een uitgelaten frontman Ewan Currie op in Austin, waar zijn groep straks aantreedt op het South By Southwest Festival. "Noodzakelijk om langzaam voet aan de grond te krijgen in de VS," zegt hij. "We spelen hier nog in veel kleinere zalen dan in Canada, waar we onze doorbraak al achter de rug hebben."
Maar de interesse voor bluesy, seventies-achtige classic rock zit duidelijk in de lift, en daar lijken jullie mee van te profiteren?
Ewan Currie: Ja, dat klopt, het lijkt alsof rockmuzikanten zich weer gewoon mogen amuseren op het podium. In de jaren 1990 was gitaarrock een vehikel voor muzikanten om te beklemtonen hoe depressief ze waren. Dat werkte voor Kurt Cobain, want zijn pijn was geloofwaardig, maar daarna probeerde iedereen gewoon als Nirvana te klinken. Gelukkig mag je nu weer rocken voor je plezier, zoals in de goeie ouwe seventies. Ook als ik naar een optreden ga, dan wil ik me gewoon amuseren: wat biertjes drinken, meisjes ontmoeten, gek doen. Uiteindelijk zijn we maar simpele jongens uit Saskatoon.
Euh?
Currie: Saskatoon, Saskatchewan. Dat klinkt exotisch, en afgelegen… En dat is het ook. (lacht) Het is een gezellig stadje van een dikke 200.000 inwoners in het midden van Canada. Als we met de band naar Toronto, de muziekhoofdstad van het land, moesten rijden, dan duurde dat gemiddeld 32 uur. En om iets te betekenen in Canada moet dat geregeld.
Hoe kwamen jullie trouwens op die Rolling Stone-cover terecht?
Currie: We waren door het rockblad geselecteerd om er gedurende twee maanden met zestien andere bands voor te strijden. We moesten niet alleen optreden, maar ook online allerlei dingen organiseren, mensen overtuigen om voor ons te stemmen. En dat lukte aardig.
Zeg dat wel: jullie haalden maar liefst anderhalf miljoen stemmen.
Currie: Ja, we waren echt verrast. Het was surrealistisch om ons op die cover te zien, maar we zijn nog meer in de wolken over de gevolgen ervan. Zo raakten we na een concert in New York aan de praat met Patrick Carney van The Black Keys, een geweldig slimme kerel die rock-'n-roll uitademt, en hij bleek ook nog eens bereid ons album te producen! Hij hielp ons het vet van onze songs te schrapen. Soms heb je immers te veel ideeën, en moet je weer naar de essentie om beter te kunnen rocken.
Ik zag net de videoclip van "Feeling Good", jullie nieuwe single. Scenario: de mini action hero-versies van jullie moeten groupies gaan bevrijden uit de handen van gewelddadige ninja's. Het nepbloed spat van het scherm.
Currie: Ja, gelukkig is het de poppenversie (lacht), maar ik hou wel van het hoge tongue-in-cheekgehalte. De meeste poppen waren trouwens omgebouwde GI Joe- en Barbiefiguren, maar zelf zijn we gemaakt uit klei door de Canadese artieste Kira Shaimanova. We zien er schrikbarend levensecht uit.
En behoorlijk rock-'n-roll. Trouwens, artiesten met hun eigen poppencollectie hebben het meestal al gemaakt.
Currie: Ja, we lopen voor op ons schema. Het zou te gek zijn om de poppen ook te gebruiken voor onze merchandising, maar daarvoor liggen de productiekosten jammer genoeg te hoog.
19.30, €11/14
Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Muziek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.