Babar/Le fils des étoiles: Chinese inkt op olifantenvel
Vertel het niet verder aan de spionkop van zijn geliefde voetbalclub Club Brugge, maar tekenaar Benoît van Innis is deze zomer naar Anderlecht verhuisd. De Bruggeling, die jaren geleden al van de ene dag op de andere naar Brussel verkaste, had voorheen zijn atelier bij Thurn & Taxis, maar trok nu samen met zijn vrienden van het architectenbureau noA architecten naar een pand vlak bij de Kleine Ring.
U kunt Van Innis kennen van zijn covers voor The New Yorker, maar ook van zijn ontwerpen voor de interieurs voor metrostation Maalbeek, literatuurhuis Passa Porta of de nieuwbouw van de KVS. In december volgt een tentoonstelling van zijn werk in het Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle, maar nu al kunt u Benoît levend en tekenend aan het werk zien in het geënsceneerde recital van pianiste Claire Chevallier, die hem en maatje Josse De Pauw om een significante bijdrage vroeg.
Omdat schilderen volgens Benoît even veel met niet-werken als met werken te maken heeft, mogen we hem in zijn nieuwe atelier komen vragen hoe het allemaal zit: in Babar/Le fils des étoiles gaat hij met zijn tekeningen doen wat een theateracteur normaal met zijn tekst doet: concipiëren, instuderen en dan op het podium reproduceren. In dit geval op de tonen en tempi van twee vroeg 20e-eeuwse composities.
Van Innis: "Babar/Le fils des étoiles is een samentrekking van twee titels. Babar is natuurlijk het beroemde olifantje uit L'histoire de Babar dat de Fransman Jean de Brunhoff in 1931 schreef op basis van de verhalen die zijn vrouw aan hun kinderen vertelde. Daarin verlaat de kleine olifant Babar na de dood van zijn moeder de jungle en trekt naar de grote stad. Francis Poulenc heeft negen jaar later muziek geschreven bij dat verhaal. Claire Chevallier had het idee om die te confronteren met Le fils des étoiles van Erik Satie. Josse De Pauw brengt daarbij de tekst van Babar, en aan mij vroeg Claire om de twee stukken met elkaar te verbinden door op de scène (van Herman Sorgeloos) tekeningen te maken bij de twee muziekstukken, terwijl dat achteraan geprojecteerd wordt op een groot scherm."
Lyrisch abstract
Op muziek tekenen is nieuw voor Benoît. Zijn atelier ligt wel vol cd's, maar er staat nooit muziek op als hij aan het tekenen of schilderen is. "Ik vond de vraag van Claire meteen interessant. Toen ze ermee kwam, sprak ze ook over de twee verschillende werelden die Satie en Poulenc oproepen. De wereld van Le fils is naar binnen gekeerd, mystiek, en stelt de vraag naar de zin van het leven, terwijl het bij Poulenc meer over la joie de vivre gaat. Merkwaardig genoeg was die confrontatie van sferen ook meteen terug te vinden in de eerste tekeningen die ik tijdens de voorbereiding maakte. Dat ging vanzelf. Je zou het lyrisch abstracte tekeningen kunnen noemen, die het tempo en de sfeer van het verhaal en de muziek proberen uit te drukken. Ik maak ze snel - met rietpen en Chinese inkt. Het zijn recreaties van de tekeningen die ik voorbereid heb, maar ze verschillen elke keer weer een klein beetje van elkaar. Op den duur zal ik zo een heel aantal reeksen gemaakt hebben van hetzelfde thema - dat is misschien nog iets voor een facsimile uitgave later. In ieder geval verandert de structuur nooit spectaculair, want ik sta ten dienste van de composities, die zeer dwingend zijn. Timing is heel belangrijk. Ook voor Josse die de tekst heel juist op de muziek moet zeggen. Poulenc heeft een beetje geknipt in de tekst van De Brunhoff, maar heeft noot per noot genoteerd hoe die op zijn muziek aansloot."
:: Babar/Le fils des étoiles - Muziektheater Transparant
wanneer: 28 en 29 oktober 2008 om 20.15 uur
waar: Flagey, Heilig Kruisplein, Elsene, 02-641.10.20, info@flagey.be
inkom: 17 / 19 euro
Lees meer over: Elsene , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.