Broodhuis presenteert nieuwe wandtapijten

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
20/06/2008
Weldra kunt u in het Museum van de Stad Brussel, het Broodhuis op de Grote Markt, vier nieuwe wandtapijten uit de zestiende en zeventiende eeuw bezichtigen, samen met drie gerestaureerde retabels. Opmerkelijk, want na een omzwerving van eeuwen zijn de kunststukken terug in hun stad van herkomst. Kunsthistorica Martine Vrebos: "Je kunt wel zeggen dat ze opnieuw thuis zijn, ja."

'D e wandtapijtindustrie bloeide in Brussel tijdens de zestiende en zeventiende eeuw - tijdens de renaissance dus. Deze stad was het centrum van de nijverheid, en de tapijten werden over heel Europa verkocht aan gerenommeerde families," zegt de kunsthistorica Martine Vrebos, die instaat voor de restauratie van de eeuwenoude werken. "À propos: de benaming 'Vlaamse wandtapijten' is vaak fout, want die zogenaamde 'Vlaamse' tapijten kwamen meermaals uit Brussel, uit Brabant dus," voegt haar collega Ann Deknop eraan toe.

Kamers
"Meestal werden wandtapijten op bestelling gekocht, en dan betrof het meestal een zogenaamde 'kamer', een serie wandtapijten die een verhaal uitbeeldden. Zo scoorden bijbelverhalen, en later klassieke verhalen uit de oudheid, sterk," zegt Vrebos. "Maar zoals alles waren wandtapijten onderhevig aan modes. De thema's evolueerden door de eeuwen, en aan het einde van het ancien régime geraakten ze uit de mode. Tot ze in de negentiende eeuw een revival kenden. Ze werden toen massaal gerestaureerd, met alle gevolgen van dien. Door die negentiende-eeuwse restauraties zijn vele wandtapijten beschadigd geraakt. Het was toen nogal de mode om alles te 'verbeteren'. Maar onder ons: de kleuren uit de renaissance, op basis van natuurlijke stoffen, waren veel beter dan de industriële pigmenten die toen werden gebruikt."

"Elk wandtapijt werd eerst geschilderd op een karton, een verzameling aan elkaar gelijmde papieren. Dan werd het tapijt over dat motief heen geweven, wat een moeilijk procédé is, omdat elke kleur op een andere spoel moet worden geweven. Bij de meeste tapijten betreft het wol en zijde. Een tapijt bestaat ook niet uit één stuk; vele stukken zijn afzonderlijk geweven en dan vakkundig aan elkaar genaaid," leggen Vrebos en Deknop uit. "Zo'n tapijt maken was dus een intensieve bezigheid, waar gemakkelijk een jaar aan gewerkt werd. Het was een ambacht, en vaak mannenwerk, al sprongen vrouwen en kinderen vaak bij om het tapijt tijdig klaar te hebben."

Spanje

De grootste collectie wandtapijten bevindt zich volgens de twee kunsthistorica's in Spanje. "De vier tapijten die we hebben aangekocht, komen vooral uit privéverzamelingen. We schrokken ervan hoeveel mensen er eigenlijk nog een oud wandtapijt in hun huis hebben. Maar dus: de vier tapijten zijn met zekerheid in Brussel geweven, je kunt dus wel zeggen dat ze na zoveel eeuwen opnieuw thuis zijn, ja."
Wandtapijten brengen internatio­naal nog altijd veel geld op. "We kennen tapijten die voor een half miljoen euro zijn verkocht. Maar hoeveel de vier gekost hebben die wij net hebben aangekocht, dat mogen we niet zeggen," klinkt het.

Het Museum van de Stad Brussel hoopt de tapijten deze week volledig gerestaureerd te hebben; daarna worden ze tentoongesteld. "Maar hoe het er nu voorstaat, denken we dat het wat langer zou kunnen duren, want je moet weten dat er eeuwenlang weinig zorg is gedragen voor die tapijten," merkt Vrebos op. "Nog een leuke anekdote: omdat sommige eigenaars vroeger niet goed begrepen waarover het afgebeelde verhaal ging, besloten ze om de hen storende elementen op het tapijt weg te halen. Zo zie je op dit tapijt, als je goed kijkt, blekere vlekken. Daar stonden vroeger kikkers. Het tapijt beeldde oorspronkelijk een bijbelse plaag uit, maar de kikkers werden eruitgehaald omdat de eigenaar het verhaal er niet in zag. Dat gebeurde meestal, zoals hier, vrij slordig, zodat je nu nog de vroegere plaatsen van de kikkers kunt zien," zegt Vrebos, terwijl ze de bewuste plaatsen op het tapijt aanwijst.

Maria

In het museum zijn ook enkele retabels te bezichtigen. Een retabel is een reliëfwerk, uit hout gesneden, dat een tafereel uitbeeldt. Het werd vroeger vaak door kerken besteld. "Maar meestal werd een retabel dicht gelaten - zoals een drieluik dat dichtgeklapt kan worden. Alleen op feestdagen en tijdens hoogmissen werd het aan de kerkbezoekers voorgesteld," zegt Vrebos.
"Het grote retabel dat je hier ziet, een waar pronkstuk, komt ook uit deze stad. Het beeldt het leven van de maagd Maria uit. Wat nieuw is, zijn de kasten waarin het staat, compleet met nieuwe belichting. Ook is dit retabel grondig gereinigd, want het had in de lange tijd dat het hier stond, veel stof vergaard. Nu pas zie je hoe fel de kleuren uit de zestiende eeuw bewaard zijn gebleven, net als de fijne details van de figuren, die wel lijken te leven," besluit Vrebos bewonderend.

:: Museum van de Stad Brussel/Broodhuis, Grote Markt, 1000 Brussel. Open van dinsdag tot en met zondag van 10 tot 17 uur, gesloten op maandag en feestdagen. Meer info op 02-279.43.50

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni