'Brussels Philharmonic heeft weer sexappeal'

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
08/09/2008
Na startconcerten in Bozar en gratis voorstellingen in het Zuidstation in september spreidt het Brussels Philharmonic (het vroegere VRO) zijn vleugels uit. Het reist naar Eupen, Rotterdam, Amsterdam, Parijs. En zelfs China of Japan moet in de toekomst kunnen. Maar het missionariswerk primeert: concerteren bij onze Waalse onderburen, én het Brusselse publiek aan Flagey binden.

D e nieuwe chef-dirigent is aangetreden. De werkingsmiddelen en personeelsstatuten zijn uitgeklaard dankzij afspraken met minister van Cultuur Bert Anciaux (Vl.Pro). En de relatie met de vzw Flagey voor de activiteiten in huis is geoptimaliseerd. Wat wordt dan het nieuwe perspectief voor het Vlaams Radio Orkest (VRO), dat vanaf deze week naar buiten treedt als Brussels Philharmonic? Gunther Broucke heeft het op een blaadje staan: "Tegen 2011 mogen ze ons afrekenen op de grotere werving van een Brussels publiek, op onze zichtbaarheid in Wallonië en op de binding met een aantal belangrijke, vlot bereikbare zalen in het buitenland. Tegen 2014 moeten onze middelen gevoelig groeien en moet het orkest internationaal touren, dus met het vliegtuig."

U spreekt klare taal. Maar groeien kost toch moeite en geld?
Gunther Broucke:
"Twintig jaar lang is ons lot geweest dat we niet wisten of we zouden overleven, door de ontoereikende fondsen. Dat tij is gekeerd. Als de volgende minister net als de huidige (An­ciaux, red.) gelooft in onze prestaties, dan blijven we vooruitgaan. In 2003 was onze omzet 7,7 miljoen euro. In 2008 zal dat al 9,5 miljoen euro zijn en zitten we in een van de beste zalen van het westelijk halfrond. De verdere groei, tegen 2014, hangt dan ook af van waar we voor moeten gaan."

De onderbezetting van het orkest blijft een heikel punt?
Broucke:
"Het is inderdaad het enige punt waarvoor we nog een oplossing moeten vinden. De audit van 2003-2004 legde vijf pijnpunten bloot in de relatie tussen overheid en orkest. De indexering was niet in orde, wat inhield dat we jaarlijks twee tot drie procent armer werden. De huisvesting liet te wensen over (in Leuven, vóór de verhuizing naar Flagey, red.). De basiswerking kon niet verzekerd worden omdat er een gebrek aan middelen was, en de loonkosten stegen. Er was de loondrift van de veertig statutaire personeelsleden van de VRT. (Voor die groep - toch vijftig procent van het VRO-personeel - moeten de loonnormen van de VRT gevolgd worden, red.) Al deze punten kregen een oplossing. (Het probleem rond de statutaire personeelsleden is net voor de zomer opgelost, red.) Alleen de grootte van het orkest blijft een probleem. En dat kost geld."

Hoe kan dit aangepakt worden?
Broucke:
"We overstijgen daar het niveau van de Vlaamse Gemeenschap. We moeten een discussie krijgen met de gemeenschappen over wat het ensemble moet zijn. Wat wordt van ons verwacht? Als wij een provinciaal orkest moeten zijn dat enkele concerten speelt, dan hebben we middelen genoeg. Als ons gevraagd wordt een rol van betekenis op internationaal vlak te spelen, dan moeten wij gelijk aan de startlijn staan met de internationale orkesten waar ze ons aan willen spiegelen. Alle competenties, op het niveau van leiderschap en artistiek talent, zijn voorhanden. Het ligt niet aan ons dat we in eigen contreien geen wereldorkest hebben."
"Ik wil niet dromen van de wereldtop zoals het Concertgebouworkest Amsterdam, maar het niveau van het Rotterdams Filharmonisch Orkest moeten wij toch kunnen halen?! Daar zal ook de volgende minister van Cultuur oren naar moeten hebben. In zijn eerste en tweede ambtstermijn keek minister Anciaux met enige scepsis naar die grote orkesten. En toch is hij een van de grote pleitbezorgers geworden van die ensembles, omdat gebleken is dat er ernstig werk geleverd wordt."

Ook op onderwijsvlak?
Broucke:
"In de conservatoria leiden we voortdurend mensen tot uitvoerder op. Het orkest is de enige plaats die bestaanszekerheid kan bieden aan uitvoerende musici. Dat kan van ensembles niet gezegd worden."
"Twintig jaar geleden waren jonge musici niet geïnteresseerd om in een groot orkest te stappen. Tijdens onze jongste audities valt op dat de absolute crème onder de jongeren voor een plaats bij het VRO vecht. En dat is niet alleen bij ons zo. Het orkest heeft weer sexappeal voor jonge muzikanten. Ook om economische redenen, hoor."

Heeft het zin om naar China te gaan?
Broucke:
"Als het is om één ei te gaan leggen, dat niet binnen de hele strategie past, dan niet. Drie jaar geleden kregen we een uitnodiging voor een gigantische tournee in de VS, maar ik vond de toegevoegde waarde te klein. Het orkest zou dan wel een leuke tijd meemaken, en er zouden wellicht enkele enthousiaste artikels in de krant komen, maar binnen de totale visie op het orkest vind ik dat, als we een uitnodiging krijgen, de context interessant moet zijn. Voor China zou dat gekoppeld moeten worden aan een economische missie, waarbij de oude diplomatieke opdracht van een orkest in een trekkersrol gestoken wordt. Maar tegen 2014 moeten we onze naamsbekendheid toch internationaal gevestigd hebben, en dus moet er gereisd worden."

'Vlaanderen-thuisland' is lang uw drijfveer geweest, en nu werkt u vanuit Brussel.
Broucke:
"Als we een 'Brussels orkest' willen worden, dan moeten we van lokale publiekswerving een prioriteit maken. Als je in een zaal resideert, dan heb je twee modellen. Of je vaart een eigen koers, bouwt een eigen publiek uit en hanteert eigen toegangsprijzen. In die zin ben je een organisator binnen een zaal. Het tweede model is alles zo intensief mogelijk af te stemmen op de zaal waarin je werkt. Ik geloof in dat tweede model. Mensen gaan naar Bozar, de Munt én Flagey."
"We maken nu integraal deel uit van het programma van Flagey, en Flagey verkoopt de kaartjes. Dit sys­teem werkt zolang het begrip leeft dat wij ook het standaardrepertoire van een orkest in eigen zaal moeten kunnen spelen. Niet alles is honderd procent 'Flagey-huisstijl'."

Het Brussels publiek is verwend. Hoe lijmt u mensen aan uw orkest?
Broucke:
"We moeten tot een vertrouwensrelatie komen met het Brusselse publiek. Na een tijd zou het automatisch naar Flagey moeten komen, zonder specifiek te denken aan het repertoire of de uitvoerders. Het publiek moet erop vertrouwen dat wát ze ook te horen krijgen, kwalitatief in orde is. Binnen Brussel, maar ook binnen Wallonië hebben we daar nog een enorme weg af te leggen. We moeten terug naar de radioconcerten van Flagey in de jaren 1970. Die concerten zaten altijd vol. (De zaal telde maar 450 plaatsen en de concerten waren gratis, red.)"

Wie is dat 'Brusselse' publiek?
Broucke:
"Dat is, volgens de analyse die we gemaakt hebben, niet te definiëren. Het is zeker een internationaal publiek. Het overgrote deel van de mensen die naar onze concerten in Flagey komen, woont geen twintig kilometer ver. De parkeerproblemen, zelfs met het nieuwe plein, blijven een handicap. Naar Bozar komen nog mensen met de trein, maar als het concert in Flagey afgelopen is, raak je niet meer met de trein thuis. Dus mikken we vooral op de Brusselaars zelf. Het nabijgelegen Wallonië is onontgonnen gebied - voor élk orkest in Vlaanderen trouwens. Onze nieuwe dirigent kijkt met verbazing naar dat 'statenprobleem'. We hebben een eerste positief gesprek gehad met het Festival de Wallonie en we zullen ons inspannen om meer contacten te leggen. Voor het eerst in mensenheugenis zullen we in Wallonië spelen, in Eupen."

::Meer info over het nieuwe seizoen 2008-2009 op www.brusselsphilharmonic.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene , Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni