Cinematek: 'Zelfs de jury was verdeeld: zijn wij wel een museum?'
Lees ook: Cinematek wint Museumprijs Brussel
De MuseumPrijs is een initiatief van het tijdschrift Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen en het advocatenkantoor Linklaters. De jury bekijkt alle aspecten van de museumwerking, maar heeft in het bijzonder aandacht voor publieksvernieuwing.
In Vlaanderen ging de prijs naar het In Flanders Fields Museum in Ieper, dat de herinnering aan de Groote Oorlog levend houdt.
In Wallonië won het Musée de l'Hôpital Notre-Dame à la Rose in Lessen, een armenziekenhuis uit de dertiende eeuw.
In Brussel, ten slotte, ging de prijs naar het Koninklijk Belgisch Filmarchief, dat sinds vorig jaar door het leven gaat als Cinematek. Aan het hoofd staat Gabrielle Claes, en zelfs voor haar was de prijs een verrassing, 'maar dan van de aangename soort'. "Ik heb vernomen dat er binnen de jury discussie ontstond over het concept 'museum'. Meer bepaald vroegen sommigen zich af of wij wel tot de musea gerekend kunnen worden. Dat verbaast me niet helemaal. In de museale wereld zijn er nog die zo denken. De museumwereld moet Cinematek nog aanvaarden. Daarom ben ik juist zo blij met de prijs."
Zelf aarzelt ze geen seconde. "Ja, natuurlijk zijn wij een museum. Film is ook kunst. We verschillen niet van een museum voor schone kunsten. We archiveren en restaureren. De musea voor schone kunsten stellen hun schilderijen tentoon; films vertonen is onze voornaamste manier om de collectie tentoon te stellen."
De discussie is nieuw noch uniek voor België. "Vorige week was ik nog op een Europese conferentie in Madrid, en mijn Spaanse collega sprak over de ambitie om op dezelfde manier bekeken en behandeld te worden als het Museo Reina Sofía (belangrijkste museum voor hedendaagse kunst van Spanje, NR) ," vertelt Claes. Zijzelf is geen directeur of general manager ; net als haar legendarische voorganger Jacques Ledoux (van 1948 tot 1988) is ze conservator . Om zich te profileren als kunstinstelling werd van in het begin gekozen voor de terminologie van de musea. "Zoals veel filmarchieven noemden we ons vroeger ook Film-mu-se-um."
Tweede jeugd
De MuseumPrijs is een bekroning voor de ingrijpende vernieuwingsoperatie die vorig jaar werd ingezet. In haar rapport spreekt de jury over een 'tweede jeugd'. Om Victor Horta's Zaal voor Sierkunsten in ere te herstellen - een onderdeel van de ambitieuze renovatie van het Paleis voor Schone Kunsten -, moest het oude Filmmuseum volledig gesloopt geworden. In de uitgegraven kelder kwamen twee splinternieuwe zalen. Het Filmarchief besloot van de ingrijpende verbouwing te profiteren om de 21ste eeuw binnen te stappen, om zichzelf na grondige evaluatie opnieuw uit te vinden.
De renovatie werd toevertrouwd aan het architectenbureau van Paul Robbrecht en Hilde Daem, onder meer bekend van het Concertgebouw in Brugge. In de gerenoveerde Zaal voor Sierkunsten boven de geavanceerde, nieuwe filmzalen werd een Viewing space ingericht en een Wunderkammer met de museumstukken over de prehistorie van de film. Acht schermen vertonen continu filmfragmenten. Op vier moviola's kan de bezoeker op elk moment filmfragmenten naar keuze bekijken uit een aanbod van honderd uur. Het accent ligt op Belgische kortfilms, documentaires, animatie en beelden uit het tijdperk van vóór de televisie.
"We kwamen tot de conclusie dat onze filmcollectie (met honderdduizend kopieën van meer dan vijftigduizend titels een van de belangrijkste ter wereld, NR) onze grootste troef is. Tachtig procent van de films die we vertonen, komt rechtstreeks uit onze kelders. We spannen ons extra in om de collectie verder te ontsluiten. De moviola's zijn daar een voorbeeld van. We krijgen trouwens steeds meer aanvragen van historici, docenten en tentoonstellingsmakers die via de moviola's toevallig dingen ontdekt hebben. We passen het aanbod aan de actualiteit aan. Nu spelen we in op de vijftigste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid, eerder speelden we in op Magritte. Ook met onze reeks dvd's met archiefmateriaal over de spoorwegen, Sabena, Expo 58 en onlangs nog het Congo van voor de onafhankelijkheid bereiken we een heel nieuw publiek. Nu denken we na over een platform waarmee mensen thuis op de computer stukken van de collectie kunnen raadplegen."
Op naar de honderdduizend
De heropening in februari vorig jaar ging gepaard met een nieuwe huisstijl, communicatiestrategie en roepnaam: Cinematek. Ook op pedagogisch vlak werd het roer omgegooid. "In de beginjaren bereikten we louter cinefielen. Die kleine sekte vulde onze zalen vlotjes. Veel inspanning hoefden we daar niet voor te doen. Vandaag beseffen we dat de filmgeschiedenis niet bekend is. Onze cyclus rond Howard Hawks loopt momenteel bijvoorbeeld voor geen meter. Zelfs hem kennen de mensen niet meer, terwijl hij grote Hollywoodfilms regisseerde met legenden als Humphrey Bogart. Aan ons om de mouwen op te stropen en te blijven zoeken naar manieren om de filmgeschiedenis tot bij een breder publiek te brengen. Ik zeg met opzet 'breder' en niet 'breed'. We moeten de toeschouwer zo goed mogelijk begeleiden en informeren. De kleine folder ruimde plaats voor een ruimere publicatie. We organiseren cursussen, laten films inleiden, nodigen regisseurs uit. Stil blijven zitten of in routine vervallen is uit den boze. We moeten elke kans grijpen om het publiek nieuwsgierig te maken," zegt Claes.
Het nieuwe elan van Cinematek vertaalt zich ook in de cijfers. 81.000 bezoekers vonden na februari vorig jaar de weg naar de blauwe neonletters in de Hortastraat. Dit jaar mikt Cinematek op honderdduizend bezoekers. De MuseumPrijs, tienduizend euro om publieksvernieuwing te stimuleren, zal van pas komen.
Lees meer over: Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.