Compagnie Cecilia en HETPALEIS brengen 'Altijd Prijs'
Daar hebben we Arne Sierens weer. De theaterschrijver en regisseur die onder meer met het drieluik Moeder en Kind, Bernadetje en Allemaal Indiaan dat hij samen met Alain Platel maakte, internationaal bekendheid verwierf, richtte een paar jaar geleden Compagnie Cecilia op.
De drie leden van dat kleine gezelschap worden wegens succes voor vanalles en nog wat gesolliciteerd, wat niet evident is. "Maar als ze ons iets vragen kunnen we ook moeilijk weigeren," aldus Sierens.
Gelukkig is er nog ander talent waarmee Sierens op min of meer dezelfde manier aan de slag kan. Dat is: op basis van improvisatie en intensieve research volks, maar nadrukkelijk hedendaags theater brengen. Voor Tous des gagnants, dat in Théâtre 140 zowel in de oorspronkelijke Nederlandse versie Altijd Prijs als in de Franse versie wordt opgevoerd, werkt Sierens samen met twee jonge acteurs.
Titus De Voogdt en Robrecht Vanden Thoren spelen twee personages die afkomstig uit een totaal ander milieu, maar toch een soort van vriendschap voor elkaar ontwikkelen, die nu eens op een agressieve, dan weer op een tedere manier tot uiting komt. Zenuwpees Dino (Robrecht Vanden Thoren) houdt de zaken nauwelijks nog onder controle als hij verplicht wordt de louche nachtclub van zijn verdwenen broer open te houden, en zich te ontfermen over de asielzoekers die door zijn vader worden uitgebuit. Op dat moment komt ook Pierre nog zijn leven binnengestruikeld. Pierre (Titus De Voogdt) is een getroubleerde twintiger met een psychiatrisch verleden, die niet aan de verwachtingen van zijn rijke familie kan voldoen en door zijn vrienden zelfs al eens werd dood verklaard.
De ontmoeting van deze twee resulteert op de kleine scène in een geslaagde, erg fysieke mix van tekst, dans en muziek, die eerder al een selectie opleverde voor het Theaterfestival van Vlaanderen en Nederland.
Arne Sierens: "We wilden iets maken over twee mannen. Dat was alles wat we wisten in het begin. Daarna hebben we maanden aan een stuk zitten improviseren, en zijn we in de wereldliteratuur (Rumble Fish van Susan Hinton) en de wereldcinema (Dersu Uzala van Kurosawa, De Battre Mon Coeur s'est Arrêté van Audiard) op zoek gegaan naar diepe vriendschappen van mensen die elkaar op een bij metafysische manier raken. Er is in die periode ontzettend veel naar boven gekomen. Op een rare manier is het een inkijk geworden in wat een vriendschap tussen twee mannen kan zijn. Niet alleen inhoudelijk, maar ook op het fysieke vlak, in de manier waarop die twee mekaar vastpakken en aanraken. Dikke vrienden zijn het niet, maar omdat ze nergens anders kunnen op terugvallen, worden ze afhankelijk van elkaar en ontdekken ze via de ander een wereld die ze nog niet kenden."
De danssequenties van choreograaf Koen Augustijnen kanaliseren de gefrustreerde lichamelijkheid van de twee jongens, die op den duur in blote bast ondersteboven aan een balk hangen. Vooral Dino lijkt aan ADHD te lijden. Sierens: "Dat is een veruitwendiging van de gigantische stress waar ze allebei onder zitten. Ze worden verpletterd door de wereld en de problemen waarvoor ze oplossingen moeten zoeken. In die zin is het stuk ook een parabel van de moderne mens, die geleefd wordt en niet weet van welk hout pijlen maken."
De onvolprezen Jean-Yves Evrard (onder meer gitarist en componist bij Mâäks Spirit) zorgt voor de sublieme soundtrack die alles op zijn plaats doet vallen. Sierens: Ik had hem al vaak bezig gezien en ik wilde graag eens met hem werken. Het was een groot geluk dat hij zich hiervoor vrij kon maken, want het is een ongelooflijke ontmoeting geweest. Hij is een groot artiest en zijn muziek is du jamais entendu. Hij heeft speciaal voor ons gecomponeerd, en we hebben ervoor gekozen om hem ook live te laten spelen. Zo is het tot die fusie van tekst, beweging en muziek kunnen komen."
Voor Arne Sierens is het ondertussen een gewoonte geworden om van zijn stukken ook een Franse versie te maken, met dezelfde acteurs. "We hebben redelijk wat succes in Frankrijk en Wallonië. We worden er graag gezien en krijgen er dikwijls ook goede kritieken. Men houdt er van het fysieke Vlaamse theater, en hier staan er twee 'animale' verschijningen op de scène die hun tekst bijna uitbraken en rechtstreeks vertellen wat er op hun hart ligt. Natuurlijk moeten de toeschouwers incalculeren dat we Vlamingen zijn die Frans spreken, met wat foutjes en een accent. Voor hen is het een beetje een kruising tussen Jacques Brel en Arno Hintjens."
Dat neemt niet weg dat het zowel financieel als artistiek een investering blijft om zo'n Franse versie te maken. "Het is inderdaad hard werken. Samen met onze vertaler en coach Monique Nagielkopf denken we hard na over de vertaling. Eigenlijk moet je vanuit het Frans beginnen nadenken. Daarom worden we door die vertaling ook gedwongen om de essentie van het stuk te pakken. In je eigen taal kan je nog wat improviseren en dubbel interpreteren. In een andere taal moet je strikter formuleren en je houden aan wat er staat. Zo komt het dat we onze eigen stukken dikwijls pas helemaal leren kennen op het moment dat we ze ook in het Frans gespeeld hebben. Dat maakt het allemaal spannend en avontuurlijk.
Zeker omdat je ook voelt dat je voelt dat de Franstaligen een echte theatertraditie hebben. Ze kijken anders omdat ze de theatertaal en codes toch iets sneller begrijpen en goed kunnen vergelijken."
:: Tous des gagnants / Altijd Prijs - Arne Sierens
wanneer: 17 > 20 november om 20.30 uur (17 & 18 november: NL sur-titré en FR, 19 & 20 november: FR)
waar: Théâtre 140, Plaskylaan 140, Schaarbeek, 02-733.97.08, info@theatre140.be
inkom: 15 euro
Lees meer over: Schaarbeek , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.