DAAU: muziek als een warm bad

Tom Zonderman
© Agenda Magazine
14/04/2010
Tegen de versnelling van onze samenleving biedt DAAU het perfecte antiserum: minimalistische composities die zich traag ontvouwen als bucolische landschappen en arcadische utopieën.

Die Anarchistische Abendunterhaltung, kortweg DAAU, maakt al meer dan vijftien jaar muziek die zich onttrekt aan elke vorm van definitie. Klassiek, rock, folk, wereldmuziek, pop… de groep doet het allemaal, en soms allemaal tegelijk.

Op hun vorige album uit 2006, Domestic wildlife, gingen ze danig experimenteren met drums en elektronica, maar niet op The shepherd's dream, hun nieuwe, zesde album. De eerste cd zonder violist van het eerste uur Buni Lenski laat zich vullen met minimalistische composities gevormd door het zuivere, organische samenspel van cellist Simon Lenski, klarinettist Han Stubbe, accordeonspeler Roel Van Camp en contrabassist Hannes d'Hoine. Vijf ingetogen nummers die de tijd nemen om hun emotionele lading helemaal bloot te leggen, ook al hebben ze er vijftien minuten voor nodig.

DAAU kwam in het zog van de Antwerpse scene onder de aandacht midden jaren 1990, maar hun eigenzinnigheid verhinderde dat ze ergens bij gingen horen. Platen kwamen regelmatig, en zetten zich telkens fel af tegen hun voorganger. De 'drieslagstelsels' van hun debuut uit 1995 verenigden hun klassieke scholing met een onstuimige geest, terwijl Life transmission zes jaar later tegen de pop aanschurkte. Maar zo veelstijlig als hun vorige albums waren, zo eensluidend wordt er op The shepherd's dream gemusiceerd.

Han Stubbe en Roel Van Camp trekken zich terug in Au Bon Vieux Temps, een Brusselse staminee waar een lambiek nog smaakt als een lambiek. "DAAU heeft de voorbije tien jaar voornamelijk in het buitenland gespeeld," zegt Stubbe over de beperkte zichtbaarheid van DAAU in het Belgische muzikale landschap. "Veel mensen denken dat elke cd een comebackplaat is, maar eigenlijk zijn wij constant bezig."

Zoals met The dark age of love, een hommage aan het Britse duo Coil van eind vorig jaar. Hoe kwamen jullie daarbij terecht?
Han Stubbe
: John Balance, hun frontman, is een paar jaar geleden gestorven. De baas van het Franse label Ici d'ailleurs..., dat ons al geruime tijd volgt en lang geleden nog iets van ons gereleaset heeft, is een grote fan. Bij wijze van tribute heeft hij uiteenlopende artiesten samengebracht om de songs van Coil te herinterpreteren - te coveren, om het plat uit te drukken.

Buiten ons had hij ook onder meer Yann Tiersen en Bonnie "Prince" Billy opgetrommeld. Een jaar lang hebben we muziek uitgewisseld onder de noemer This Immortal Coil. Met Bonnie "Prince" Billy hebben we niet samen in de studio gezeten, helaas. Het gaf wel een enorme kick om zijn ingezongen versie van de songs die wij ingespeeld hadden te horen. Coil maakte voor hun tijd heel avant-gardistische, elektronische muziek. Maar de groep had twee gezichten. Buiten die experimentele kant konden ze ook heel melodieus zijn. Daar hebben wij op gefocust.

Welke invloed had dat project op The shepherd's dream?
Stubbe
: We hebben geleerd om muziek die buiten ons universum staat te vertalen naar onze wereld. Dat procedé hebben we ook toegepast op onze eigen muziek. We zijn onze composities, echte DAAU-nummers, gaan herinterpreteren. We probeerden ze in te passen in het universum van The shepherd's dream, dat een suggestiever, opener karakter heeft dan wat we daarvoor deden.

De cd klinkt als een oefening in ascese.
Stubbe
: Vroeger wilden we er altijd van alles bij slepen, nu hebben we enkel onze vier instrumenten laten spreken. Het opzet was om zonder vooropgesteld plan akoestische muziek te maken en ons gevoel daarin te volgen. Niet zomaar in het wilde weg jammen, maar proberen te componeren terwijl we de muziek lieten opborrelen. Op het moment zelf was die manier van werken niet moeilijk, pas daarna vergde het moed en doorzettingsvermogen om trouw te blijven aan de originele composities, om niet in de verleiding te komen om ze te verfraaien of conventioneler te maken.

Qua geluid doet dit denken aan jullie debuut.
Stubbe
: De aanpak is gelijkaardig, maar als zestienjarigen hadden wij een grote drang om decibels te produceren en om de wildebras uit te hangen. Dat is getemperd.
Roel Van Camp: Live spelen we nu een nummer van die eerste plaat, 'Drieslagstelsel V', omdat het er inderdaad bij aansluit.

De vijf nummers die jullie componeerden klinken bijzonder ingetogen.
Stubbe
: We willen dat mensen die naar The shepherd's dream luisteren aan het dromen slaan. Daartoe proberen we een sfeer van rust te creëren, een warm bad waarin je je kunt laten gaan, zonder dat je heel de tijd het gevoel hebt dat er iets onverwachts gaat gebeuren. Je moet in een lagere versnelling kunnen gaan.

Jullie maken instrumentale muziek, maar met titels als 'Into the wild' en 'Visions of Arcadia' geven jullie er wel een mogelijke inhoud aan.
Stubbe
: Pas nadat wij composities uitwerken beginnen wij na te denken over welke betekenis die muziek heeft. Ideeën die we dan in de titels en het artwork verwerken, terwijl de muziek de emoties stuurt. Bij het luisteren naar de nieuwe nummers kwamen we uit bij beelden van beekjes, groene weiden, bergtoppen. We hebben ons proberen in te schrijven in de pastorale traditie. Die gaat terug tot in de oudheid, tot dichters als Vergilius en Ovidius die de pastorale idylle bezongen. De titels zijn op te vatten in de stijl van de zesde symfonie van Beethoven, waarbij de nummers etappes zijn in de droom van de herder. Maar verder dan dat willen we de mensen niet sturen in hun ideeën.

Het kunstenaarscollectief Afreux heeft die arcadische landschappen een eigentijdse interpretatie gegeven, omdat het vandaag niet meer geloofwaardig zou overkomen om zomaar naïef een oude kunststijl te gaan aanhangen. Daarvoor is er te veel ironie of cynisme in onze maatschappij geslopen.

De eerste oplage van The shepherd's dream wordt verkocht met een houten doosje. Is dat een statement?
Van Camp
: Ik wilde vooral af van dat plastic doosje als serieproduct, maar in zekere zin is het ook een statement, ja. Er is zoveel versnelling in onze samenleving. Ook in de muzieksector, waar je radio-edits moet maken en mee moet zijn met allerlei internettoepassingen. Er is van alles dat op je afkomt, dit album is een plekje van rust.

Stubbe: Dat sluit ook aan bij die pastorale traditie, die idee van een arcadische utopie die een quasi naïeve afzetting is tegen de lege waarden van de moderne tijd. Ik meen de pretentie te mogen hebben dat deze plaat zeer eigentijds is, en er een bepaalde maatschappelijke relevantie in zit. Iets wat wij delen met onze generatiegenoten, namelijk dat door de overdaad aan informatie de nood ontstaat voor traagheid. Traagheid, onafheid en vriendelijkheid zijn de drie basiswoorden voor deze plaat.

DAAU laat zich moeilijk in een hokje stoppen. Mag ik jullie muziek als pop benaderen?
Stubbe
: Als je daarmee bedoelt muziek die een actuele waarde heeft en voor de grote massa wordt gemaakt, dan maken wij popmuziek. Tussen alle stoeltjes vallen is een beetje de vloek en de zegen van DAAU. Het nadeel is natuurlijk dat je niet te marketen bent. Maar het grote voordeel is dat wij overal kunnen gaan spelen. Van kraakpanden over festivals tot nachtclubs en klassieke muziekzalen.

:: DAAU
wanneer: 17 april 2010 om 20.00 uur
waar: Botanique, Koningsstraat 236, Sint-Joost-ten-Node - 02-218.37.32 - info@botanique.be
inkom: 16/19 euro (Bota'Carte: 13 euro)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni