Dame op leeftijd valt voor hippe street art
Verhaeghe kent de wijk van de Mutsaard door en door. Ze woont immers al vele jaren in de buurt, niet in de Mutsaard zelf, maar vlak over de gewestgrens, in Strombeek-Bever. Ze kwam er wonen in 1953. "Mijn man was Grimbergenaar. Ik ben hem gevolgd als een brave echtgenote. In Brussel zelf wilden we niet wonen. Wij komen nog uit een tijd waarin het Nederlands geen bestaansrecht had. Na de oorlog zat het Nederlands in de verdomhoek. In Strombeek was het toch simpeler om je eigen taal te spreken. Maar pas op, we hielden veel van Brussel. Ik kom zelf uit Menen, bij de Franse grens, en heb tweetaligheid altijd een verrijking gevonden."
Begin jaren vijftig was de Mutsaard nog een zeer landelijke wijk, heel Vlaams ook, vertelt Verhaeghe. "De buurt, die afgesloten is van de rest van Brussel door het koninklijk domein, had geen al te beste reputatie. Onze familie en kennissen fronsten hun wenkbrauwen toen ze hoorden dat wij vlakbij een bouwgrond hadden gekocht." Verhaeghe hield van het landelijke, rustige uitzicht. "De Dikke Linde was gewoon een boom en op de plek waar nu de A12 is, lag de Meiselaan, een riante driedubbele baan, 156 meter breed, die nog was aangelegd door Leopold II. Ik ben er vaak gaan wandelen met Kristien in de koets."
Veel veranderde toen de Expo van '58 eraan kwam. Om de Heizel te ontsluiten moest het grootste deel van de Meiselaan wijken voor een nieuwe autoweg, de A12. De Dikke Linde werd een betonnen rotonde en daaronder kwam een ondergrondse tramlijn en een nieuwe halte, De Wand. Verhaeghe maakte de werken van dichtbij mee. Van de Wereldtentoonstelling zelf genoot ze met volle teugen. "Ik ging er elke dag met mijn drie kleintjes naartoe."
La partie morte
Toen de Expo eenmaal voorbij was, raakte de tramhalte verloederd. Dat bleef zo gedurende jaren. Taggers leefden zich uit op de tunnelmuren en de stopplaats kreeg een onveilig imago. "Buurtbewoners spreken van de put," zegt Verhaeghe. Ze was dan ook tevreden toen het Brussels Gewest drie jaar geleden een origineel project voor het station bedacht. Graffitispuiters mochten de tunnelmuren legaal omtoveren tot wat Europa's grootste graffitifresco rond één thema moest worden. Onder leiding van de bekende spuitbuskunstenaar Gaëtan Tarantino werkten zeventig spuiters verschillende weken lang aan het uiteindelijk 4.500 m2 grote fresco.
Verhaeghe is blij met de realisatie omdat de muur kleur en vrolijkheid brengt in de Mutsaard, toch nog altijd een beetje la partie morte van Brussel. Ze schreef er twee artikelen over in Uilenspiegel, het maandblad van het gemeenschapscentrum Heembeek-Mutsaard. Daarop vroeg het gemeenschapscentrum of ze met deze teksten geen boek wilde maken.
Het was niet haar eerste boek. In 2000, ze was toen al over de zeventig, schreef Verhaeghe een boek over de geschiedenis van het Maria Assumptalyceum in Laken, de school waar ze in 1962 de afdeling Latijn uit de grond had gestampt en vervolgens vijfentwintig jaar les had gegeven. Al die tijd fietste ze zowat dagelijks door de Mutsaard en hoewel ze de buurt voor het overige niet veel soeps vond, was ze geïntrigeerd door de tuinwijk. "Mijn liefde voor de Mutsaard is ontstaan door mijn liefde voor de tuinwijk." Toen het boek over haar oude school klaar was, begon ze meteen aan een artikelenreeks in Uilenspiegel over de historiek van de Mutsaard, met vele getuigenissen van oude bewoners. De reeks mondde uit in het boek 8x Mutsaard-Laken, dat in 2006 verscheen.
Manga
Voor haar meest recente boek koos ze een onderwerp uit waarvan ze nauwelijks iets afwist en waarover ook nauwelijks informatie te vinden was. "Ik heb me helemaal bij het handje laten nemen door Gaëtan Tarantino. Hij heeft me alles uitgelegd, hoe hij te werk is gegaan, wie de spuiters zijn, wat de afbeeldingen voorstellen. Het fresco is één grote reis, die begint in het heden en uitmondt in allerlei fantastische toekomstvisies. Omdat de Japanse toren en het Chinese paviljoen vlakbij liggen, wilde Tarantino ook wat Oosterse elementen in de schildering. Het zijn mangafiguren geworden. Voordien wist ik niet eens wat een manga was." Verhaeghe heeft de informatie verwerkt tot een uitgebreide inleiding, die ook vertaald is in het Frans en het Engels. In een tweede deel geeft ze uitleg bij de foto's die Karel Puttemans en Marc Van Der Wilt maakten.
Dat er nu ook een boek is over de graffitimuur vindt Verhaeghe belangrijk omdat het kunstwerk enigszins verborgen ligt en het voor pendelaars misschien moeilijk te begrijpen is zonder toelichting. "Bovendien hebben graffiti een korte levensduur, hoogstens dertig jaar. Het boek zal het fresco wellicht overleven."
Dat net zij, een dame uit 1928, dit boek maakt, is misschien een beetje raar, geeft ze toe. "Iedereen vindt het vreemd dat een oud madammeke interesse heeft voor hippe straatcultuur. Mijn man zei vroeger al: 'het is genoeg dat het nieuw is of je bent ervoor.' Maar mijn interesse voor deze jonge kunstvorm vloeit ook voort uit mijn opleiding. In Pompeï en Herculaneum heeft men op de straatmuren ook tekeningen gevonden. Het waren vaak privéboodschappen en amoureuze mededelingen die met een nagel in de muur waren gekerfd. Archeologen noemen het ook graffiti. Toen bestond deze vorm van straatcultuur dus al."
:: Graffiti-artstation, voor 15 euro te koop in GC Heembeek-Mutsaard, CC Strombeek-Bever, de krantenwinkels in de De Wandstraat en in Standaard Boekhandel in Vilvoorde, Grimbergen en Brussel.
Lees meer over: Laken , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.