Danser / choreograaf Etienne Guilloteau: 'Paradijs van de dans'
De relatie tussen dans, muziek en licht, daarop concentreert Tres scripturae ('drie geschriften') zich. "Ik zorg voor de choreografie, maar ik sta ook op de planken als danser, samen met mijn vriendin Claire Croizé, een Bretonse die ik aan P.A.R.T.S heb leren kennen, en Claire Godsmark. Ook de pianist Alain Franco en de lichtontwerper Hans Meijer staan op het podium."
"We brengen drie afzonderlijke schrifturen die met elkaar in dialoog gaan, elk op hun ritme, waarbij ze elkaar soms kruisen. Het werk, esthetisch uitgepuurd en nogal formeel, evolueert van eendimensionaal naar driedimensionaal. Door de elementen bloot te leggen, wil ik ook in een vrije ruimte tussen illusie en deconstructie, tussen intelligentie en abstractie, bij elke kijker de gevoeligheid en verbeelding laten werken. Het is voor twee derde af, ik moet nog een twintig minuten invullen (het stuk staat op het Kunstenfestivaldesarts geprogrammeerd vanaf 20 mei, red.). Maar we komen er wel."
Meisjes
De passie voor zijn vak druipt eraf bij Guilloteau. "Toch ben ik er veeleer toevallig in gerold. Thuis - een klassiek Frans middenstandsgezin - was cultuur de ver-van-ons-bedshow. Voetballen, rebelleren: dat was het zowat voor mij. En meisjes: een gezonde nieuwsgierigheid deed me in het laatste jaar van het middelbaar in het dansatelier van het lyceum belanden. Ik was een onbeschreven blad, ik was zelfs nog nooit naar een voorstelling geweest. Achteraf bekeken was dat een zegen, ik was een en al onbevangenheid."
"Toch was het allemaal vrijblijvend, en na het behalen van mijn diploma middelbaar ben ik aan de universiteit begonnen aan een studie psychologie en sociologie. Mijn ambitie was opvoeder te worden. Maar ik bleef wel dansen en werd opgenomen in het gezelschap van de faculteit, en nog wat later ben ik danslessen gaan volgen aan het conservatorium van Poitiers. Mijn ouders zagen het met lede ogen aan, en toen ik na verloop van tijd mijn studieboeken helemaal opzij legde, waren ze - zacht uitgedrukt - niet bepaald gelukkig. Maar het was mijn keuze, mijn leven."
"Het plan was simpel: twee jaar als gewetensbezwaarde burgerdienst in plaats van legerdienst, me gedurende die tijd volledig toeleggen op dans, en dan zou ik wel zien waar ik uitkwam." En dat was bij P.A.R.T.S, de vermaarde dansschool van Anne Teresa De Keersmaeker. "Het betekende verhuizen naar Brussel. Gelukkig maar dat mijn ouders ondertussen waren bijgedraaid, blij als ze waren dat ik iets had gevonden wat me echt kon motiveren. Al bleef de artistieke wereld voor hen nog steeds een grote onbekende. Ik was toen ook al 22, geen puber meer, wat de verhuizing van hun enige zoon naar een vreemde stad min of meer verteerbaar maakte. Dat ze me hun vertrouwen hebben geschonken en me hebben geholpen waar het kon, daarvoor blijf ik hen altijd dankbaar."
Groezelig
Brussel was dan wel een grote stap in het onbekende, het bleek ook een bevrijdende ervaring.
"Weg van de bedstee in Poitiers, het provinciestadje waar bourgeois-bohème de toon zette, waar je op elke straathoek struikelt over de studenten, waar iedereen iedereen kent en het leven netjes in de plooi ligt. De verhuizing gaf me een boost van zuurstof. Eindelijk vrij, in een grote stad op mensenmaat, waar zoveel te ontdekken viel. Al kwam dat ontdekken al gauw op de tweede plaats, omdat er op school zoveel werk was."
"Pas na mijn studie heb ik Brussel echt leren kennen. Leren kennen en appreciëren. Ik werk heel veel in Vlaanderen - Antwerpen, Gent, Kortrijk -, maar de plek waar ik me op mijn gemak voel om te wonen, is Brussel. Van een uitgesproken identiteit is hier geen sprake, en daar voel ik me goed bij."
"Fascinerend vind ik ook dat hier op zoveel plaatsen het mooie naast het groezelige leeft. Een vijfsterrenhotel bijvoorbeeld vlak bij een buurt met duistere peeskamertjes, on-Franser kan het niet. Dat er zoveel talen worden gesproken, en de rijke mix van mensen, maken van Brussel bovendien een beetje een eiland. Niet Vlaams, niet Waals. Brussel is een beetje als une attache parisienne , een splitpen, die Vlaanderen en Wallonië bijeenhoudt zonder er deel van uit te maken. Yin en yang en, in het midden, een puntje dat alles verbindt. Zolang Vlamingen en Walen niet echt weten wat met ze Brussel aanvangen, zal de natie blijven bestaan."
"Dat uitgesproken communautaire is iets heel vreemds voor een Fransman. Een Breton bijvoorbeeld mag dan niets te maken willen hebben met Parijs, toch blijft er de band, de trots op la grande République ."
"Brussel bevalt me dus, maar het kan ook vermoeiend zijn. Heel vermoeiend. De dingen zijn niet duidelijk uitgetekend, grijze zones maken onlosmakelijk deel uit van het geheel. Een institutionele warboel ook, niets komt vanzelf. Als ik het over Brussel en België heb, dan gebruik ik graag de uitdrukking le joyeux chaos , de vrolijke chaos. Dingen die heel simpel zouden moeten zijn, blijken dikwijls toch zo moeilijk. Een voorbeeld: mijn statuut als artiest regelen was als het ontwarren van de gordiaanse knoop. Mede omdat de RVA, de Vlamingen, en het Onem, de Franstaligen, andere criteria hanteren voor het invullen van een C4. Maar op de een of andere manier komt het allemaal uiteindelijk toch in orde. Een ramp is het allemaal niet, maar word je ermee geconfronteerd op een moment dat je even wat minder positieve energie hebt, dan kan het toch serieus op je systeem werken. Maar tegelijkertijd geeft dat onbeperkte mogelijkheden, en daarom gebeurt er ook zoveel in België. Op alle vlakken - en dat houdt het ongemeen interessant."
"Met de jaren - ik woon hier al sinds 1998 - ben ik me steeds meer Belg gaan voelen. Dat ik gebleven ben, heeft er natuurlijk mee te maken dat ik meer professionele contacten heb in België dan in mijn vaderland. Maar het is ook dat ik me niet echt meer op mijn gemak
voel in Frankrijk. De mentaliteit, het wat arrogante trekje van Frankrijk - 'Hier is alles beter' - zijn me met de jaren meer en meer gaan ergeren. De natuur is er prachtig, de steden zijn mooi, de geografie is gevarieerd. Maar tegelijk is het alsof Frankrijk blijven hangen is in een conservatieve zelfgenoegzaamheid. De Fransen zien echt niet wat er buiten hun grenzen gebeurt; het verstikt
me als ik ermee geconfronteerd word, het boezemt me zelfs angst in. En het feit dat
ik Fransman ben, versterkt dat gevoel nog."
Frans taboe
Meer en meer Belg dus. En dat op een manier waaraan veel onderdanen van Albert een puntje kunnen zuigen. Want al had (en heeft) Guilloteau het strikt genomen niet nodig, toch is hij vastbesloten het Nederlands onder de knie te krijgen.
"Na P.A.R.T.S heb ik een jaar lang lessen Nederlands gevolgd. Naast Frans sprak ik toen al vloeiend Engels, maar ook in het Nederlands wou ik een conversatie kunnen voeren. Het is een 'project' dat nu een beetje in de koelkast zit, maar met een vier, vijf maanden bijkomende lessen moet het toch in orde kunnen komen. Vlamingen appreciëren het duidelijk dat een Franstalige zijn best doet om hun taal te spreken, en als Fransman heb ik bovendien duidelijk nog een streepje voor op de Belgische Franstaligen. Dat heb ik kunnen vaststellen toen ik als lichttechnicus - iets wat ik soms doe naast dans en choreografie - een opdracht had in het Cultureel Centrum van Dilbeek. Daar is Frans spreken taboe. Ik probeerde me in het Nederlands verstaanbaar te maken - echt vlot ging het niet -, en zodra de anderen wisten dat ik Fransman was, begon iedereen Frans met mij te spreken. Er was er zelfs eentje die even ging googlen om een woord in het Frans op te zoeken, om me toch maar tegemoet te komen."
:: Kunstenfestivaldesarts, van 7 tot en met 29 mei. Tres scripturae op 20, 21, 22 en 23 mei in La Raffinerie
Lees meer over: Sint-Gillis , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.