De vijf hoeken van de wereld: Hongarije in Jette

We willen het in deze rubriek met enige regelmaat over bomen hebben. In veel gevallen zijn bomen immers ook migranten. En af en toe verdienen ze aandacht of zelfs een bezoekje. Want dat praten tegen planten goed voor ze is, weet iedereen.

Er zijn zelfs mensen die bomen omhelzen, een therapeutisch moment waar nog nooit een mens of boom slechter van geworden is. Brussel telt als relatief groene stad behoorlijk wat bijzondere bomen. Deze kanjer op de hoek van de Secrétinlaan en de Ontmijnerslaan aan het kerkhof van Jette omhelzen valt echter niet mee. Want met een stamomtrek van 479 centimeter (de stamomtrek wordt gemeten op 1,50 meter hoogte) is hij op het grondgebied van het gewest de dikste in zijn soort. En de spanwijdte van de kruin van dit exemplaar is nog veel indrukwekkender. De talloze takken van de boom waaieren van op de relatief korte stam uit over een lengte van wel 26 meter. Bijna het hele pleintje wordt erdoor overdekt. Het is de typische groeiwijze van de Hongaarse eik (quercus frainetto), waarvan er in het hele gewest overigens maar een viertal te vinden zijn.

De zeldzame en alleenstaande boom staat dan ook sinds 1991 op de bewaarlijst van het Brussels Gewest, waarvan de Dienst Monumenten en Landschappen de dendrologische rijkdom in kaart heeft gebracht. De Hongaarse eik heeft diep ingesneden, eivormige, geelgroene bladeren, krijgt katjes in mei en daarna eikels. Hij is afkomstig uit het zuidoosten van Europa, maar je vindt hem eerder terug in Servië, Bulgarije, Roemenië en Turkije, waar de grond geschikter is voor de soort, dan in Hongarije zelf.

--------------------------
De eik staat aan de Secrétinlaan (aan het kerkhof van Jette)