De Zwaluwen van de Anneessenswijk op doortocht

Anne Brumagne
© Agenda Magazine
09/04/2005
Vijf jaar lang vertoefde kunstenares Els Dietvorst in de Anneessenswijk, een vangnet voor mensen op doortocht. Ze leerde de buurt kennen, haar geschiedenis en bewoners. Met een aantal van hen, 'de zwaluwen', vatte ze een uniek artistiek avontuur aan. In BOZAR wordt dit hele parcours bij wijze van apotheose geëvoceerd.
Dietvorst is afkomstig uit het Antwerpse. Vroeger had ze haar atelier in een landelijke omgeving, waar ze met stro en klei mens- en dierfiguren boetseerde. Toen ze in Brussel kwam wonen en werken, evolueerde ze na verloop van tijd intuïtief naar een ander medium: multimedia. In plaats van de solitaire bezigheid van het boetseren, koos ze voor het risicovollere werk in groep. Vandaag heeft ze een collectief van (niet)kunstenaars en 'zwaluwen' rond zich verzameld, verenigd in het productiehuis Firefly. Toch zijn haar bezorgdheden in al die tijd niet veranderd. De terugkeer van de zwaluwen focust op de zwakheid van de mens en het (trachten te) overleven in een keiharde maatschappij. "Het vinden van creatieve vluchtwegen. Dat is uiteindelijk het wezen van kunst."

Els Dietvorst: Vijf jaar geleden - ik woonde toen nog in Antwerpen - werd ik uitgenodigd om in Brussel een tentoonstelling te komen maken. Ik was zo gecharmeerd door de stad, dat ik besloot te verhuizen. De expo vond plaats in de Anneessenswijk, en ik geraakte geïnteresseerd in die buurt, in de clichés en de waanideeën die er over bestonden. Bijvoorbeeld dat het er verschrikkelijk gevaarlijk was en dat je daar maar beter niet kon rondlopen. In plaats van verder werken te maken waar steeds dezelfde kleine groep mensen op afkwam, of het nu werd gepresenteerd in Brussel of Antwerpen, besloot ik het contact met 'de straat' op te zoeken. Het kwam niet meer bij me op om sculpturen te maken. Ik begon de wijk te verkennen, maar wist hoegenaamd niet waar het me artistiek zou brengen; ik moest ook zelf mijn eigen methode ontwikkelen. Als je zo rondloopt, ga je niet rondbazuinen dat je kunstenaar bent. Ik was Els, en wou met de mensen uit de wijk op gelijke basis kunnen beginnen. Dat is tot op het einde zo gebleven. Ik wilde zeker niet dicteren wat iedereen moest doen, de mensen zouden zélf moeten creëren.

Tussen rondlopen in een wijk en met mensen samen iets creëren, ligt er nog wel een wereld van verschil...
Dietvorst: Vandaar ook dat er verschillende stappen in het project zijn geweest. In dat eerste jaar ging het er vooral om om kennis te maken. Ik liep rond met een camera, ging praten met mensen en instellingen, snuffelde in bibliotheken en ontdekte bijvoorbeeld dat Rimbaud in de wijk had vertoefd... Ik leerde meer over de verschillende migratiegolven in de wijk. Eerst kwamen de Spanjaarden en Italianen er toe, daarna de Marokkanen en de jongste jaren steeds meer mensen uit Oost-Europa. Ik ontdekte dat er veel illegale handel is, vaak als manier om te overleven. Voor mij kwam het er dan op aan de puzzelstukjes te verzamelen en weer samen te leggen.

Wat me opviel, was de grote bereidheid van vele mensen om hun verhaal te vertellen, zeker van mensen die uit andere landen kwamen. Bahman bijvoorbeeld had dat tevoren enkel kunnen doen voor de Dienst Vreemdelingenzaken. In het tweede jaar heb ik dan drie korte films gemaakt met drie mensen uit de wijk. Het mocht niet alleen mijn film zijn, het moest ook hun film worden. Het viel op dat ze veel liever praatten over hun toekomstdromen, dan over hun verleden en de realiteit. Van Bahman, een vluchteling uit Iran, wou ik liever weten wie hij was en wat hij hier wou doen, dan dat ik verslag wou uitbrengen over de moeilijke omstandigheden waarin hij België bereikte. Op die manier sloop er een element van fictie in het proces. Het was niet gewoon een documentaire. In zekere zin is die fictie 'echter' omdat het meer over iemand zegt, dan de realiteit.

De ene acteur ging wellicht meer mee in dat fictieproces dan de andere.
Dietvorst: Natuurlijk, het waren gewoon drie verschillende mensen. Miguel, die boven een centrum voor daklozen woonde, wou heel graag de prins van België zijn, met passend kostuum en al. En dus zochten we een kostuum en vertelde Miguel waarom hij de prins wou zijn. Toen we later met meerderen aan de slag waren, met een groep waarin tien verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd waren, merkten we trouwens hoe iedereen op een andere manier met symbolen omgaat. Voor mij was dat ook een harde leerschool, omdat ik mijn westerse zienswijze opzij moest zetten.

En toen kwamen de audities in een container op het Anneessensplein.
Dietvorst: En daar kwamen 200 mensen op af in vijf dagen. Waanzin was dat. Het waren niet alleen buurtbewoners, maar ook mensen uit andere wijken of steden die er toevallig passeerden en hun kans wilden wagen. De gesprekken leverden drie uur film op, materiaal dat ook op de expo in het Paleis voor Schone Kunsten te zien zal zijn. Daar kozen we dertig mensen uit, en dat zijn 'de zwaluwen' geworden.

En werd Els Dietvorst organisatrice in plaats van kunstenares.
Dietvorst: Ach, ik moest ook loslaten. Ik werk in de chaos. Sommigen hadden het daar moeilijk mee, anderen vonden dat heel plezierig. Soms zie je pas na jaren wat de chaos voortbrengt. Door alles voortdurend overhoop te halen, creëer je ook. Tijdens de interviews had ik ook duidelijk gezegd dat het om een avontuur zou gaan, waarvan ik zelf de uitkomst nog niet wist. Aanvankelijk werkten we zeer individueel met ieder van hen en zochten we naar hoe zij een film zagen waarin ze zouden meespelen, en hoe en wat ze precies wilden spelen of vertellen.

Pas in een tweede stadium speelde ik hen teksten van Rimbaud door. Vervolgens deden we iets heel geks: we stuurden ze allemaal het Anneessensplein op, hoewel ze elkaar op dat moment nog niet kenden. Ze hadden ieder hun passage over Rimbaud, en mochten van een punt a naar een punt b stappen. Wat we vertelden, was dat de duivel hen zou kunnen komen halen. Andere mensen begonnen ook mee te doen aan dat spel, en dat was fantastisch. De magie die toen ontstond, is nooit meer weggegaan. Dat materiaal heet de The Streettapes, en is eveneens in het PSK te zien. Het gros van de dertig heeft het hele verdere traject mee afgelegd. We schreven een script, schrapten, verloren de draad, besloten toch maar met enkele hoofdpersonages en meerdere nevenkarakters te werken. Sommige zwaluwen begonnen zich meer te interesseren voor de belichting of de organisatie en gingen zich daar op toeleggen.

Het uiteindelijke resultaat was The March, The Burden, The Desert, The Boredom, The Anger, een film die vorig jaar in première ging op het KunstenFESTIVALdesArts en intussen voor twee festivals is geselecteerd. De meeste zwaluwen wilden ook dat er een echte film kwam, dat het niet zomaar in een experiment bleef steken. Net zoals ze het plezierig vinden om in het PSK te staan of in een museum, niet gewoon ergens in een onafgewerkte ruimte in de Anneessenswijk zoals de vroegere BSBbis. Men vroeg me ook waarom ik met zulke moeilijke teksten kwam als die van Rimbaud. De acteurs vonden het prettig om zijn gedichten te ontdekken. Als je op ieders tempo gezamenlijk aan dingen werkt is iedereen in de mogelijkheid zelfs Rimbaud te begrijpen, je moet alleen de juiste sleutels geven.

Betekent de expositie in het PSK nu het eindpunt?
Dietvorst: Elk eindpunt is een nieuw begin. Het PSK had niet in het begin van het proces mogen komen, maar nu hebben we een hele weg afgelegd. Voor velen is het een droom om er te staan. Ik vind het wel belangrijk dat het publiek het hele proces zal kunnen zien - hoe het allemaal is gegroeid. Nu ik zeker weet dat een aantal van de groep zijn eigen weg kan gaan, of bepaalde taken binnen het collectief heeft overgenomen, dat er wellicht ook met het project kan worden gereisd via een verhuisbare module en er ook in de Anneessenswijk activiteiten zullen blijven, wil ik zelf ook weer andere wegen uitgaan. Ik probeer nu een jaar vrij te houden om te reizen in het buitenland en na te denken over vijf jaar schrijven. Zo ging ik onlangs naar Sicilië, waar de toestroom van vluchtelingen nog veel dramatischer is en de aanpak van de overheid nog veel strenger. Ik wil zeker verhalen blijven 'opvangen' en er samen met anderen iets rond doen, en video is daar een fantastisch medium voor.

:: The Return of the Swallows, van Els Dietvorst & Firefly, van 13 april tot 29 mei
in Paleis voor Schone Kunsten (Bozar), Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel, 02-507.84.44

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni