Dick Annegarn: 'Nederlands ligt me niet'

Pierre De Decker
© Agenda Magazine
27/03/2009
"Het platteland is zalig. Hoewel, niet alles is leuk. Houthakken bijvoorbeeld is slecht voor mijn handen," vertelt chansonnier Dick Annegarn aan de telefoon vanuit Laffite-Toupière, een uithoek van Gascogne, Frankrijk. Zaterdag presenteert de Nederlandse gitarist zijn achttiende album Soleil du soir in de Botanique.

Annegarn, 57 en geboren in Den Haag, gaat naar de Europese School in Brussel en wijkt uit naar Parijs waar hij in 1974 debuteert met Sacré géranium "op rekening van het opnamebudget van Moustaki. Zo maakte ik al mijn platen." 'Ubu' en vooral 'Bruxelles' blijken hits, maar Annegarn kiest voor een carrière in de marge. De showbizz vindt hij te inhalig, en het publiek te bezitterig. Hij koopt een woonboot en wordt halftijds zanger. Het tij keert als hij in 1997 onderdak vindt bij Tôt ou Tard, dat het nieuwe Franse chanson stroomlijnt. In 2005 wordt hij Ereburger van Brussel ("een grap"), en in 2006 is er Le grand dîner, een hommage aan Annegarn door Alain Bashung, Christophe, Arno en anderen. Soleil du soir verschijnt eind 2008 en is als vanouds een mix van tegendraads chanson, folk en springerige talking blues gezet op de gitaren van Annegarn en Freddy Koala (zie ook Dylan, Willy DeVille), spaarzame bas en drums en debussyaanse strijkers van Joseph Racaille.

Soleil du soir staat voor 'schemering'?
Dick Annegarn:
Het is de gouden gloed tussen licht en donker. Dat moment van reflectie voelt melancholisch, bluesy, maar is niet noodzakelijk negatief. Een Dominicaan zei ooit: "'s Nachts hoor je de schreeuw van de wereld."

Waarom trok u om de plaat te maken naar de Sears Sound-studio's in New York?
Annegarn:
Walter Sears' studio staat vol vintage analoog opnamemateriaal, lampenversterkers, microfoons uit de jaren 1950. Ik zong in dezelfde micro als Dylan en Norah Jones. Er is geen luxe maar de plek klinkt formidabel. Mijn opnametechnicus vertelde dat Dylans entourage hem bezworen had geen woord te spreken met de meester. Die komt binnen, kiest lukraak een micro en vraagt na wat repeteren met zijn muzikanten: "Oké, kunnen we opnemen?" "Dat is net gebeurd, mijnheer." Dat ene moment van inspiratie moet je hebben. Ik vergelijk me niet met Dylan maar we zijn allebei liveartiesten. We schilderen geen vijftig keer hetzelfde plaatje voor het de computer ingaat.

U blijft al jaren trouw aan uw roots: Big Bill Broonzy, Skip James.
Annegarn:
Een akoestische gitaar klinkt tijdloos en is even explosief als een effectpedaaltje van Van Halen. En ook: auteur-componist-zanger is een recent begrip. Voordien bestonden liedjes bij de gratie van mondelinge overlevering. 'À la claire fontaine' bijvoorbeeld is een oud allegorisch gedicht, die tekst kon in de Bijbel of de Koran staan. Dat schrijf je niet, dat zing je. En klinkt het, dan kan het liedje verder. Ik inspireer me op de traditie en doe er mijn ding mee. 'Quelle poule pond tant de pierres?' klinkt als cajun maar ik schreef het in Marokko. Er was geen water, alleen maar stenen. Vandaar: Marokkaanse kip, Amerikaanse versie.

Waarom schrijft u eigenlijk in het Frans?
Annegarn:
Nederlands vind ik moeilijk zingbaar. Frans is de meest literaire taal van Europa maar het Franse chanson wordt vaak verstikt door achterhaalde dichtvormen. Veel teksten staan ver van de gesproken taal. Door mijn achtergrond koos ik andere klanken en kon ik het genre vernieuwen, samen met Claude Nougaro en Jacques Higelin. Mijn geluk is dat ik vreemdeling ben. Brel is Belg, Brassens heeft Italiaanse wortels, Aznavour is van Armenië. Frankrijks
chauvinisme vaart wel bij buitenlandse hulp.

:: 28.3.2009 20.00 - Botanique Koningsstraat 236, 1210 Sint-Joost-ten-Node - 02-218.37.32, info@botanique.be
Tickets: 22/25 (Bota'Carte: 19) euro

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni