Drummer Fleet Foxes staat solo in de Botanique
Zouden we Josh Tillman ook op onze radar gespot hebben indien hij niet bij Fleet Foxes speelde, de folkrockband uit Seattle die vorig jaar een van de platen, zoniet dé mooiste plaat van het jaar afleverde? Vacilando territory blues, 's mans vijfde soloalbum, is niettemin een heerlijk ambachtelijk album in de new weird folktraditie, gevuld met verstilde americana, uitgebeende folk en hier en daar wat potigere rocksongs. Een spaarzame, donkere plaat, die in slow motion het inktzwart van kille winternachten oproept terwijl de regen staag tegen de ramen slaat.
Tillmans eerste twee platen werden op slechts honderd en honderd vijftig (!) exemplaren uitgebracht. Je zou kunnen verwachten dat hij blij is met de extra aandacht die hem nu te beurt valt door het succes van Fleet Foxes, maar dat vindt hij maar een bijkomstigheid. "Ik heb mijn muziek aanvankelijk bewust gemarginaliseerd. De artiesten aan wie ik me altijd gespiegeld heb, zoals Townes Van Zandt of Nick Drake, hebben om welke reden dan ook nooit een breed publiek aangesproken. Het doet er niet toe hoeveel mensen mij horen, zolang ze maar luisteren en echt om de muziek geven. Ik speel liever voor dertig geïnteresseerden dan voor driehonderd mensen die niet goed weten wat ze ervan moeten vinden. Ik hou gewoon van albums maken, hoeveel mensen die dan horen is niet zo belangrijk."
Vacilando territory blues kwam in verschillende sessies tot stand, reden waarom het meerstemmige, in Fleet Foxes-regionen verkerende 'All you see' afwisselt met een Crazy Horse-achtige rocksong als 'New imperial grand blues' en het met blazers en strijkers opgepoetste 'Steel on steel', een popsong die uit de koker van Sufjan Stevens had kunnen komen. "Mijn vorige platen kwamen er altijd in één creatieve gulp uit, met een muzikale lijn van begin tot eind. Vaak met een minimale aanpak, omdat je dan meer ruimte laat voor de magie van de song zelf - het werkt of het werk niet, je kunt het niet verbloemen. Deze keer ben ik drie of vier keer opnieuw begonnen, telkens met een andere invalshoek, die ik bij nader inzien maar niks vond. Uiteindelijk had ik een hele resem liedjes die totaal geen verband met elkaar hielden. Maar ik vond het idee om een minder 'logische' plaat te maken ook wel wat. Het was het juiste moment om een risico te durven nemen, want ik had het gevoel dat ik ter plaatse aan het trappelen was."
"The universe makes much more sense without a purpose," zingt Tillman over het personage in 'James blues'. Een gelijkaardige filosofie keert terug in 'Steel on steel'. "Het is één manier om te overleven. Het merendeel van ons leven leven we op automatische piloot. Heel zelden staan we stil bij ons zijn en trachten we onze levensloop doelbewust richting te geven. En áls we het doen, dreigen die zaken net minder zin te krijgen."
"Die existentiële crisis komt terug in veel songs. Dat had met mijn eigen situatie te maken op het moment dat ik die nummers schreef. Het voelt zo bevrijdend om een bepaalde zin van iets te ontkennen. Wat weten we eigenlijk over ons bestaan?"
"Wat ik zing moet relevant zijn tegenover mezelf. Ik schrijf over menselijke ervaringen en relaties. Dat is soms nogal donker, ja. Mijn muziek is meer cathartisch dan escapistisch. Ik wil het leven in het gezicht kijken."
"Het woord 'vacilando' (van het Spaanse vacilar, op weg zijn zonder doel, tz) ben ik tegengekomen in een boek van John Steinbeck. Ik had er een viscerale reactie bij. Toen ik vernam wat het betekende, wilde ik het behouden zonder er een groot statement mee te maken. Het is gewoon een cool woord waar je in je eigen taal geen equivalent voor vindt. Eigenlijk was het bedoeld als grap. Net als het woordje 'blues'. Ik heb nooit iets met blues gehad en er staan geen bluessongs op de plaat. Het is meer een soort Neil Young-achtige manier van titels geven, zoals hij deed op zijn album On the beach."
'Master's house', een veroordeling van de almacht van de heer, verraadt dat Tillman een religieuze achtergrond heeft. "Ik ben religieus opgevoed, ja. Op een bepaald moment heb ik besloten dat ik niet gelovig ben. Maar het christendom heeft zo'n herkenbare, krachtige mythologie dat ik daar vaak op terugval."
"Thuis mocht ik enkel naar christelijk geïnspireerde muziek luisteren. Ik voelde mij lang een alien als het op populaire muziek aankwam. Op mijn zeventiende heb ik Slow train coming van Bob Dylan gekocht, een plaat uit zijn zogenaamd christelijke periode. Daar konden mijn ouders niets op tegen hebben en die zette ik dan thuis loeihard op (lacht). Daarna ben ik ook naar zijn andere albums beginnen te luisteren en ging er een hele nieuwe wereld voor mij open."
:: Josh Tillman
wanneer: 7 maart 2009 om 20.00 uur — €8/11 (Bota'Carte: €5)
waar: Botanique, Koningsstraat 236, Sint-Joost-ten-Node, 02-218.37.32, info@botanique.be, www.botanique.be
Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.