Een portret in vijf beelden van Koenraad Tinel
"Met alles dat tolt en draait en ik die het niet begrijp."
Koenraad Tinel, die intussen haast onmerkbaar 75 jaren telt, droeg de herinneringen aan zijn vroege kindertijd in de oorlogsjaren al ruim zestig jaar mee voor hij de hele geschiedenis uitstortte op papier. De 240 tekeningen die hij in een al even menselijke als artistieke razernij van zich afschudde, werden onlangs verzameld in het verbluffende Scheisseimer, een beeldverhaal uitgegeven bij Lannoo. David Van Reybrouck schreef een ontroerend essay over Tinel en zijn werk, Gert Dooreman nam de vormgeving van het boek voor zijn rekening. Op 19 januari staat Koenraad Tinel met Scheisseimer, de theatervertelling, op de planken in het Paleis voor Schone Kunsten. In april doet hij viermaal de KVS aan.
De productie is gegroeid uit de liefde voor verhalen, voor het vertellen in tekeningen. "Dikwijls vertelde ik aan de koffietafel kleine anekdotes uit mijn verleden, zoals iedereen doet. Mensen uit mijn omgeving zeiden me vaak: 'Maar de dingen die je ons over de jaren heen bij elkaar hebt verteld over Duitsland en over die tijd, zijn ongelofelijk, je moet daar echt iets mee doen. Kun je dat niet opschrijven?' Ik antwoordde dat ik helemaal niet kan schrijven, dat ik alleen maar kan tekenen. Waarop iemand me zei: 'Teken het dan.' En ineens ging er een licht in mij op, en ben ik gaan tekenen, en ik heb getekend, getekend, getekend. Al die tekeningen vormden een beetje mijn Duitse verhaal. Toen David Van Reybrouck hier langskwam, lagen de tekeningen als een ganzenbord uitgespreid over de zolder en heb ik hem uitgebreid het hele verhaal verteld. Hij stond op het einde met tranen in zijn ogen. Wat later heb ik dat herhaald met projecties voor een veertigtal mensen, kennissen en vrienden. En die waren allemaal erg onder de indruk. Barbara Wyckmans van HetPaleis heeft me toen gevraagd of ik dat niet wilde overdoen voor het theater. Zo is Scheisseimer uiteindelijk een productie geworden, door af en toe zomaar te vertellen."
"Ik had dat dus óók in mij."
In Scheisseimer kijkt de jonge Tinel - hij is dan tussen de zes en de twaalf jaar oud - naar de oorlog. Het is de kindse blik die gefilterd wordt door het rotsvaste geloof van kinderen in hun vader. De blik die zich in dit geval aan gene zijde van de oorlog bevindt. "De landing in Normandië. Paniek bij ons," staat er te lezen. Het minste wat van Scheisseimer kan worden gezegd, is dat het is opgetrokken uit wat David Van Reybrouck zo juist grijswaarden noemt, dat het niet minder is dan een menselijk verhaal. "Ik was erdoor gebeten, door heel dat militaire gedoe. Ik zag dat graag, die Duitse soldaten die door Gent marcheerden, met die muziek, die trommels en die kleine fluitjes. Dat is indrukwekkend voor een kind, soldaatje spelen, voor mij toch. Ik zeg dikwijls dat ik eraan ben ontsnapt omdat ik te jong was. Mijn twee broers zijn erin gestapt. Ik denk dat mijn vader mij ook had kunnen overtuigen. Misschien had ik rapper geweten dat het kloterij was, maar dat mag ik niet zeggen want ik weet het niet."
"Mijn vader, voor zover ik hem heb gekend, was een voorbeeld van correctheid en eerlijkheid. Het was een fiere, eerlijke vent. Hij had een goed hart, was vriendelijk, had een ietsje droevig karakter. Een rare mengelmoes. Maar hij had vaste principes. Een mens met principes, dat was een goeie. Voor mij niet hoor, hier zit het (wijst naar zijn hart), iedere dag wil ik opstaan en vrij denken. Maar als kind staat je vader op een piëdestal. Toen hij stierf, was ik dertig. Ik heb veel verdriet gehad, ik vond hem een prachtmens. Het is pas later dat ik echt begon te begrijpen dat het eigenlijk toch een dommekloot was. Mijn vader was een overtuigde nazi. Na de oorlog, nadat zijn zoons in de bak hadden gezeten, nadat hij alles verloren had, durfde hij nog dingen te zeggen als: ' Allez , zoveel joden kapotgemaakt en er lopen er nog zoveel rond.'"
"Ze wisten dat ik een zwarte was."
De opmars van de geallieerden in 1944 betekende voor de familie Tinel de vlucht naar Duitsland. Het beloofde land bleek het niet te zijn. Er brak een harde tijd van honger en armoede aan, maar ook een tijd om heimwee naar te hebben.
Aan het einde van de oorlog volgde de complete ontnuchtering. "Mijn vader werd door de Amerikanen opgepakt in Bamberg. We werden samen in een kamp gestoken, mijn tweede broer was toen al bij ons, mijn oudste broer was doodverklaard. Dan zijn we met de trein dagenlang van de ene plaats naar de andere getransporteerd. Mijn vader en broer werden in Brussel opgepakt en in de gevangenis gestoken, en ik werd met mijn moeder en zusje vastgezet. Mijn moeder moest voor het gerecht verschijnen, maar ze hebben haar vrijgelaten. Zij kon heel goed komedie spelen. Mijn tante heeft ons dan opgevangen. Ons huis in Gent was volledig leeggeplunderd. Mijn ouders hadden geen geld meer, geen huis, geen meubels, alleen de koffers met wat kleren. Uiteindelijk heeft mijn moeder twee kamertjes gehuurd in een achterbuurt in Ledeberg. Op school tekenden kinderen hakenkruizen op mijn boekentas en zo. Daar heb ik om gevochten, ik wou niet dat ze dat deden. Maar ik was er niet fier op dat ik uit zo'n familie kwam. Ik heb dat lang gewoon niet willen weten."
"En als kind, ge kijkt daarnaar en ge gaat weg."
Gruwel tekent een mens. Ook Koenraad Tinel. Achter de fonkelende ogen van de gastvrije, warme, levenslustige jongeman op jaren gaan ongetwijfeld herinneringen schuil die onuitspreekbaar zijn, die er niet uit zullen komen omdat ze hun eenzame drager hebben gevonden. De Scheisseimer ('schijtemmer') uit de titel biedt ontlasting, is de vergaarbak van al het ophopende vuil. "Een mens is onverbeterlijk, hoor. Ik geloof weinig, ik geloof zelfs niet in de beterschap van het mensdom. Alhoewel dat er zulke schone mensen zijn, en dat we altijd het goede willen. Maar 't is allemaal geen avance , hé. Waarom zijn wij zo onnozel om het goede te willen? Mijn paard trekt zich daar niets van aan. Ik ben een gewetensvolle mens, hoor, maar je vraagt je soms af wat we daarmee moeten doen. Er zijn hopen goede mensen. Er zijn ook goede mensen die door de macht volledig geperverteerd worden. Je ziet dat ook bij artiesten. Ze hebben succes en ze zijn naar de kloten... Ik ben blij dat ik niet meer succes heb. Ik ben wel wat bekend, maar niet te erg, da's goed (lacht) ."
"De pastoors predikten."
Principes zijn, net als het geloof, niet aan Koenraad Tinel besteed. "Toen ik een manneke van achttien, negentien jaar was, wou ik missionaris worden. Ik was zeer gelovig. Ja, dat pakte nog in mijn tijd. Ik had zo'n bewondering voor de missionarissen. Ik droomde dan dat ik naar de Eskimo's zou gaan, meteen het zwaarste: rauw vlees eten, afzien van de kou. De held uithangen. Avontuur trok mij aan."
Tinel is al enkele maanden aan het werk aan iets nieuws, Flandria Catolica, een boek over zijn adolescentie. Tussen de zevenhonderd tekeningen die hij intussen maakte, zit er een van een missionaris in een besneeuwde vlakte. "Maar waar zijn de Eskimo's?" voegt hij er lachend aan toe.
"Ik ben nog voor pionieren, hoor, dat doe ik nog altijd graag, maar niet in naam van een of andere kerk. Ik ben absoluut niet gelovig, ik moet er niets van weten. Ik vind heel die kerk een smerige, vuile boel. Flandria Catolica verzamelt beelden uit mijn jeugd in Gent, tussen 1946 en 1952 ongeveer. Om het allemaal te doen loskomen: de pastoors, de scouts, het flamingantisme, de vlaggen, de trommels en trompetten, de biechtstoelen... Er komen ook zotte dingen in voor, hoor: pastoors die het met nonnen doen en zo. Het moet ook een keer geestig kunnen zijn."
:: 'Scheisseimer' is uitgegeven bij Lannoo en kost 34,95 euro. De theatervertelling doet Brussel aan op 19 januari in het PSK (12.40 uur, 5 euro), en op 21, 22, 24 en 25 april in de KVS (20/15 uur, 10/16 euro)
Lees meer over: Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.