Erasmushuis viert 75 jaar met tijdloos rariteitenkabinet

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
24/04/2008
Geïnspireerd door de Wunderkammer zoals Albrecht Dürer, een tijdgenoot van Erasmus, die introduceerde, heeft het Erasmushuis een rariteitenkabinet in huis gehaald dat dood en leven verenigt in een jubelende cyclus. De collectie vormt het kroonjuweel van de activiteiten in het kader van 75 jaar museum én verenigt zowel zestiende-eeuwse curiosa van een gynaecoloog uit Vlaanderen, als museale stukken en hedendaags werk van kunstenaars als Jan Fabre, Marie-Jo Lafontaine en Aïda Kazarian.

Jarenlang trad het Erasmushuis in zijn communicatie naar buiten met het portret van Erasmus dat door Albrecht Dürer werd gemaakt. Geen wonder dat conservator Alexandre Vanautgaerden in die richting inspiratie vond om de jubileumtentoonstelling 2008 inhoud te geven. Dürer had van zijn reis in de Lage Landen (in 1520) tal van curiosa meegenomen. Zijn Nürenbergse collectie wordt beschouwd als de eerste 'wonderkamer vol curiosa'. De rariteitenkabinetten zoals die pakweg vijftig jaar later, dus na de dood van Erasmus, een explosie zouden kennen, bestonden uit 'naturalia' (schelpen, dieren, planten, schedels), 'artificialia' (kunstwerken), 'exotica' (objecten uit overzeese gebieden) of 'scientifica' (wetenschappelijke instrumenten), of een combinatie van die categorieën.

Sinds conservator Vanautgaerden samen met adjunct-conservator Kathleen Leys aantrad, heeft hij het gemeentelijk museum meer en meer in de richting van het concept 'rariteitenkabinet' gestuurd. Zelfs de aanleg van de intrigerende Filosofische Tuin (2000), die aanzet tot persoonlijke reflecties of een gesprek met passanten doet aanknopen, maakt als 'openluchtkabinet' of 'denk- en werkkamer' deel uit van die gedachte.

Vanitas
"De structuur van het museum als rariteitenkabinet is geen toeval", beweert Vanautgaerden. "We hebben nu eenmaal veel 'artificialia' of kunstobjecten in huis (meubels en schilderingen van Hans Holbein, Jeronimus Bosch, Dirk Bouts, Metsys, de School van Rogier van de Weyden, red.). Er is de botanische tuin (uit 1998) met ruim vierhonderd kruiden die refereren naar de ziektes van Erasmus. En we hebben een bibliotheek voor wetenschappelijk onderzoek. We vonden een gynaecoloog, gespecialiseerd in onvruchtbaarheid en fervent verzamelaar van antieke rariteiten met als thema's vanitas, dood en nieuw leven, bereid om zijn private collectie bij ons tijdelijk en exclusief te exposeren."

De Renaissancezaal herbergt tijdelijk dat rariteitenkabinet, getiteld Anatomie van de IJdelheden als een verlengstuk van de vernieuwe 'accrochage' van de vaste collectie. De blikvanger is een zeventiende-eeuwse Duitse 'Anatomische Eva' uit de privéverzameling van de gynaecoloog. Ze werd al ontsluierd in 1997 in het museum van Saint-Antoine l'Abbaye in Isère, toen het Erasmushuis er een expositie hield over de prins van het humanisme. De didactische sculptuur klapt open en vertoont, behalve alle ingewanden - vrij uitzonderlijk - ook een foetus.

IJdelheid, leven en dood hangen in het werk van Erasmus nauw samen. Uitdrukkingen als 'haast je langzaam' of 'geniet van elk moment als je de dood toch voor ogen hebt' en vele teksten rond de dood tekenen het werk van de humanist met zin voor wereldburgerschap. Alle aspecten van Memento Mori (gedachten aan de dood, zoals op de zegelring van Erasmus stond), de innerlijke schoonheid van de mens, of de geboorte van nieuwe denkpistes, worden in het vitrineblok met rariteiten duidelijk geïllustreerd.

Er is, zoals gezegd, de 'Anatomische Eva of Venus', (die verzekerd werd voor 40.000 euro) naast enkele kleinere Venus-modellen. Verder staan er ook enkele zestiende- en zeventiende-eeuwse ivoren torenvazen en gedraaide, stekelige, ivoren bollen (uit Dresden, Nürenberg en Regensburg), een walvispenis, een olifantenhart en opgezette dieren uit het Musée de la Science van Doornik. Verder zeventiende-eeuwse spiegels met skeletten, ijdelheden als een paternosterkraal in ivoor, spierpoppen, een gevild paard in brons en schedels allerhande, bewerkt in Indonesië, Borneo en Nieuw-Zeeland. Enkele van die schedels, of ze nu met slangen en kikkers getooid gaan of aan een monnik werden toegeschreven, doen stilstaan bij wat verwoord werd in inscripties op één model. Het gaat om spreuken over ijdelheden: als 'Na de mens, de worm, na de worm stank en ontzetting, zo verandert elke mens in een niet-mens' en '...alles is ijdelheid: hoop leven, lotsbestemming, schoonheid, glorie, moed en rijkdom'. Niet meteen aanmoedigend, maar toch jubelend als het leven en de dood. Alleszins geven de spreuken het verband tussen alle werken en de realiteit aan: het besef van de oneindigheid van ons bestaan.

Bloemen
De hedendaagse aanvulling op dat thema wordt verzorgd door een bloemist, een fotografe en een theater- en kunstduizendpoot. De bloemist, Thierry Boutemy (Elsene), heeft met epifytische schaduwplanten (planten die niet parasiteren maar wel op andere planten leven, zoals orchideeën bijvoorbeeld) bizarre composities gemaakt in bokalen. Het soort bokalen waarin ook foetussen van everzwijnen drijven.

Fotografe Marie-Jo Lafontaine (Schaarbeek) die ook al voor de Filosofische Tuin werk leverde, stelt haar World Wide Web (1996) tentoon in de werkkamer van Erasmus. Het is een foto vol kronkelende wurgslangen, die de moderne ijdelheid voorstelt, met name het internet dat ons eerder versmacht dan bevrijding en persoonlijke adem- en denkruimte geeft. Jan Fabre vult dezelfde paarse kamer met Umbraculum I (2001): een monnikmantel van schijfjes mensen- en dierenbeenderen waarin men zich kan terugtrekken van de materialistische wereld om na te denken.

Nog een laatste ijdel 'kleurtje' in het teken van de tentoonstelling zijn de opfrissingswerken van het interieur van het museum. Overleg met Monumenten en Landschappen én historisch onderzoekswerk naar kleuren heeft Vanautgaerden doen beslissen dat een museale kleur (als het wijnrood en mosgroen gebruikt in de achttiende en negentiende eeuw of het kalkwit vanaf de twintigste eeuw) niet paste in het Erasmushuis. Wel een nieuwe kleur zonder historische referenties: vandaar dit paars, ontworpen door kleurartieste Aïda Kazarian. Een betoverend jubelende kleur die alles in dit museum nog beter tot zijn recht doet komen.

:: Anatomie der IJdelheden, tot 13 juli in het Erasmushuis, Kapittelstraat 31, 1090 Anderlecht, 02-521.13.83, www.erasmushouse.museum
Open van dinsdag tot zondag van 10 tot 17 uur. Gratis rondleiding om 15 uur (reservatie verplicht). Combinatieticket Erasmushuis (vaste + tijdelijke tentoonstelling) en Begijnhof: 1,25 euro

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Anderlecht , Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni