Evere opent voedingsmuseum in oude molen

Een windmolen kan je hem niet noemen, de wieken werden er al enkele jaren na de bouw afgehaald, maar de molen van Evere speelde wel een belangrijke rol in de voedingsindustrie in België. De gemeente Evere heeft er nu een voedingsmuseum van gemaakt. Een geslaagde restauratie.

De molen van Evere, gebouwd rond 1841, is voor velen een illustere onbekende. Hij ligt dan ook wat verborgen achter de straatjes ten noorden van de Haachtsesteenweg. De gemeente Evere heeft zopas de laatste hand gelegd aan een grondige restauratie. Met dank ook aan het Brussels Gewest, dat er 1,3 miljoen euro in pompte.

Volgens Brussels staatssecretaris Emir Kir (PS), bevoegd voor monumenten en landschappen, is die investering zeker verantwoord. Niet alleen is een dergelijke molen zeldzaam in Brussel en omstreken, hij herinnert ook aan het rurale karakter van deze noordelijke gemeente. Bovendien krijgt de molen door de herbestemming een invulling waar alle Brusselaars van kunnen genieten.

"Het is meer dan een louter gemeentelijk museum," zegt Kir. Een dozijn toestellen die nog in de molen stonden, aangevuld met andere voorwerpen, schetsen de geschiedenis van de voedingsindustrie. Er is ook een pedagogische keuken en een grote exporuimte. "In een stad die bekend staat om zijn chocoloade," zegt Evers schepen Pierre Muylle (PS), "verdient een voedingsmuseum zeker een plaats." De gemeente gaat nu nog de beschermde tuin en de belendende arbeidershuisjes restaureren.

Scholen kunnen de molen gratis bezoeken. Particuliere bezoekers betalen 3 euro. Er zijn ook georganiseerde rondleidingen mogelijk.