Expo: Eilanden
De quasi museale kwaliteit van het ensemble verrast de bezoeker. Je kunt natuurlijk de ietwat strenge en ascetische opstelling van de werken betreuren, maar ligt dat niet eerder aan de werken zelf dan aan de accrochage? Er is hier gekozen voor een aantal kunstenaars die niet bepaald frivool werk maken of maakten.
Een zaal als die van Guy Leclercq toont ons subtiele variaties op een schilderkunstig thema. De nuances van alle mogelijke grijstinten en bleke aardekleuren werken tegelijkertijd rustgevend en dwingend. Je wordt hier geconfronteerd met evenwichtige composities die het oog laten twijfelen tussen de tweedimensionaliteit van de doeken en de dieptewerking ervan, door het vakkundig aanwenden van de diverse toonwaarden. Meer kamermuziek dan symfonie is het, hoewel een immens doek ons toch leek mee te nemen in de coulissen van de opera. Klasse. Luc Claus (vorig jaar overleden) deelt een ruimte met Dan Van Severen. De confrontatie is er geen. Hoewel beide kunstenaars hun woordenschat beperken - of liever: tot de essentie herleiden - spelen hun plastische bekommernissen zich af in twee onderscheiden werelden. Indien Van Severen sinds jaar en dag basisgeometrische vormen (de ruit, het vierkant, diagonalen en loodlijnen) hanteert, kun je hier in ouder werk ook zien dat de serene en eerder gelaten sfeer van zijn later werk een oorsprong vindt in zwaarmoediger en mysterieuzer werk. Het lijkt wel of de kunstenaar met de jaren een staat van gewichtloosheid heeft weten te bereiken. Bij Claus lijkt de menselijke figuur centraal te staan. Gaandeweg herleid tot een eenvoudig weergegeven hoofd. In de loop der jaren is die herkenbare vorm een vormelijke autonomie gaan leiden, wars van elke emotie. Los van elk lichaam ook. Het denkend menselijk wezen losgekoppeld van zijn vitale lichamelijke functies. Claus, bij leven toch wel ondergewaardeerd als kunstenaar, hangt hier dus mooi naast de zuivere plasticiteit van Dan Van Severen.
De Fransman Eugène Leroy (1910-2000) lijkt de troosteloosheid van zijn geboortestreek te willen sublimeren in een echte regen van verfklodders. De aldus ontstane doeken hebben een impact die niemand onverschillig laat. Je bent er voor of radicaal tegen. Zoiets heet présence. Vanonder de klieders en klodders komen landschappen en figuren tevoorschijn gekropen. De onderwerpen zijn hier duidelijk van minder belang dan het schilderen an sich. Figuratie en abstractie komen hier wel heel dicht in elkaars buurt. Wild!
Ook wild, maar dan binnen de beperking van de kleinere formaten die hier getoond worden, is Karel Dierickx. De nerveuze toets waarmee hij zijn werken aanzet, lijkt meer alsof de kunstenaar iets wil wegschilderen eerder dan een visie op de realiteit beoogt. Ook het hier getoonde bronzen beeld is een en al onrust. De schilderijen hebben iets weerbarstigs in zich. Knarsetandend vraagt de toeschouwer zich af waarom hij toch zo aangetrokken wordt door deze redelijk zwartgallige kunst van een kunstenaar die geen enkele concessie doet. Mysterie.
Die weerhaken zijn wat we missen in het werk van Tom Jooris. Zijn grote formaten hebben wel iets, maar het gebrek aan structuur stoort. De landschappen die we eerder van hem zagen leden eigenlijk aan hetzelfde euvel. Decoratief genoeg, maar te weinig ruggengraat. Niet dat de werken echte afknappers zouden zijn in een voor het overige prachtige tentoonstelling. Gewoon, de concurrentie ligt hier wat te hoog.
:: Eilanden > 28.10.2007 dinsdag > zondag 12 > 18.00 - De Markten - Oude Graanmarkt 5, 1000 Brussel - 02-512.34.25
Lees meer over: Cultuurnieuws , Expo
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.