Goudblommeke gaat in het verzet
Woensdag 9 september om 20 uur :
Multatuli klaagt aan
Wie kent 'Saidjah en Adinda' niet, het wondermooie liefdesverhaal uit Max Havelaar, het meesterwerk van Multatuli, pseudoniem van Eduard Douwes Dekker? Koloniaal ambtenaar Douwes Dekker (1820-1887) keerde in 1856 ontgoocheld terug uit Nederlands-Indië (nu Indonesië). Terug op Europese bodem kon hij de koloniale wantoestanden niet van zich afzetten. We hopen dat er, anderhalve eeuw later, nog altijd middelbare scholen zijn die het sociaal bewustzijn en de kritische zin van hun leerlingen aanscherpen met de striemende 'Toespraak tot de hoofden van Lebak'. Ook die toespraak is een deel van Max Havelaar.
Multatuli wou zijn Max Havelaar derhalve geen roman noemen. De volledige titel gaf daar ook weinig of geen aanleiding toe. Geef toe, Couperus' Eline Vere, die andere grote negentiende-eeuwse roman, klinkt veel poëtischer dan het droge Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy. Maar met zijn afwijzing van het romangenre, zijn aanklacht en zijn poëzie, zijn beeldrijke en vinnige stijl legde Multatuli ongewild en onbewust de basis voor de moderne roman.
Multatuli heeft zijn meesterwerk in een maand tijd geschreven, in een smoezelig hotelletje aan de voet van de Sint-Goedelekathedraal.
Gerlinda Swillen, erelerares in het gemeenschapsonderwijs en voorzitster van het Masereelfonds, legt uit waarom Eduard Douwes Dekker naar Brussel afzakte om zijn boek te schrijven, én waarom hij de koloniale wantoestanden absoluut aan de kaak wou stellen.
Woensdag 23 september om 20 uur :
Buls en Anspach: mannen met plannen
Jules Anspach (1829-1879, foto) is de burgemeester die blijvend herinnerd wordt
als de man onder wiens bestuur de Zenne overwelfd werd en de centrale lanen een Hausmanniaanse aanblik kregen. De Zenne was in Anspachs tijd verworden tot een open riool, een bedreiging voor de volksgezondheid. (Ter zijde: anno 2009 zijn er niet weinig Brusselaars met heimwee naar een stroom-in-de-stad. De grillen van de geschiedenis...)
In 1873 werd op de plaats waar een minderbroederklooster had gestaan, het Beursgebouw opgetrokken. Die ingrepen veranderden het middeleeuwse stadscentrum voorgoed.
Karel Buls (1837-1914) is de enige Brusselse burgemeester die door Vlaamsgezinden regelmatig en uitvoerig wordt bejubeld. Buls was als burgervader zeer begaan met de leefbaarheid van de stad en de ontvoogding van de volksmens. Het is vooral zijn onderwijsbeleid (in het Nederlands) dat de Vlaamsgezinden zeer bevalt.
Dankzij Buls werden verschillende historische gebouwen van de sloop gered. Buls richtte de KVS op en slaagde erin koning Leopold II op 13 oktober 1887 naar de schouwburg te lokken om er (in het Nederlands!) een toespraak te houden. Een koninklijke primeur.
Buls schrok er niet voor terug om frontaal in de aanval te gaan tegen Leopold II, die toentertijd duchtig zijn stempel op de stad drukte, een stempel die overigens (gelukkig maar, denken we vandaag) nog altijd te merken is. Buls, promotor van de museale stad, nam uit onvrede met Leopolds stedenbouwkundige ambities op 16 december 1899 ostentatief ontslag als burgemeester.
De historicus Johan Basiliades vergelijkt de stedenbouwkundige visies van Karel Buls en Jules Anspach en legt uit wat de gevolgen van beider visie zijn voor de gebruikers en bewoners van de stad vandaag.
Woensdag 7 oktober om 20 uur:
Karl Marx verhuist (en nog eens)
Karl Marx (1818-1883) kwam op 2 februari 1845 in Brussel aan. Hij was in Parijs moeten gaan lopen na opruiende geschriften in de Duitstalige Parijse krant Vorwärts. Een paar dagen later kwam Friedrich Engels hem vervoegen.
De Brusselse periode is uiterst belangrijk in het leven van Marx. Heel bondig samengevat: in die periode werd Marx communist. Wat dat betekent, heeft Marx zelf heel plastisch verwoord: "Filosofie en studie van de werkelijkheid verhouden zich tot elkaar zoals onanie en coïtus." Marx werd in Brussel een aanhanger van de filosofie van de praxis.
Het gezin van Karl Marx leefde in Brussel in penibele omstandigheden. Zijn huwelijk met barones Jenny von Westphalen kon daar niets aan veranderen. Het gezin, dat meermaals op de vlucht moest voor schuldeisers, heeft op verschillende plaatsen in Brussel gewoond. De huizen waarin ze woonden, bestaan niet meer, de buurten zijn onherkenbaar. Eerst verbleef Marx in het Grand Hôtel de Saxe aan de Nieuwstraat 54, daarna trok hij naar de Kleine Zavel 24. Het pension Le Bois Sauvage aan de voet van de kathedraal werd zijn volgende bestemming. Later werd hij nog opgemerkt als inwoner van een huis aan de Elsense Orléansstraat 42 - nu herdoopt in de Jean d'Ardennestraat. In de Verbondsstraat 5 was hij de naaste buur van Friedrich Engels en een overbuur van de filosoof Mozes Hess.
Marx schreef in Brussel zijn Communistisch manifest, een boek dat de geschiedenis diepgaand heeft beïnvloed.
In het ontluikende Belgische kapitalisme én de toenmalige zeer conservatieve arbeidersbeweging vond Marx inspiratie om later Das Kapital te schrijven.
Jelle Versieren van de UGent licht Karl Marx in Brussel uitvoerig toe.
Woensdag 28 oktober om 20 uur :
Dotremonts beeld-taal
De dichter en schrijver Christian Dotremont (1922-1979) komt voor de Tweede Wereldoorlog in contact met René Magritte. Hij voelt zich meteen aangetrokken tot het surrealisme.
Tijdens de oorlog verblijft hij in Parijs, waar hij kennismaakt met Giacometti, Picasso en Jean Cocteau. In 1947 verschijnt dan het manifest Le surréalisme révolutionnaire, dat internationaal de aandacht trekt. Op 8 november 1948 richt hij samen met zijn landgenoot Joseph Noiret, de Deen Asger Jorn en de Nederlanders Karel Appel, Corneille en Constant een beweging op die avant-gardekunstenaars wil verenigen. CoBrA - verwijzend naar de hoofdsteden Copenhagen, Brussel, Amsterdam - is geboren.
Dotremont integreert taal en beeld; met een penseel gedrenkt in Oost-Indische inkt maakt hij kronkelige afbeeldingen op papier. Textes incertains noemt hij ze zelf.
Hendrik Carette becommentarieert het werk van Christian Dotremont aan de hand van zijn vertalingen en dichtwerk. Carette is dichter, essayist, vertaler en polemist. Als dichter debuteerde hij in 1974 met Winter te Damme.
Woensdag 4 november om 20 uur :
Cobra met De Geest
De naam Joost De Geest is geen onbekende in de kunstwereld. Hij is niet alleen een gerespecteerd kunstkenner, hij was ook conservator van de kunstcollectie van het Gemeentekrediet/Dexia en maakte de CoBrA-periode in Brussel op de eerste rij mee.
De Geest vertelt over CoBrA en over de rol van het Goudblommeke van Papier in deze avant-gardistische kunstbeweging.
:: De lezingen vinden plaats in het literair café Goudblommeke van Papier, Cellebroersstraat 55 in 1000 Brussel. Reserveren is noodzakelijk, op 02-502.38.80 of brussel@masereelfonds.be. Kaartjes kosten 3 of 5 euro. Het Willemsfonds en de vzw Geert van Bruaene staan mee in voor de organisatie
Lees meer over: Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.